vrijdag 29 april 2011

De Senegalees

Een foto in een tijdschrift deed mij mijn wenkbrauwen fronsen. Het was een foto van een neger die bij de invasie van de geallieerde troepen op het schiereiland bij Gelibolu gemaakt was. Het was een foto uit 1915.
Ik kende de slag om Çanakkale van 18 maart 1915. Ik kende ook het vervolg. Ik ben er ook op bezoek geweest. De foto herinnerde me aan die dag en aan de vreemde gedachte die ik toen had.
Ik heb er een bustour gemaakt en een rondleiding gehad en ik heb alle forten, begraafplaatsen, gedenktekens, musea en het herdenkingspark bezocht. Dat was al weer een aantal jaren geleden. En toch verbaast me dan ieder jaar weer de aandacht die er in de pers aan de gebeurtenissen gegeven wordt. Dat is lange tijd niet zo geweest heb ik me laten vertellen. Over het waarom dat dit de laatste 25 jaar steeds meer is toegenomen zijn allerlei theorieën in omloop, maar dat is in dit verhaal eigenlijk niet van belang. Er komen jaarlijks honderdduizenden bezoekers van Australische nazaten van soldaten tot reisgezelschappen van over de hele wereld, van excursies van schoolkinderen tot deelnemers aan familie-uitstapjes.
Ik heb de geschiedenis in verschillende bronnen nog eens nagelezen en leerde ook waar de man op de foto vandaan kwam. Het was een soldaat uit Senegal. Senegal was destijds een Franse kolonie en streed mee met de geallieerden tegen Turkije. Turkije had in de Eerste Wereldoorlog de kant van de Duitsers gekozen. En de geallieerden wilden via de Dardanellen hun Russische bondgenoten ondersteunen in hun strijd. En eigenlijk niet zo heel vreemd, maar toch opmerkelijk streden aan geallieerde kant Engeland met Australië, Nieuw-Zeeland, Newfoundland en Gurkha’s uit India en Ieren samen met de Fransen en hun koloniale troepen uit Senegal en Noord-Afrika tegen de door Duitsers ondersteunde Turken.
Geschiedenis zorgt bijna altijd voor romantisering en verfraaiing van de strijd. Maar dat is evident en ook het verhaal niet. En dat er opmerkelijke, uitzonderlijke prestaties geleverd zijn door de Turkse (eigenlijk nog Osmaanse) eenheden is absoluut een feit.
Aan beide kanten vielen heel veel slachtoffers. Onder de geallieerden vielen meer dan 50.000 doden en onder de Turken waarschijnlijk nog meer in een strijd die duurde van 18 maart 1915 tot 9 januari 1916.
Er zijn in de loop der jaren steeds meer verhalen en mythes in omloop gekomen. Over vriendschappen tussen soldaten van de twee kampen, over hulp aan gewonden en over Atatürk. Atatürk was toen luitenant-kolonel van een divisie, later generaal en opperbevelhebber van de strijdkrachten en is veelvuldig geroemd voor zijn optreden tijdens de strijd.
Tijdens een aanval van de geallieerden werd hij door een granaatscherf in zijn borst geraakt (kan ook een kogel geweest zijn) maar een zakhorloge redde zijn leven.
Opmerkelijk hoe een zakhorloge de geschiedenis van een land en misschien wel van heel Europa kon bepalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten