zaterdag 29 september 2012

De prijs van geitenvlees


  • Verwarm 4 eetlepels olijfolie in een grote braadpan.
  • Bak daarin 2 kg in dobbelsteentjes gesneden geiten(lams)vlees bruin.
  • Laat 4 teentjes heel fijn gesneden knoflook enkele minuten meebakken.
  • Voeg toe: een fles rode wijn en evt. een beetje water; twee theelepels mosterd- koriander- en komijnpoeder van elk.
  • Daarna 250 gram gehalveerde gedroogde olijven en evt. dezelfde hoeveelheid gedroogde abrikozen.
  • Aan de kook brengen.
  • Een uurtje of anderhalf laten stoven.
  • Een beetje zout toevoegen.
Met bulgur en salade niet te versmaden.

In de noordelijke landen van Europa is geit op het menu nooit populair geweest. Het beest werd wel de armelui's koe genoemd en in vroeger eeuwen hielden veel mensen een geit. De geit was goedkoop in onderhoud. Het beest is niet kieskeurig. De melk van deze "melkfles met een sik" was gezond en was tuberculosevrij. De geit stierf namelijk meteen als het beest besmet raakte in tegenstelling tot de koe die de ziekte verdroeg en met haar melk doorgaf.
En als er een bokje geboren werd dan verdween dat natuurlijk wel in de pan. Maar een echte vleesleverancier is de geit nooit geworden.
Het imago dat het vlees stinkt verdwijnt maar niet. Een geitenbok kan verschrikkelijk stinken omdat zijn anatomie dusdanig is dat het beest zijn eigen sik nat pist. Om de rivalen af te schrikken en de vrouwtjes te lokken? Maar aan het vlees merk je dat niet.
In de zuidelijke landen van Europa heeft geitenvlees altijd op de menukaart gestaan voorzien van spectaculair klinkende namen als capretto guisado of cabrito assado no forno of cabri massalé.
Veel verschil in smaak tussen schapen- of geitenlamsvlees bestaat er niet. Maar geit is veel goedkoper dus gerommeld wordt er zeker mee. Het vlees van oudere geiten is duidelijk anders. Het krijgt een zwaardere en scherpere smaak en veel mensen zijn er niet van gediend. Terwijl anderen juist deze "wildsmaak" roemen.
Ook in Turkije wordt in grote delen van het land geit gegeten en in producten verwerkt. Geroosterd op open vuur en met een sausje van yoghurt, komkommer en munt? Hm, niet verkeerd. En kennelijk zijn veel Turken dol op de wildsmaak. In Turkije leven nog wilde geiten. En sommige mensen nemen veel risico om ze te jagen.

In Antalya had een bosarbeider een foto laten maken van zichzelf met zijn buit. Hij had 4 wilde geiten geschoten en wilde zijn trots delen met zijn vrienden op Facebook.
Enige dagen later werd er bij hem thuis aangeklopt en werd zijn huis doorzocht op verdenking van de overtreding van de jachtwet.
In zijn diepvries werd een flinke hoeveelheid geitenvlees gevonden. Maar op zich was dat niet het probleem. In huis bleek namelijk ook een automatisch geweer aanwezig te zijn. En daarvoor had de brave man geen vergunning. Ontkennen had geen zin meer.
Volgens bladzijde 4915 van de jachtwet moest hem een boete opgelegd worden. Vier geiten van elk 12 duizend TL plus een bedrag van 4 duizend Tl als administratiekosten bracht het totaal op 52 duizend TL, ongeveer 23 duizend Euro.
En als er die avond achter het kantoor van de boswachterij een grote barbecueavond blijkt te zijn geweest, zou me dat niet verbazen.

donderdag 27 september 2012

Gouden bergen

Turkije is één van de grootste afnemers van goud ter wereld. Er worden veel sieraden van gemaakt die daarna weer de hele wereld over gaan. Heel veel particulieren kopen goud om zich tegen inflatie in te dekken. Goud in de vorm van munten, voorwerpen en sieraden worden in Turkije nog vaak cadeau gedaan bij feestelijke aangelegenheden als diploma-uitreiking, sportprestatie en niet te vergeten als bruidsschat.
Geschat wordt dat Turkse particulieren ongeveer 5000 ton aan goud in hun bezit hebben. Om een vergelijking te maken, het IMF bezit ongeveer 3500 ton.
Turkse banken mogen sinds kort 25% van hun reserves aanhouden in goud. Dat was eerst 10% en later 20. De banken bieden nu gouddepositorekeningen aan in de hoop dat veel onder het matras bewaard goud ingeleverd zal gaan worden.
En de overheid hoopt hiermee meer goud in omloop te brengen zodat minder goud op de internationale markt gekocht hoeft te worden.

Amerika wordt wel het land van de onbegrensde mogelijkheden genoemd.
Van krantenjongen tot miljonair is een bekende uitspraak. Van bordenwasser tot magnaat. En ga zo maar door. Groeien, groeien, groter, groter. In Amerika is alles groter, meer, langer etc.
En wat dat laatste betreft zijn er inderdaad een hoop voorbeelden te vinden: grootste gebouwen (vroeger), grootste auto's, veehouderijen, criminaliteit, tienerzwangerschappen, aanslagen, fastfood porties, steaks, bekers cola, oorlogen, invasies. De grootste staatsschuld.
De vergrotende en overtreffende trap is in Amerika uitgevonden.

In Nederland werd onlangs, en dit nieuws verscheen in de krant, een vrouw veroordeeld tot het terugbetalen van € 68.000 aan onterecht ontvangen uitkeringen. De vrouw die sinds 2005 een bijstandsuitkering kreeg bleek namelijk in het bezit te zijn van grote hoeveelheden contant geld. Ongeveer € 125.000 , 17.000 dollar en nog wat andere bedragen in vreemde valuta. En dat ligt ver boven de vermogensgrens die gesteld is om bijstand te kunnen ontvangen.
Maar behalve deze contanten bleek de vrouw onder haar bed ook nog 7 kilo goud ter waarde van ongeveer € 250.000 opgeslagen te hebben.

Maar in Amerika kan het groter.

En op de zelfde dag verscheen er in de Amerikaanse pers een bericht dat er in Nevada een 69-jarige man dood in zijn huis was gevonden. Vermoedelijk overleden aan een hartverlamming. Niet heel bijzonder. Maar wat verrassend was was het feit dat in de garage van de man, die al meer dan 40 jaar niet gewerkt had en een schamele 200 dollar op zijn bankrekening bleek te hebben, goudstaven en gouden munten werden gevonden ter waarde van 7 miljoen dollar.
Aangezien de man geen nabestaanden had en er ook geen testament gevonden werd zou het geld naar de staat gaan.
Stel dat alle particuliere bezitters in Turkije hun goud aan de staat zouden schenken dan zou daarmee de Turkse buitenlandse staatsschuld van ruim 320 miljard dollar nagenoeg vereffend kunnen worden.
In Amerika ligt dat iets anders. De erfenis van de man uit Nevada is de bekende druppel op de gloeiende plaat.
Want ook de staatsschuld van Amerika is namelijk groter dan elders: 16 biljoen dollar. Of te wel 16.000 miljard dollar. Of ook wel 16.000.000 miljoen dollar. Ja, en dan schiet die 7 miljoen niet echt op.
Even kijken, eh, dat wordt dan 15.999.993 miljoen dollar. Nou, scheelt toch weer.

maandag 24 september 2012

Vliegangst

Altijd al gehad: hoogtevrees. Hoe ik er aan gekomen ben weet ik niet. Als kind uit een boom gevallen? Aangeleerd? Bang gemaakt door mijn opvoeders? Kan het iets genetisch zijn? Of aangeboren zelfbescherming?
Is hoogtevrees trouwens eigenlijk dieptevrees? Angst om te vallen? Bang om naar beneden te storten?
Misselijk worden alleen al als je over de rand van een flatgebouw kijkt of uit het raam van een kantoortoren op grote hoogte? Je evenwicht verliezen als je over een plank over een sloot loopt op twee meter hoogte? Nee, op een krant staan dat gaat nog wel. En op een keukentrap ook. Zelfs op een ladder tegen een muur tot op een meter of drie is geen probleem. Maar in een dakgoot op een meter of vijf hoogte om een dakpan te vervangen moet je beslist niet naar beneden kijken. Je durft niet verder maar ook niet terug. Je raakt in een toestand van rigor mortis. Je kan niet meer bewegen.
Met hoogtevrees valt prima te leven. Zolang je situaties als beschreven kan vermijden is er geen probleem. Maar waarom hebben zo veel andere mensen dat probleem niet?
Enkele jaren geleden zag ik op een Turks tv-kanaal de documentaire "Kings of the sky" van de Amerikaanse filmmaakster Daborah Stratman. Ze trok een aantal maanden mee met de troep van Adil Hoshur. Een groep koorddansers uit de Chinese provincie Xinjiang. Het zijn Oeigoeren, moslims en verwant aan de Turken. Het koorddansen wordt daar al vele eeuwen beoefend. Het is een traditionele vorm van acrobatie met politieke implicaties.
De Chinese overheid voert een beleid waarbij oorspronkelijke tradities, geloof, cultuur, economie en taal "ontmoedigd" wordt, o.a. door volksverhuizingen, repressie, boekverbranding. Enigszins te vergelijken met het beleid in Tibet.
De film toont het harde bestaan van de Oeigoeren en volgt de troep in al haar activiteiten. De trainingen, de oefeningen, de voorstellingen, de tochten over grote afstanden, de voorbereidingen, de invallen van politie. Hun prestaties op het hoge koord kunnen gezien worden als een soort politiek statement. Tradities, geloof, cultuur, identiteit behouden tegenover de wens van de regering.
Een paar weken geleden deed Adil Hoshur weer van zich spreken. Met zijn groep vestigde hij een nieuw wereldrecord "tightrope walking". Met enkele leden van zijn groep stak hij een ravijn over op een koord gespannen op 350 meter hoogte met een lengte van meer dan 1400 meter. Een filmpje op Youtube laat ons meegenieten van de tocht. Op de lange stok die gebruikt wordt om het evenwicht te bewaren is namelijk een camera gemonteerd. We zien hoe de wandelaars onderweg ontspannen een praatje maken, over elkaar heen klauteren en de overkant bereiken.
En ik vroeg me af of ik dat ook zou hebben kunnen leren? Met de nodige politiek aspiraties? De techniek misschien wel. Op 1 meter hoogte. Maar dan zou ik toch eerst de vrees kwijt moeten raken voor het hogere werk.
Daar bestaan allerlei therapieën en technieken voor die je op duurbetaalde instituten onder de knie kan krijgen, zegt men. Zo bestaat er in de cognitieve gedragstherapie de systematische desensitisatie. Een vorm van therapie om angststoornissen te verminderen en kwijt te raken. Daarbij wordt een angsthiërarchie opgesteld met een lijst van weinig (hoge hakken?) naar veel (koorddansen?).
Het afleren begint op het laagste niveau en gaat gepaard met een ontspanningsmogelijkheid.
Beeld, geluid, eten of drinken e.d.
Er zijn therapeuten die hun behandeling op het hoogste angstniveau starten. Ze beschouwen hun aanpak als meest effectieve vorm van therapie. Schokeffect?
Ik stel me voor dat men op het koord gezet wordt op 350 meter hoogte. Men krijgt een koptelefoon op. Men wordt losgelaten en ter ontspanning klinkt door de koptelefoon het nummer "Be" van Neil Diamond uit de film Jonathan Livingstone Seagull. Of beter veel beter nog van de Steve Miller Band: "Fly like an eagle".
Op de ene of de andere manier moet het werken.

vrijdag 21 september 2012

Recompensa

Vorig jaar,tijdens een openluchtconcert in Bodrum, stond ik op een gegeven moment naast een man en vrouw van een jaar of zestig. De man kwam me vaag bekend voor maar ik herkende hem niet meteen. Ze spraken Nederlands en onwillekeurig luister je dan even.
"Ik geloof dat ik het wel gezien heb Ribbe. Kom, we gaan!" zei de vrouw.
Ribbe. Zo'n naam vergeet je niet. Ribbe de Beus. Ja, dat kon niet anders. Het was hem. En plotsklaps herinnerde ik me weer heel veel. Waar, wanneer en wat.

Veertig jaar geleden was ik een poosje met hem opgetrokken. We zaten in militaire dienst bij de genie. Van beroep was hij onderhoudsmonteur van vliegtuigmotoren. Als ik me goed herinner op het vliegveld Teuge bij Apeldoorn. En hij was dan ook aanvankelijk op vliegbasis Soesterberg of zo terecht gekomen. Maar om disciplinaire redenen, welke weet ik niet meer, was hij overgeplaatst. Hij was kwaad en zon op wraak. Een heetgebakerde, opstandige vrolijke gozer. Hij zou ze nog wel eens wat laten zien. Ze zouden nog van hem horen.
Een paar maanden later was hij plotseling vertrokken. Nooit meer teruggekomen van weekendverlof. En toen in ieder geval spoorloos verdwenen.

"Hé, Ribbe, dat is een tijdje geleden," begon ik. Hij draaide zich naar me om en herkende me meteen.
We zijn even verderop aan een tafeltje gaan zitten en we vertelden elkaar ons verhaal. Het zijne was enerverender dan het mijne.
Hij had toentertijd een advertentie in de krant gevonden waarin een particulier in het buitenland op zoek was naar een vliegtuigmonteur. Hij had gereageerd.
De particulier bleek in Colombia te wonen en een aardige luchtvloot van Cessnas en Pipers te bezitten. En later kwamen daar een paar helikopters bij. Het ging om zakenvluchten. Vanaf de eerste dag was duidelijk dat die zaken vooral bestonden uit het smokkelen van cocaïne, geld, wapens en mensen. En de kleine laagvliegende toestellen werden bijna nooit door radar opgemerkt. Tonnen cocaïne werden maandelijks naar de VS gevlogen. Miljarden werden verdiend. Maar het kon hem allemaal niets schelen. Hij kon toch niet terug naar Nederland en hij verdiende heel erg goed.
En nu was hij, bijna noodgedwongen, op vakantie. Hij was werkeloos, woonde in Spanje en kon op dat moment ook niet meer terug naar Colombia. De Amerikaanse en Colombiaanse autoriteiten hadden de laatste jaren hun inspanningen geïntensiveerd en waren succesvol in de drugsbestrijding geweest. Veel drugskartels waren opgedoekt. Drugsbaronnen gearresteerd of gedood. Verraden voor clementie of verkocht voor een beloning. En bijna al "zijn" vliegtuigen en helikopters waren vernietigd of in beslaggenomen. En dat was nog het ergste.
Eigenlijk vond hij wel dat hij lang genoeg gewerkt had. AOW zat er niet in, maar hij had voldoende opzij gelegd. En hij had nog één dingetje lopen. Daarna zou hij rustig van zijn oude dag kunnen gaan genieten, hoopte hij.
"En jij?" vroeg hij. Meer uit beleefdheid dan uit interesse. En hij leek totaal ergens anders te zijn met zijn gedachten. En op een antwoord leek hij ook niet te zitten wachten. Even later namen we zonder iets afgesproken te hebben afscheid van elkaar.
Deze week verschenen er berichten in de internationale pers dat de "laatste kartelbaas" van Colombia in het buurland Venezuela, na een tip, door de Amerikaanse inlichtingendienst was opgespoord en gearresteerd. Op het hoofd van Daniel Barrera (El Loco) stond 8 miljoen dollar.

woensdag 19 september 2012

Dockers

Het woord globaal vind ik een mooi woord.
Het wekt bij mij positieve gedachten over het delen van kennis, welvaart, welzijn, bronnen etc. door mensen over de hele wereld.
Vroeger betekende globaal eigenlijk vaak zoiets als "grove schatting" of "over het geheel genomen" of "niet nauwkeurig".
De betekenis "wereldwijd" of nog breder "algemeen" is veel later in de mode gekomen. En het afgeleide globalisering werd "op één manier in één vorm wereldwijd toepassen". Deze vorm doet wat mij betreft echter veel minder vriendelijk aan.
De begrippen globalisering en mondialisering worden als synoniemen door elkaar gebruikt. Hoewel mondialisering vaak gezien wordt als de kapitalistische vorm van globalisering en daartegen zijn weer globaal veel protesten geuit.
In het anti-globalisme krijgen de vrije markt en de multinationals en banken het vooral te verduren. De kritiek is te begrijpen en doet sympathiek aan. Het waarschuwt tegen het verdwijnen van de locale cultuur en economie. Maar helaas is verdere mondialisering niet te voorkomen. Het zou ook niet eerlijk zijn als mensen in bepaalde landen of culturen de verworvenheden van de moderne tijd ontzegd zouden worden.
Er zijn vele definities voor het begrip globalisering maar ik houd het op een proces van economische, culturele en politieke integratie.

Een jaar of vijf geleden kocht ik hier in Turkije een paar stevige boots. Enige tijd terug bleek de zool van een van de schoenen gescheurd. Omdat ze erg lekker zaten besloot ik te proberen hetzelfde model weer aan te schaffen. Pogingen gedaan in winkels en via internet maar hetzelfde model bleek niet meer voor handen. Goed, dan zie ik wel, dacht ik.

Een paar maanden later bracht ik een bezoek aan Nederland. En tijdens dat bezoek zocht ik naar mijn schoenen. Maar helaas, niet meer te verkrijgen. Ik deed een laatste poging via internet. En via de Duitse verkoopsite van eBay vond ik mijn gewenste boots. Niet helemaal hetzelfde maar wel nagenoeg en zonder verzendkosten en eventueel gratis retour.
De handelaar uit Berlijn had een Chinese naam, Guixian Guo. De schoenen kwamen in originele verpakking van een in- en exportbedrijf uit Istanbul. En dat bedrijf had ze uit India laten komen waar ze gemaakt waren. Waar alle grondstoffen vandaan komen is me niet bekend.
Ik heb geen idee wat men in India voor de boots moet betalen maar in Turkije kostten ze 139 TL oftewel 63 €. De verkoopprijs stond op de schoenendoos. Een vergelijkbaar paar in de winkel in Nederland kostte 99 € en via eBay betaalde ik 48,95 €.
Enkele dagen later wilde ik weer terug naar Turkije. Een ticket Amsterdam-Milas kostte bij het ticketverkoopkantoor 149 €. Maar via een Engels bureau kocht ik een biljet voor 99 €. Op de dag van vertrek kreeg ik een lift aangeboden en met een Japanse wagen reed ik naar Schiphol hetgeen me een besparing van bus- en treinkosten opleverde van 30,30 €. Samen met mijn schoenen had ik zo 93,35 € bespaard.
Dat zijn de voordelen van globalisering. Een reisje Amsterdam-Milas voor 5,65 €. Of 45,40 € toe op een paar Dockers.
Is globalisering dan toch alleen maar een economische aangelegenheid?

maandag 17 september 2012

Verdwenen

Een vroege, lange wandeling moest het worden. Ik wilde langs het strand lopen, over de rotsen klauteren, naar de zee kijken, passerende schepen observeren, vogels en vissen spotten. Gewoon een strandwandeling die ik wel vaker maak. Maar nu ergens waar ik niet zo vaak kwam. Ik reed met de auto naar mijn startpunt.
Het begon net een beetje licht te worden, zodat ik in ieder geval zou kunnen zien waar ik liep. En ik zou nog ongeveer een uurtje of twee de tijd hebben voor de zon op zou komen en het warm zou worden. Voor mij de mooiste uren van de dag.
Vanaf de plaats waar ik mijn auto had geparkeerd liep ik een smal paadje af naar het strand. Aan het eind lagen twee grote kortharige bruine honden van een onduidelijke soort in het zand. Zwerfhonden die daar de nacht hadden doorgebracht.
Toen ik aan kwam lopen stonden ze op. Ze rekten zich eens uit, stonden heel even op hoge poten, schudden het losse zand uit hun vacht en kwamen verkennend op me af. Wederzijds geen gevaar duchtend namen de honden heel even nieuwsgierig mijn lucht op en aaide ik hen even over hun kop.
Ik stond aan het water van een flinke baai met een mooi zandstrand en aan beide uiteinden begrensd door een uitspringende rotsformatie. Geruime tijd nam ik de omgeving in me op. Toen koos ik links en ging op weg voor een normale strandwandeling.
De waterlijn volgend over de natte nog tamelijk harde strook zand. Kijkend, rapend, ruikend, diep ademend, branding ontwijkend met een tweetal bruine zwerfhonden als gezelschap die af en toe een stok vonden om weggegooid te laten worden. Zo liepen we een minuut of twintig tot aan het rotspunt dat de grens van de baai markeerde.
Ik klauterde verder om te zien wat me "om de hoek" geopenbaard zou worden. Hier, voorbij dit punt, was ik nooit eerder geweest.
Op een van de rotsblokken zat een man in de verte te turen. Althans zo leek het. Misschien zat hij voor zich uit te staren en zag hij helemaal niets. Ik moest vlak langs hem heen lopen voor de enige begaanbare route en ik wenste hem goede morgen. Er kwam geen antwoord. Ach, kennelijk zo diep in gedachten verzonken dat hij me niet had gehoord. Of wellicht wilde hij zijn gedachtengang niet laten onderbreken.
Aan de andere kant van de rotspunt afklauterend vervolgde ik mijn weg. De honden hadden genoeg gelopen, ze hadden geen zin meer en bleven achter.
Na een klein half uurtje kwam ik bij een eenzaam, stil restaurantje. Ik had op een kop koffie of glas thee met simit gehoopt maar er zat geen leven in de brouwerij. Naast het houten bouwwerk lag op een bank een man te slapen. Lekker laten liggen, dacht ik.
Genoeg. En ik keerde op mijn schreden. Af en toe hoorde ik honden blaffen. Bij de rotspunt? Daar teruggekomen was de "denker" verdwenen. Dicht bij waar de man gezeten had lagen een paar houten slippers in het zand onderaan de rotsen. Mooie, bijzondere exemplaren met een dikke houten zool en bewerkte leren band. Verder was er niets!
Ik keek uit over de zee.
De honden kwamen blaffend aanrennen. Ik zag geen zwemmer. Was hij het water ingelopen om nooit meer terug te komen? Geen kleding te zien. Moest ik me iets verwijten? Had ik het kunnen voorkomen?
Toen kwam er langs het strand hijgend een oudere vrouw aansnellen.
"Heeft u mijn schoenen gezien?" kon ze met moeite uitbrengen.
Twee honden blaften vrolijk.

