dinsdag 27 maart 2012

Vezels

Achter het woonpark stonden nog steeds de door de aannemer gebouwde nachtverblijven van de arbeiders. Er was zelfs een douche en een toilet (gat in de grond met een paar muurtjes eromheen) aangelegd. En eerlijk is eerlijk, het kon slechter.
Toen de bouw jaren geleden klaar was en de site opgeleverd kon worden, bleven de gebouwtjes gewoon staan. De aannemer was ze klaarblijkelijk 'vergeten'. Jarenlang werden ze gebruikt door arbeiders die ergens in de buurt aan het werk waren en zo een goedkope slaapplaats hadden. Of door loslopende honden die beschutting zochten tegen het slechte weer, ja dat is er ook weleens in het zuiden van Turkije.
Op een gegeven moment had één van de bewoners van de site er genoeg van en nam contact op met de aannemer. En na wat aandringen heeft die de dakbedekking van de verblijven laten verwijderen zodat er geen vreemde elementen meer in de buurt zouden ronddwalen op zoek naar een plekje om te overnachten.
De daken bestonden uit een paar houten balken met daar bovenop asbestplaten. Slopers verwijderden de asbestplaten zonder ook maar enige voorzorgsmaatregelen te nemen. Het kankerverwekkende gevaar van de asbestvezels is nauwelijks bekend en voorschriften voor de verwijdering zijn er niet. Met tamelijk grof geweld werden de platen losgetrokken. Daarbij sneuvelde er een flink aantal en de stukken werden gewoon op de grond gesmeten. Alleen de heel gebleven platen werden afgevoerd om ergens te hergebruiken. De overige restanten bleven achter. Werden kapot getrapt en men keek er niet meer naar om. Werden als het ware in de grond gestampt zoals ze dat ooit in Nederland rondom Goor deden meen ik waar een grote asbestfabriek stond. Wegen werden ermee verhard of aangelegd. Maar nu zou men toch beter moeten weten. Ook hier in Turkije.

Iets verderop, richting strand, werd een huisje met enkele schuurtjes afgebroken. Er werd plaatsgemaakt voor een nieuwe grote woning. Achter in de tuin werd een enorme kuil gegraven. Een enorme berg uitgegraven grond kwam er te liggen. Aanvankelijk verbaasde ik me enigszins en zag de zin van de actie niet direct in. Tot ik me realiseerde dat het een tamelijk gebruikelijke manier is om van je sloopmaterialen en restanten af te komen. Ik had het vaker gezien maar bleef het toch een vreemde manier van afvalverwerking vinden. Afvoer is niet nodig. Alle puin en aanverwante artikelen verdwijnt in de kuil. Maar dus ook de asbestplaten die van de schuren waren gekomen. Arbeiders hadden die zonder welke bescherming dan ook verwijderd. Toen alle afval, rotzooi, puin, plastic, gips- en asbestplaten verdwenen waren, kwam de power shovel en schoof de uitgegraven grond over de overblijfselen. Enige tijd later was alles aan het oog onttrokken. Opgeruimd staat netjes.

Een jaar of twintig geleden kon je in Nederland goudgeld verdienen met klussen in de asbestverwijdering. Ook toen al werden alle wettelijk voorgeschreven maatregelen getroffen en als een soort Michelin mannetje stond je dan in je witte overall met capuchon en masker op asbest te slopen. Het afval werd netjes in speciaal plastic verpakt en naar het gemeentelijk afvalverwerkingsbedrijf afgevoerd. Ontzettend bang was men voor de gevaren van losse vezels. Per dag 1000 guldentjes was beslist geen uitzondering. De slopers waren ervan overtuigd dat er niets kon gebeuren. OK er werd altijd beweerd dat de eerste tekenen van longvliesproblemen zich pas na een jaar of vijfentwintig manifesteren. Wie dan leeft dan zorgt. Die jongens van toen hebben dus misschien nog enkele jaren te gaan als destijds de bescherming onvoldoende is geweest. Maar in elk geval waren alle voorzorgsmaatregelen getroffen. Na een paar weken konden ze een nieuwe auto kopen.

Daaraan denkend krijg ik zo'n raar gevoel. Twintig jaar geleden werden deze slopers al totaal ingepakt. Geen vezeltje konden ze inademen. Hier in Turkije , nog steeds, werken arbeiders zonder enige bescherming en weten nergens van. Levensgevaarlijk en voor misschien 50 TL (20 €) per dag.
Is een mensenleven in Turkije niet zo veel waard? Hoeft het niet beschermd te worden? Of komt het doordat de meeste bouwarbeiders Koerden zijn?

dinsdag 20 maart 2012

Sociale contacten

Het is nog winter in Turkije. Ergens in het noorden van het land liggen een houtsnip en een wild zwijn onder wat struiken te schuilen voor een hevige sneeuwstorm.
Ze raken in gesprek en zoals dat wel vaker gaat in de dierenwereld vertellen ze elkaar wat sterke verhalen over wat ze allemaal meegemaakt hebben en hoe ze met hun egokwaliteiten de problemen van het leven te lijf zijn gegaan.
Daarna zijn ze even stil.
"Weet je," zegt de houtsnip dan, "dat wij houtsnippen eigenlijk op een veel hogere trede van de ladder der dierenverhevenheid staan dan jullie zwijnen?"
"Ach, kom op," antwoord het zwijn, "hoe zou je mij dat duidelijk willen maken?"
"Wel heel eenvoudig. Wij houtsnippen staan al eeuwenlang op het menu van sultans, prinsen, edelen, ministers en nieuwe rijken. En jullie zwijnen zijn onrein en mogen al eeuwenlang nieteens gegeten worden."
"OK," geeft het zwijn toe. "Maar van een houtsnip kan je nog altijd geen zadel of een waterzak of een paar schoenen of hele kostbare penselen maken. En trouwens, het feit dat wij niet gegeten mogen worden omdat we haram zouden zijn, wil nog niet zeggen dat het ook niet gebeurt. Dat gebeurt namelijk wel degelijk heel vaak. Dat verbod maakt het voor eventuele overtreders van de voorschriften veel spannender en maakt het vlees lekkerder en gewilder."
"Ja, op dat punt heb je misschien wel gelijk," geeft de houtsnip toe.
"Maar in ieder geval hoeven we ons daar vandaag geen zorgen over te maken. Het is vandaag maandag en dus mag er sowieso niet gejaagd worden."
"Zo is het," beaamt het zwijn.
"Het sneeuwt niet meer. Ik ga maar eens verder."

Facebook en Twitter worden tegen je gebruikt. Niets is meer privé of geheim. Overal ben je te traceren. Bij een sollicitatie worden je accounts nageplozen op onwenselijke oprispingen uit je verleden die je destijds in je jeugdige overmoed met anderen wilde delen. De consequenties werden niet overzien of er werd heel nonchalant over gedaan. Maar als het tegen je gebruikt wordt, komt berouw na de zonde. En een vergissing is snel gemaakt.

De winter liep op haar eind. Ergens in het noorden van Turkije ging een jongeman op jacht. Het was een succesvolle dag voor hem. Het sneeuwde en het was bitter koud. Maar dat was hij snel vergeten toen hij binnen een paar uur twee jonge wilde zwijnen en twee houtsnippen schoot.
Hij was trots op zichzelf. Zo'n mooie jachtpartij had hij nog maar zelden meegemaakt. Opgewonden door zijn bloederige buit vroeg hij een collega-jager hem met zijn trofeeën op zijn mobieltje te vereeuwigen. Thuisgekomen kon de jeugdige jager het niet laten zijn succes met anderen te delen. Hij zette zijn jachtfoto's op zijn Facebookpagina.
Op een vraag van een van zijn vrienden antwoordde de jager dat hij die maandag een super jacht had gehad.
Maandag? Het bericht kwam onder ogen van een dierenliefbeschermer die vervolgens aangifte van overtreding van de jachtwet door de jager deed.
Onlangs werd de jager veroordeeld tot het betalen van een boete van in totaal 1976 TL. Na onderzoek was namelijk gebleken dat hij geen jachtvergunning had: 406 TL. De jacht vond plaats op een dag dat er niet gejaagd mocht worden: 270 TL. Het schieten van twee wilde zwijnen: 600 TL. En tenslotte het schieten van twee houtsnippen: 700 TL.
Of de houtsnip, die kennelijk gelijk had, tot de slachtoffers behoorde vertelt het verhaal niet.

woensdag 14 maart 2012

Omaatje lief

Zijn oma was dol op chocola en Umit was even bij haar langsgekomen met een mooie doos pralines. Samen zaten ze even naar de tv te kijken.
Een paar straten verderop was de vorige avond een overval geweest op een buurtwinkel. Er werden beelden vertoond die door de camera in de winkel gemaakt waren. De overvaller gekleed in spijkerbroek en sweater met capuchon kwam tamelijk duidelijk in beeld. Op zijn rechter neusvleugel zat een grote wrat en zijn linker wang vertoonde een groot litteken. Hij verdoofde de winkelier snel en onverwachts met iets wat hij in een plastic zak had. Hij haalde de kassa leeg en wandelde naar buiten waarbij opviel dat hij een stijf been had.
Volgens de commentator was dit de derde vrijwel identieke overval in Istanbul in de laatste vier maanden.
"Allah, Allah," was het enige dat oma uitbracht. Umit deed er het zwijgen toe.

Umit was als baby met zijn ouders naar Nederland verhuisd, waar zijn vader werk in een machinefabriek had gevonden en zijn moeder als schoonmaakster en koffiejuffrouw op een groot kantoor werkte. Umit en zijn twee broertjes werden verzorgd door een zus van zijn vader die al een aantal jaren eerder naar Nederland was getrokken. Hij kon niet zo goed met zijn tante overweg en ook op school was hij een tamelijk moeilijk kind. Op een gegeven moment ging het zo verkeerd met hem dat vader besloot hem naar oma in Turkije te brengen.

Oma zorgde fantastisch voor hem maar toch liep het ook daar niet allemaal op rolletjes voor Umit. School vond ie niks en hij hielp liever zijn oom met allerlei klusjes in diens appartementencomplex. Maar zijn oom betaalde hem nauwelijks en af en toe wilde Umit toch ook weleens een paar lira's in zijn zak voelen. Zo nu en dan had hij een baantje maar zijn maatschappelijke carrière wilde niet echt vlotten. Telkens liep het werken voor een baas op een teleurstelling uit en telkens werd hij zijns inziens onterecht ontslagen. Umit hield er een soort wrok tegen werkgevers aan over en hij besloot als vrije jongen, als kleine zelfstandige verder te gaan.
Zijn opleiding genoot hij verder op straat en zo kwam hij op het criminele pad terecht. Mijn en dijn kon hij nooit goed onderscheiden maar hij vond zichzelf geen crimineel. Hij meende recht te hebben op sommige zaken en hij had dan ook absoluut geen kwaad geweten.
Hij was nu 28 jaar, ongebonden zonder vrouw of kinderen en hij had een kamer in het appartementsgebouw van zijn oom vlak bij het Taksim.
Soms had hij wat geld. Hij beschikte over een Nederlands paspoort en afgelopen winter was hij weer eens in de gelegenheid geweest zijn familie in Nederland te bezoeken. Dit keer met een vooropgezet plan. Hij had namelijk een heel eenvoudig idee uitgewerkt om op een handige manier winkelovervallen te plegen met maar een uiterst geringe kans daar ooit voor gepakt te zullen worden. Daarvoor deed hij in Nederland een aantal inkopen in een feestartikelenwinkel.

Vier keer had Umit zijn kunstje geflikt. De winkel moest camerabewaking hebben. Maar dat heeft vrijwel elke buurtwinkel in Istanbul. De winkel moest vlakbij een zijstraat zijn om snel aan cameratoezicht te ontkomen. De winkel moest klein zijn zonder extra personeel. Hij hield de winkel een paar dagen in de gaten en bepaalde het meest gunstige tijdstip, meestal 's avonds. Uit de werkkast van zijn oom haalde hij op een doekje een uiterst werkzaam adembenemend middeltje en deed dit in een plastic zakje. In de buurt van de winkel plakte hij de valse wrat en het litteken op en wandelde met stijf been de winkel in. Hij pakte een fles water en liep met een briefje van vijf op de winkelier af. Als deze zijn kassa had geopend hield hij plotseling het geopende plastic zakje onder de man zijn neus. De man zakte in elkaar. Umit leegde de lade en verdween met stijf been de winkel uit. In de zijstraat, buiten het zicht van camera's, trok hij de wrat en het litteken van zijn gezicht en wandelde met normaal been rustig verder. Een paar straten verderop ontdeed hij zich in drie verschillende vuilnisbakken van het plastic zakje, de wrat en het litteken.
Hij deed een paar boodschappen, kocht een doos chocolaatjes en ging naar huis.