zondag 17 april 2011

Post

In Turkije krijgt men nauwelijks post. Geen reclame op naam. Geen ongevraagde aanbiedingen. Geen thuisbezorgde kranten.
Water en elektriciteit worden thuis opgenomen. De meters staan altijd buitenshuis en de meteropnemer laat de rekening, een klein bonnetje, achter in de meterkast. Die moet men af en toe controleren om de rekening te kunnen gaan betalen.
Ook komt er geen drukwerk, zoals buurtkrantjes, dorpsberichten e.d. en dat spaart enorm veel papier en dus afval. Prima.
Mocht men af en toe toch een bankafschrift, een andere rekening of een brief krijgen dan stopt de postbode die tussen de deur of het hek. Want vrijwel niemand heeft hier een brievenbus. Geen gleuf in de deur voor het dagelijks nieuws, geen klepperende brievenbus, geen touwtje om de deur te openen, geen brievenbuspissers.
En als men door het werk veel post verwacht, vrijwel alle contacten gaan per telefoon of internet, is het verstandig om op het postkantoor voor een heel klein bedragje een postbus te huren. Af en toe gaat men langs om even te kijken of iemand je heeft verblijd met een bericht, een wens of een uitnodiging.
Voor ons hele dorp zijn ongeveer 60 postbussen beschikbaar heb ik laatst geteld. Dus veel post ontvangt men kennelijk niet.

Op een dag was de postbode weer eens een keertje aan de deur. Ik was in de tuin aan het werk en hij riep me en wenkte dat ik even moest komen. Hij vertelde me dat het toch wel handig zou zijn als ik een brievenbus zou laten plaatsen ondanks het feit dat ik wel een postbus gehuurd heb. Ik denk dat hij eens per maand langskomt met brieven die hij niet in onze postbus doet. Ook komt hij weleens een enkele keer langs met een aangetekend schrijven. Trouwens heel veel post en pakketpost waar haast bij is, wordt meestal per koerier of bode bezorgd en niet door de PTT.

Goed. Op een gegeven moment, na een tweede of derde verzoek, heb ik een grote houten brievenbus getimmerd met een grote klep. Met ongeveer de afmeting van een ouderwetse broodtrommel zou vrijwel alles er in moeten kunnen.
De volgende keer dat de postbode langskwam op zijn motor, claxonneerde hij. Ik ging naar hem toe. Ik kreeg de post en hij maakte me een compliment. Hij was zeer te spreken over mijn stukje huisvlijt.

Als hij tegenwoordig aan de poort komt, claxonneert hij. Dan ga ik naar hem toe en hij overhandigt mij de post. Dat vindt hij vermoedelijk toch leuker dan mijn onpersoonlijke brievenbus te gebruiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten