donderdag 30 juni 2011

Heimwee

Als je aan  buitenlanders die voor langere tijd in Turkije verblijven vraagt of zij hun eigen land niet missen, antwoorden de meesten met:
Nee hoor, helemaal niet.
Als je nog even verder op het onderwerp doorgaat en doorvraagt wordt het vaak:
Nee hoor, helemaal niet. Maar ......
En soms begint er dan een jeremiade over wat er allemaal zo anders is in Turkije en waar ze allemaal problemen mee hebben. Dat kan het eten zijn. Dat kunnen de Turkse gewoonten zijn. Dat kan de efficiency zijn. Of de infrastructuur. Het feit dat de elektriciteit wel eens uitvalt.
Maar nee, ze hebben geen heimwee. Toch blijkt dat er lang niet zo gemakkelijk afstand genomen kan worden van  een aantal typische dingen uit eigen land. En dan blijkt dat heel vaak over voedingsmiddelen te gaan.
Engelsen die hierheen komen met een koffer vol bacon, saucijzen, sauzen en Engelse sterke drank. En als alles op is, steken ze met de ferry even een dagje over van Bodrum naar Kos in Griekenland om daar in een supermarkt die gericht is op Engelse klandizie, en waar men varkensvlees verkoopt, hun voorraden weer aan te vullen.
Fransen die niet zonder hun eigen kaas of wijn kunnen.
Nederlanders van wie de koffers uitpuilen van de drop, koeken en de Goudse kaas.
In de grote steden in Turkije zijn wel winkels te vinden waar men buitenlandse etenswaren kan kopen. Maar die schijnen schreeuwend duur te zijn. In İzmir is bv. een winkel waar Nederlandse kroketten, frikadellen en bitterballen te verkrijgen zijn. Via internet zijn wel allerlei producten te bestellen, die thuisbezorgd kunnen worden. Maar de keuze is beperkt, ze zijn duur en de verzendkosten zijn hoog.
Familiebezoek aan het vaderland kan dan tijdelijke uitkomst bieden. Met afgeladen koffers komt men weer terug naar Turkije, na bij het inchecken voor hun vlucht een extra betaling gedaan te hebben vanwege te zware bagage.

Voor de Nederlanders tekenden zich de laatste maanden gunstige ontwikkelingen af. Bij enkele grootwinkelbedrijven en hypermarkten was opeens Calvé pindakaas te koop. En meteen werden er zelfs twee soorten tegelijk geïntroduceerd. De ene met grove stukjes noot en de andere zeer fijn gemalen.
Hadden er heel veel Nederlanders naar gevraagd? Of zat er een andere verkoopstrategie achter? Bij een andere supermarktketen waren op een dag zo maar prima smakende stroopwafels te koop. De Nederlandse kolonie in Turkije geeft dit soort zaken snel aan elkaar door en regelmatig slaat men dan ook met zijn hand op een lege plaats. Uitverkocht!
Dit lijkt me toch een vorm van heimwee. Iets van vroeger wil men niet opgeven, iets uit vroeger tijden wil men terug.
Zelf breng ik wel eens iets mee uit Nederland voor anderen, niet voor mezelf. Ik heb genoeg aan wat er in Turkije te koop is. Ik zou er absoluut geen moeite mee hebben als pindakaas en stroopwafels niet meer in de schappen zouden liggen.
Maar nieuwe haring ......

woensdag 29 juni 2011

De blauwe reis

De meeste toeristen die naar de zuidkust of de westkust van Turkije komen hebben wel eens gehoord van de blauwe reis. Gelezen op internet of in de folder van een reisorganisatie of gezien in een vakantieprogramma op de tv.
In het kort komt het hier op neer:
We nemen u mee op een spectaculaire bootreis langs de adembenemende kust van Turkije.
In onze traditionele met zeilen uitgeruste gulet, waarop plaats is voor twaalf passagiers, voeren we u langs de mooiste gedeeltes van de Egeïsche en Middellandse Zeekust.
We doen de prachtigste baaien aan waar u de gelegenheid krijgt om heerlijk te zwemmen en waar we aan land kunnen gaan voor een overweldigende barbecue of voor een fantastische maaltijd in een van de plaatselijke restaurants aan het water.
En zo kan het verhaal nog even doorgaan.

Zelf heb ik nog nooit een dergelijke tocht gemaakt. Ik heb kennissen en vrienden die me regelmatig vragen of ik niet eens een paar daagjes mee wil op hun schip, maar tot nog toe heb ik daar altijd van af kunnen zien en de uitnodiging naast me neer kunnen leggen.
Ik houd erg van zeilen en varen maar een blauwe reis trekt me absoluut niet.
Ik houd er niet van afhankelijk te zijn van beslissingen van een ander. In dit geval de kapitein van het schip.
Ik houd er zeker niet van om meerdere dagen met veelal vreemden op zo’n beperkte oppervlakte op elkaar gepakt te zitten.
Ik vind het uitermate onprettig om ‘s nachts, door de dunne scheepswandjes heen, de mensen in de naastgelegen hut te horen. Waar ze dan ook mee bezig mogen zijn.
Ik houd er eveneens niet van om een toilet, waarin je trouwens je kont niet kan keren zoals mijn vader dat altijd plastisch uitdrukte, te moeten delen met een tiental of meer vreemden.
En ik houd er al helemaal niet van om dagenlang opgesloten te zitten met al die zwetende geoliede blote lijven op het zonnedek van een gulet.
En wat denk je van zwemmen in een baai naast een boot waar om de paar minuten het toilet doorgespoeld wordt en geloosd wordt op het oppervlaktewater vlak naast je?
Nee, bedankt.

Ik heb niets tegen varen of zeilen, maar dan wel op mijn manier. En dat is met z’n tweeën in een bootje van een meter of vijf. Grootzeil en fok. Gaan waar en wanneer ik zelf wil met alleen het geluid van water en wind om me heen i.p.v. het geluid van motor en geklets.
Een dagtocht met een motor- of zeiljacht kan ik heel af en toe nog wel waarderen. Met een klein groepje vrienden of familieleden een paar baaien aandoen. Maar dan weet ik waar ik heen ga. Ik weet wanneer ik weer terug zal zijn. En ik weet wie er aan boord zullen zijn. En één dag is dan lang genoeg.

De blauwe reis was altijd heel populair zowel onder Turken als onder buitenlanders. Maar het imago heeft onlangs een behoorlijke deuk opgelopen met de gebeurtenis met dodelijke afloop op een van de reizen. Voor 5 jonge Russische vrouwen was het hun laatste vakantiereis. Ze stierven na aan boord vergiftigde namaak whisky gedronken te hebben.

dinsdag 28 juni 2011

Migranten

De politieke spanningen in de Arabische wereld hebben ervoor gezorgd dat er weer nieuwe stromen vluchtelingen op gang zijn gekomen. Minister-president Erdoğan verklaarde enige tijd geleden dat iedere Syriër welkom was in Turkije. En we zien dat dagelijks honderden vluchtelingen en ontheemden van de uitnodiging gebruik maken en de grens tussen Syrië en Turkije oversteken. Veelal zijn het vrouwen en kinderen die het geweld ontvluchten en in het Turkse grensgebied opgevangen worden. Ze worden in grote tentenkampen ondergebracht wat weer tot spanningen leidt tussen de twee buurlanden.

In mijn tuin zie ik vaak een tamelijk flinke specht in een oude elektriciteitspaal zitten. Het is een Syrische bonte specht die met de vluchtelingen meegekomen moest zijn, dacht ik in eerste instantie. Maar toen realiseerde ik me dat ik ze eerder ook wel eens gezien had. Net als de kleine bonte specht die ook de elektriciteitspaal vaak opzocht.
Ik dacht altijd dat spechten het liefst oude vermolmde bomen opzochten om daar een gat in te hakken voor een nest of om er te zoeken naar insecten of larven als voedsel. In de elektriciteitspaal maken ze geen nest en er zal ook niet veel te eten zijn. Maar toch hakken en timmeren ze of hun leven ervan afhangt. Ik vind het interessante en mooie vogels.
Turkije is altijd een land geweest waar vluchtelingen terecht konden. Zo kwamen er aan het eind van de Middeleeuwen veel joodse vluchtelingen uit Spanje en Portugal naar Turkije. In hun kielzog brachten ze waarschijnlijk de Europese kanarie met zich mee die zich in alle kustgebieden gevestigd heeft.
Maar meer diersoorten zijn in het verleden door omstandigheden in Turkije terecht gekomen. Toen aan het begin van de christelijke jaartelling de Perzen trachtten Turkije te veroveren, moeten zij het Iraanse luipaard en het Iraanse damhert wel met zich meegebracht hebben.
De nijlschildpad maakte de oversteek vanuit Egypte, omdat het beest daar op de menukaart stond, en kon zo aan consumptie ontkomen.
Migratie van mensen kan grote gevolgen hebben voor de oorspronkelijke bewoners van een land. Europeanen die de hele wereld als hun eigendom beschouwden en zich overal vestigden verdrukten vaak de inheemse bevolking of namen hun plaats in. En in de dierenwereld is het niet anders.
In de 17e eeuw brachten schepen de Amerikaanse eekhoorn mee naar Europa. Het diertje veroverde door zijn leefwijze, zijn postuur en zijn agressie binnen de kortste keren heel Engeland waar de inheemse eekhoorn het moeilijk kreeg en uitstierf. Ook in de rest van Europa is hij de overheersende soort geworden en is ook opgerukt tot in het Europese deel van Turkije.
Een ander voorbeeld is de halsbandparkiet. Waarschijnlijk, volgens mij, meegekomen met vluchtelingen uit tropisch Afrika naar West-Europa. Het beestje heeft zich enorm verspreid, blijkt prima bestand te zijn tegen de weersomstandigheden en heeft zich snel aangepast. In alle grote steden van Europa kom je ze tegen. In 2008 werd het dier ook al in Istanbul gespot. Inheemse soorten kunnen dan soms enigszins in het gedrang komen totdat de leefruimte opnieuw ingedeeld is. En zo zijn er talloze voorbeelden te noemen. Ieder land kent honderden exoten die zich blijvend gevestigd hebben.
Dat heet mondialisering van flora en fauna. En inderdaad kunnen inheemse soorten daar wel eens de dupe van worden. Dat is misschien jammer maar je krijgt er iets anders interessants voor terug. Zo kan je ook tegenover de wereld staan.

maandag 27 juni 2011

Thuis

Vanwege plezierige familie-omstandigheden was ik onlangs enkele dagen in Nederland. En als ik daar kom tegenwoordig kijk ik echt als een buitenlander naar een vreemd land waar hij korte tijd zal doorbrengen. Vanaf het moment dat ik weer voet op aarde zet na een ongeveer 2500 km lange luchtreis komen de verschillen op me af. En tot mijn verbazing vallen die verschillen voor mij steeds vaker negatief uit voor Nederland.
Alles is zogenaamd geregeld en tot in het oneindige georganiseerd. En de beloftes van politici van de laatste tijd van minder bureaucratie en minder regels worden telkens weer met voeten getreden. Er komen alleen maar meer regels, meer voorwaarden, meer voorschriften, meer belemmeringen en meer beperkingen bij.
Als je bv. buitenlands geld om wilt wisselen naar euro's (ik had dollars bij me) kan dat niet meer bij banken en postkantoren. Ja, misschien in Amsterdam, maar in kleinere plaatsen en steden is dat onmogelijk geworden. Het zou gedaan zijn om berovingen te voorkomen werd me in verschillende banken meegedeeld. En Nederlands geld dan? Op die vraag kreeg ik geen sluitend antwoord. Nee als je geld wilt wisselen moet je naar een stad waar een GWK, een grenswisselkantoor, is.
Als je wat extra huisvuil hebt, of tuinafval, moet je het zelf naar een verzamelpunt brengen waar je dan je knipkaart of je stempelkaart moet tonen. Hoeveel keer bent u al geweest? Oh, al twee keer? Ja dan moet u nu wel betalen.
Als je een plaatsbewijs voor het openbaar vervoer wilt bemachtigen, krijg je te horen dat je een ov-kaart moet kopen. Iemand anders verzekert je dat het een chipkaart moet zijn en dan blijkt het ook met een strippenkaart te kunnen op sommige plaatsen. Zelfs een kaartje kopen bij de bestuurder is nog mogelijk.
Als je in het buitengebied woont en naar het gemeentehuis wilt om bv. je rijbewijs te verlengen moet je soms wel 30 km reizen met het openbaar vervoer dat beslist niet op elkaar aansluit.
Ergernissen dus. En die zijn er legio en het worden er steeds meer. En het politieke klimaat laten we maar helemaal buiten beschouwing. Iedere keer als ik naar Nederland ga neem ik me voor niet langer dan een week te zullen blijven. Maar dat is praktisch vaak onmogelijk. Want als je iets moet regelen bij een instantie moet je afspraken maken, er zijn wachtlijsten, er zijn beperkte openingstijden of de dienst is op maandag en/of vrijdag gesloten.
De terugreis maakte veel goed. Het was weer genoeg geweest en ik ging weer naar huis. In het vliegtuig van een Nederlandse reisorganisatie met bijna alleen maar vakantiegangers kreeg ik een plaats aan het gangpad toebedeeld. Lange tijd bleven de stoelen naast mij leeg, aar op het allerlaatste moment, net voor de deuren van het vliegtuig gesloten werden, kwamen er nog twee jonge jongens, jonge mannen aanhollen. Turken zo te horen. En hun plaatsen waren inderdaad naast mij.
In mijn beste Turks heette ik ze welkom en met wat eenvoudige begroetingswoorden stond ik op en liet ze hun plaats innemen.
"Weer terug naar het vaderland, oompje," vroeg de man die naast me was gaan zitten in het Turks.
Dat deed me goed en hoewel we nog 2500 km moesten vliegen, voelde ik me al weer thuis.

zaterdag 25 juni 2011

Planken

Internet en sociale netwerken zoals bv. Facebook, Hyves, Myspace, Netlog en sociale media zoals bv. Twitter, Blogger, Youtube zijn niet meer uit ons dagelijks leven weg te denken. Als ik iets opzoek op internet heb ik geen idee wat ik doe. Als ik een document moet versturen moet ik mijn aantekeningen erbij nemen om op te zoeken welke handelingen ik moet verrichten. Ik ben een echte digibeet. Wel kan ik via Google, Bing of Yahoo eigenlijk alle informatie vinden die ik nodig heb. Spelletjes heb ik nooit van mijn leven op de computer gedaan. E-mail versturen daarentegen doe ik dagelijks.

Het belang en de macht van die mogelijkheden zijn niet te onderschatten. De opstanden in de Arabische wereld bv. zouden zich niet op de huidige schaal voorgedaan hebben als internet er niet geweest was. Vooral de Egyptische revolutie is een internet revolutie. Iedereen kan het gebruiken zonder te weten hoe het werkt.
Zo ook Wilders en orthodoxe moslims die eigenlijk constant met elkaar in contact staan via alle berichten. Zo blijven ze in het nieuws en maken ze eigenlijk reclame voor elkaar.
Maar er worden natuurlijk heel veel minder belangwekkende zaken met elkaar gedeeld, uitgewisseld, afspraken gemaakt, oproepen geplaatst en nog veel meer dingen waar ik geen benul van heb.
Allerlei vreemde hobby’s of activiteiten kunnen zich zo maar over de hele wereld verspreiden en soms binnen enkele weken een grote rage worden. Een van de laatste die ik tegenkwam en aanvankelijk helemaal niet begreep is planking. Ik meen geïntroduceerd in Australië maar nu wereldwijd beoefend. Je gaat voorover liggen, plat op je buik en met je gezicht op de grond en armen langs je lijf. Je blijft even doodstil liggen. Iemand maakt daar een foto van en die zet je op Facebook of een ander netwerk. The Lying Down Game zoals het in Australië heet is ongevaarlijk. Wel zijn er mensen ontslagen door hun baas omdat ze te lang bleven liggen.
Een andere is de flashmob. Als ik het goed heb wordt dan door een flink aantal mensen afgesproken om op een bepaalde tijd ergens op een plein of in een winkelcentrum onopvallend aanwezig te zijn. En op een bepaald signaal begint iedereen te dansen, soms vooraf ingestudeerd of een andere ongebruikelijke gezamenlijke handeling te verrichten. Plotseling is het voorbij en iedereen vertrekt.
Een al wat oudere was happy slapping, waarbij een willekeurig persoon zo maar door een groep jongeren in elkaar werd geslagen en de beelden ervan werden op internet verspreid.
Car surfing of urban surfing waarbij je stunts uithaalt op een rijdende auto, plotseling blijven staan op een kruispunt en de lipdub (het met een grote groep mensen playbacken van een bekend liedje waarvan dan in 1 take een filmpje wordt gemaakt dat uiteraard op internet komt te staan) zijn nog een paar voorbeelden.
Het kan ook wel eens misgaan. Ernstig mis bij car of train surfing minder ernstig als je je vrienden uitnodigt voor een feestje en de uitnodiging voor iedereen te lezen is op internet. Dan kan het gebeuren dat er opeens 1000 man in je tuin staan.

Maar de aardigste van deze bezigheden vind ik toch planking. Hoe vreemder de plaats des te beter. En ik kreeg opeens een hallucinatie. Ik zag plotseling alle geachte afgevaardigden van de PVV, dus ook de heer Wilders, bij elk debat of bij elke stemming in de Tweede Kamer naast elkaar een houding aannemen om te planken. Ze liggen bewegingsloos voorover over hun stoelen zonder te reageren of te praten. En bij marathonzittingen doen ze een poging het record planken te verbeteren.

vrijdag 24 juni 2011

EHEC


Was het weer een hype? Of was er nu werkelijk een bedreigende situatie ontstaan?
Ik heb het over de besmetting met de EHEC-bacterie. De afgelopen weken is er grote ophef over gemaakt met allerlei sensationele artikelen in de landelijke en internationale pers. Het ene scenario nog bedreigender en afschrikwekkender dan het andere. De verslaggeving lijkt een uiting van sensatiezucht. Of moet je groot uitpakking om een beetje aandacht te krijgen? Is de bevolking met bv. de berichtgeving en bangmakerij over vogelgriep en Mexicaanse griep nog vers in het geheugen minder snel bang geworden? En moeten daarom de verhalen over ziekenhuis bacterie, nutteloze antibiotica en de EHEC-bacterie nog schreeuwender?
Bij de Mexicaanse griep die volgens deskundigen pandemonische vormen aan zou nemen vielen in Nederland ongeveer 80 doden, terwijl het dodental bij de jaarlijkse griep wel 2000 kan bedragen. Bij de vogelgriep in Turkije stierven 3 kinderen terwijl veel meer doden voorspeld waren. De voorspellingen zaten er naast. Daarbij kwam natuurlijk het verhaal dat de farmaceutische industrie er wel eens achter zou kunnen zitten. Door het verhaal op te blazen werd wereldwijd een gigantische hoeveelheid Antiflu geproduceerd en verkocht, big business. En de rol van sommige deskundigen werd ernstig in twijfel getrokken.
Vandaar dat de nieuwe bacterie door de pers met enthousiasme werd ontvangen. Hoe zouden de autoriteiten reageren? De besmetting deed zich het eerste voor in Duitsland en heeft zich naar een 15-tal landen verspreid. Er zijn ongeveer 4000 mensen besmet geraakt en er zijn 43 patiënten overleden. Het aantal nieuwe gevallen van besmetting neemt af.
De mogelijke besmettingsbron was aanvankelijk de komkommer. Nederlandse komkommers, geteeld op een bedrijf in Spanje. Voor de zekerheid werden ook de sla en tomaten maar even als mogelijke bron genoemd.
Het gevolg was dat tuinders hun producten niet meer kwijt konden, grote hoeveelheden groenten werden vernietigd en enkele landen een importverbod afkondigden. Al snel bleek het niet de bron te zijn. Wel kwamen veel tuinders in financiële problemen.
Nee, het waren de braadworsten die in een Duits restaurant genuttigd waren. Een aantal gasten was besmet geraakt. Ook dat bleek niet juist, maar voor de restauranthouder was het kwaad al geschied.
Op internet las ik het verhaal dat het wel een terroristische aanslag van Al Qaida zou kunnen zijn als vergelding voor het doden van Osama bin Laden. Ook niet dus.
In een Turkse krant las ik een stuk over hoe eenvoudig deze bacterie te gebruiken zou zijn in de biologische oorlogsvoering. Het vergiftigen van drinkwater, zoals in vroegere oorlogen gebruikt, zou een klein kunstje zijn.
Nu blijkt dat de bron van de verspreiding een Duits biobedrijf is waar kiemgroenten worden geteeld. Spruiten van taugé, erwten of bieten zijn de boosdoeners naar alle waarschijnlijkheid.
De snelle grootschalige wereldhandel heeft mogelijke verspreiding van deze bacterie, maar dit geldt voor bijna elke andere besmettelijke ziekte, vergemakkelijkt. Ook deze kiemgroenten kunnen eenvoudig over de hele wereld reizen. En eigenlijk is het verbazingwekkend dat een echte wereldramp, zoals soms te zien in futuristische films, zich nog niet echt heeft voorgedaan. Komt dat dan toch door de snelle en aandachttrekkende schreeuwerige berichtgeving in de media?

donderdag 23 juni 2011

Dienstplicht

Maandag werd ik gebeld door Nederlandse kennissen. Of ik op tv. het item gezien had over homo's in het Turkse leger en hun keuring als dienstplichtige. Wat een bizar en ranzig gedoe, werd er gezegd. Nee, ik had het niet gezien maar ik heb daar vaker iets over gelezen.