zaterdag 15 september 2012

Narco submarines

Tony P. zat in het restaurant van de Marina. Hij had heel weinig oog voor zijn omgeving. Hij roerde onophoudelijk in zijn onaangeraakte koffie. Hij was in diep gepeins verzonken.
Al meer dan twintig jaar voer hij met betalende gasten over de Middellandse Zee. Vaak vanuit Turkije. 's Zomers vooral. Maar ook in voor- en naseizoen maakte hij tochten met toeristen. Een dag, een week of een maand. Tony was overal voor te porren. Hij hield van de zee. En een dag niet gevaren was een dag niet geleefd. Fantastische jaren had hij beleefd op zijn "Wonder". Een 81 ft houten zeiljacht, met 350m2 zeiloppervlak, twee Volvo dieselmotoren, 4 zeer grote gastencabines en verder alles maar dan ook alles erop en eraan. Hij had goed verdiend en er goed van geleefd.
Maar plotseling was zijn wereld veranderd en moest hij dringend op zoek naar een oplossing van zijn serieuze problemen.
Zijn vrouw, met wie hij al die jaren samen gevaren had, was enkele weken geleden plotseling afgestapt. Ze had genoeg van het water. En onlangs had hij bericht van haar advocaat gekregen dat ze wilde scheiden en aanspraak maakte op de helft van hun "bedrijf". Waar zou hij dat vandaan moeten halen?
"De bodem hoeft er niet uit, hoor!" waarschuwde de ober van het restaurant. Nog steeds zat Tony met zijn blik op oneindig zijn koffie rond te sturen. Hij keek even verstoord op en zijn blik gleed even over de tv. "Hm, National Geographic." Hij keek nog eventjes maar zonder dat er eigenlijk iets tot hem doordrong.
Goed, hij stapte maar eens op. Hij liet zijn nu koude koffie staan, rekende af en wandelde richting steigers.

De volgende morgen kreeg Tony een telefoontje van de advocaat van zijn vrouw waarin die mededeelde dat zijn cliënte haast wilde maken. Ze wenste dat het "bedrijf" zo snel mogelijk verkocht zou worden om haar deel van de opbrengst te kunnen ontvangen.
Tony was desperaat. Hij stuurde zijn bemanning die dag alleen de zee op met een lading toeristen. Zelf bleef hij aan wal. Iets wat hij vrijwel nooit deed.
Hij zocht zijn plekje in het restaurant weer op. Hij bestelde koffie. Zijn hersens maalden. Hoe zou hij ooit zijn "Wonder" kunnen verkopen? Lenen wilde hij absoluut niet. De helft overdoen aan een vriend? Aan zijn bemanning? Nee, dat ging hij niet doen. Altijd eigen baas geweest. En dat wilde hij zo houden. Dan ging hij liever met boot en al naar de kelder. Het bleef knagen in zijn hoofd. Er was iets. Een sprankje hoop. Maar hij kreeg het nog niet duidelijk. Het zat aan de oppervlakte maar kwam niet boven water.
De tv stond zoals altijd aan. De politie was op zoek naar een ondergedoken journalist. Ondergedoken? Ondergedoken! Dat was het. Hij had het. De documentaire van de vorige dag van National Geographic ging over drugssmokkel per onderzeeër.
Zou hij éénmalig? Het plan vormde zich onmiddellijk. Hij zou zijn vrouw om enige maanden respijt vragen. Hij had vaker een aanbod van louche types gehad om heroïne te vervoeren. Nooit was hij er op ingegaan. Maar nu? Een uiterst pijnlijk dilemma. Tony was ten einde raad. Hij zou van een kunststof container een onder water transportmiddel maken, met waterinlaat, met remote om een zelfopblazende drijver te activeren, met een eenvoudige telefoon voor plaatsbepaling in geval val het moeten kappen van de tros.... Zijn fantasie leek op hol te slaan.

In Palermo had hij zijn verdiensten bij vijf verschillende banken ondergebracht. Tijdens de tocht had hij doodsangsten uitgestaan. Werkte alles wel? Was de apparatuur betrouwbaar? Zou hij zijn geld wel krijgen? Een straatwaarde van misschien een paar miljoen dollar. Zouden ze hem wel in leven laten?
Bij terugkomst in Turkije stond er iemand op de steiger op hem te wachten.
"Tony, wil je me nog terug?"