In Turkije is het vervullen van je dienstplicht nog steeds iets om trots op te zijn. Ondanks de tanende macht en invloed van het leger, dat eigenlijk heel lang het land heeft 'geregeerd', worden jongeren die in dienst gaan daarvoor gerespecteerd.
Het dienstweigeren is meestal geen optie. Weigeraars zijn een soort paria's in de Turkse samenleving. Je kunt een gevangenisstraf krijgen tussen 1 en 3 jaar., waarna je soms alsnog in dienst moet. Je krenkt de eer van de familie die soms niets meer met je te maken wil hebben. Als men er op je werk achterkomt waarom je niet in militaire dienst bent geweest, betekent dat heel vaak ontslag.
Veel vrienden raak je kwijt. Men wil niet met je gezien worden. Je kan geen paspoort krijgen, je mag niet stemmen en ook niet trouwen. Eigenlijk ben je dood verklaard.

Ook Turken met een dubbele nationaliteit dienen voor hun 39ste verjaardag hun dienstplicht te vervullen. Dit blijft dan meestal beperkt tot een basisopleiding van vier weken. De rest van de normaal 15 maanden bedragende periode wordt afgekocht voor 5000 Euro. Er schijnt tegenwoordig ook een totale afkoop mogelijk te zijn.
Het Turkse leger bestaat voor een groot gedeelte uit heel jonge soldaten. Ieder jaar komen er ongeveer 800.000 jongens van de middelbare school. En degenen die niet gaan studeren lopen kans om snel opgeroepen te worden voor de vervulling van de dienstplicht. Het 'aanbod' is zo groot dat de men de Turken met dubbele nationaliteit eigenlijk niet nodig heeft. Maar ook zij leggen wel de eed af en zo houdt Turkije grip op hen.
Iedere dienstplichtige legt na de eerste week die eed van trouw aan de natie af, gepaard gaand met een grote ceremonie, waarbij de heldenrol van het leger in de geschiedenis nog eens benadrukt wordt en de dienstplichtige zweert voor het vaderland te willen sterven als dat van hem verlangd wordt.
Ik heb het item over de keuring van homo's in Turkije nog opgezocht bij 'Uitzending gemist' en even bekeken. Zoals overal wordt men in Turkije afgekeurd voor militaire dienst als men niet gezond is. En homosexualiteit wordt als ziekte gezien. En daarvoor moet je bewijs leveren. Een doktersattest kan aangeven dat iemand vanwege bv. een slechte rug niet de dienstplicht kan vervullen. De bewijslast ligt bij de patiënt. En datzelfde geldt voor homo's. Men moet foto's kunnen tonen waarop men gepenetreerd wordt, of men moet een rectaal onderzoek ondergaan en soms vraagt de keuringsarts zelfs om bewegende beelden. Foto's en beelden moeten door een fotograaf gemaakt zijn, om bedrog, fotoshop bv., te voorkomen.
De vernedering is groot. Veel homo's die hier niet aan mee willen werken verzwijgen hun geaardheid en vervullen hun dienstplicht. Wat op zich trouwens ook gewoon zou moeten kunnen als homo.
Voor een eventuele toetreding van Turkije tot Europa dient op het gebied van mensenrechten nog veel te veranderen. Ook op dit terrein.

woensdag 22 juni 2011

Teleurstelling

Afgelopen week ging er een enorme schok door het land. Amie Wijnhuis had na een desastreus optreden in Belgrado haar volgende optredens in Istanbul en Athene maar vast afgezegd. Waarschijnlijk wordt de hele tour gecancelled.
In de pers verschenen berichten, op internet filmpjes waaruit duidelijk werd dat de befaamde zangeres niet in staat was zonder struikelen over het podium te lopen en al helemaal niet in staat was om haar nummers redelijk ten gehore te brengen. Toeschouwers en journalisten spraken van ernstige dronkenschap. Het management van de zangeres schijnt verklaard te hebben dat volgende optredens niet door zullen gaan omdat Amie op dit moment niet in staat is haar normale niveau te etaleren. Dat laatste is geloof ik niet juist want als ik de berichten uit vroeger tijden lees, zie ik dat dit eigenlijk precies haar niveau is.
Maar goed, in Turkije werd met grote teleurstelling kennis genomen van haar besluit. En nu maar hopen dat men zijn geld van de tickets  terugkrijgt.
Ik vind dat Amie Wijnhuis een intrigerende stem heeft als ze nuchter is, maar haar wegblijven doet mij niet veel. Nee, van een vrijkaartje zou ik beslist geen gebruik maken.
Het optreden in Belgrado moet wel abominabel slecht geweest zijn. Een zaal vol fans, 20.000 of zo, die vrijwel unaniem hun geboe lieten klinken. Ja, dan moet het echt heel erg geweest zijn. Dit soort optredens is namelijk meestal een sociaal gebeuren, waarbij het bier vloeit in schijnbaar eindeloze stromen, waarbij het publiek meer op elkaar gericht is dan op de kunsten van de artiest en het sowieso duidelijk wordt hoe weinig maat- of ritme gevoel veel toeschouwers hebben, hoe weinig fans horen of er een ietsje te hoog of te laag ingezet wordt en hoe weinig kritisch men is tegenover het idool.



Nee, dan ben ik meer te spreken over artiesten zoals bv. Justin Puber. Een jongetje van 17  jaar dat de  bekendste tienerster van de wereld is. Een digitaal artiest. Groot geworden via internet en twitter en de verkoop van zijn albums via webwinkels. Ook zijn film deed het geweldig.
Tijdens optredens gedraagt hij zich normaal. Hij mag nog geen bier kopen vanwege zijn leeftijd en een café mag hij alleen maar in onder begeleiding.
Ik ken geen enkel liedje van hem. Misschien heb ik ooit wel eens iets van hem gehoord maar dat is me niet bekend. Dus ik weet beslist niet of hij werkelijk kan zingen. Hij schijnt ook een beetje te dansen tijdens zijn optreden, maar dat heb ik helaas ook nog nooit kunnen bewonderen. Met zijn babyface schijnt hij het hoofd van kleine meisjes op hol te brengen, die vervolgens aan hun ouders geld vragen om zijn album te mogen kopen. Ik betwijfel of hij over grote zangkwaliteiten beschikt. Op internet kom ik regelmatig zijn naam tegen i.v.m. optredens, prijsuitreikingen, gouden platen en het wel of niet hebben van een vriendinnetje. Maar over zijn zangkwaliteiten lees ik nooit iets.
En laat ik nou altijd gedacht hebben dat dat toch ook van enig belang was voor een artiest. Maar kennelijk van ondergeschikt belang. Zijn haar, daar gaat het om. Of zijn overhemd. En al kan je niet zingen en je kan met je haar 50.000.000 dollar per jaar verdienen dan kan het niet anders of je moet wel een team van zakelijke artiesten achter je hebben staan.
Geld maakt niet gelukkig blijkt uit onderzoek en ervaring. Het geluk zou hem zitten in autonomie en keuzevrijheid.  Nou en dat laatste zullen beide artiesten wel ontberen gezien de invloed die management en platenmaatschappij hebben.

dinsdag 21 juni 2011

Fritillaria Michailovsky

Als Nederlander in Turkije wonend ben ik niet uitermate nieuwsgierig naar nieuws betreffende Nederland of landgenoten. Als zich iets bijzonders voordoet in dat verband word ik er vaak door Turken op gewezen of naar gevraagd. Natuurlijk gaat het vaak over politieke zaken als integratie, racisme, Wilders of uitspraken van Erdoğan over Nederland.
Afgelopen zaterdag was het weer raak. Nu ging het absoluut niet over politiek maar over een misdrijf dat uitgebreid in verschillende kranten beschreven werd. En het betrof dus Nederlanders.
Twee Nederlandse mannen, 60 en 29 jaar oud, waren bij de grens tussen Turkije en Bulgarije door de politie aangehouden. De politie was getipt dat de mannen smokkelaars zouden zijn. De auto van de mannen werd binnenstebuiten gehaald en er werden 5236 plantenzaden gevonden, wortels, zaailingen en 57 bollen. Na inschakeling van enkele experts van de universiteit van Thracië bleek dat de bollen, in de berichten tulpenbollen genoemd waarschijnlijk vanwege de Turkse naam van de bloem nl. ters lale (omgekeerde tulp), van de Fritillaria Michailovsky waren. Vanwege de vorm van de kelk werd de plant ook wel bekerbloem genoemd. Een bijzondere tamelijk zeldzame lelie-achtige waarvan er ongeveer 30 soorten in Turkije voorkomen. Maar juist deze soort komt alleen voor rond Karayazı in de provincie Erzurum in het uiterste oosten van Anatolië en het is verboden om ze, net als een aantal van de gevonden zaailingen en zaden, te exporteren. Er zaten o.a. nog sneeuwklokjes, lelies, wilde ui en pioenen bij. Er was dan inderdaad sprake van smokkel. De mannen worden ervan verdacht de bollen zelf opgegraven te hebben. Misschien dus ook diefstal.
De mannen schijnen herhaaldelijk beklemtoond te hebben dat de planten en bollen niet voor de handel waren bestemd maar dat ze plantenliefhebbers waren die speciale soorten voor hun tuin verzamelden. De soort lelie wordt in West-Europa in gespecialiseerde tuincentra en bij kwekers te koop aangeboden dus ik vermoed dat de mannen zich bewust waren van hun illegale activiteiten. Vanuit Nederland moeten ze ongeveer 5000 km gereden hebben. Het zullen dus wel echte 'plantenliefhebbers' moeten zijn om dat er voor over te hebben.
Volgens het artikel in de wet waar dit misdrijf onder valt, riskeren de mannen een gevangenisstraf van tussen de 6 maanden en 2 jaar.
Vermoed wordt dat de mannen de planten en bollen verzamelden om te verkopen in het alternatieve circuit voor de fabricage van speciale geneesmiddelen.



Toen ik hoorde dat de mannen verklaarden zich niet bewust te zijn van hun misdrijf en vertelden dat ze de planten toch echt voor hun eigen tuin wilde hebben moest ik denken aan een verhaal dat mijn vader me ooit vertelde.
Mijn vader was lange tijd werkzaam in de haven bij een stuwadoorsbedrijf. Tijdens het laden of lossen ging er wel eens iets mis. En soms gingen verpakkingen, dozen of kisten kapot waardoor artikelen mogelijk los in het ruim van een schip of op de kade kwamen te liggen. Het was dan zaak dat de verzekeringsagent de schade op kwam nemen en de zaak verder afhandelde. Maar voordat de agent aanwezig was kon het wel gebeuren dat enkele stuks uit de lading op onverklaarbare wijze verdwenen. Zo ook deze keer.
Als het werk er op zat werden de havenarbeiders aan de poort steekproefsgewijs gecontroleerd. Een van de mannen moest zijn tas openmaken en er bleken enkele vismolens voor de werphengel in te zitten.
"Oh, dat is niks hoor," verdedigde de man zich, "gewoon een paar molentjes om zelf mee te vissen."

maandag 20 juni 2011

Uitverkoop

Nog even en dan is het weer zo ver. Alle zomermode gaat binnenkort in de uitverkoop. En dat gebeurt sneller dan je denkt, zeker in landen waar het slecht weer is. Winkelbedrijven worden nu al bang om met een deel van de voorraad te blijven zitten en straks niet voldoende geld te hebben voor de aankoop van de nieuwe wintercollectie. Voor de klant een mooie gelegenheid om een paar koopjes te verschalken.
De enige manier om nog goedkoper aan je spullen te komen is bij een faillissementsverkoop. Maar dat gebeurt pas als alle hulp faalt en als de banken hun financiële steun terugtrekken.

Dit scenario komen we het afgelopen half jaar regelmatig in de media tegen en het betreft dan Griekenland. Er is heel veel financiële steun nodig om het land overeind te houden. De EU zocht naar oplossingen die het minste kosten en het risico het laagst houden. Maar de oplossingen die tot nu toe zijn bedacht blijken ontoereikend te zijn en te kostbaar. Nu al meer dan 100 miljard. Ook het lange termijn effect is twijfelachtig volgens heel veel analisten. De juiste maatregelen zijn absoluut nog niet gevonden en meer financiële steun lijkt voorlopig het enige wat overblijft.

Er is een manier die volgens velen in ieder geval de mogelijke pijn voor de geldschieters iets kan verzachten en dat is vermindering van de staatsschulden door staatsbedrijven en grote stukken land te verkopen. Ik ben geen econoom maar de opbrengsten zullen in deze situatie dan wel ver onder de waarde liggen. De een zijn dood is de ander zijn brood.
Dus Griekenland in de uitverkoop. Maar wat zou er dan in de verkoop moeten? In ieder gevalvliegvelden, spoorwegen, tolrechten van wegen, energiebedrijven,onroerend goed, gokbedrijven, telecombedrijven en havens. Heel wat zou je zo in eerste ogenschouw zeggen, maar de staatsschulden liggen vele miljarden hoger. De staatsschulden bedragen 400 miljard euro en de eerste verkoopronde moet ongeveer 50 miljard opbrengen. Er hebben zich al wel een aantal potentiële kopers gemeld. Chinezen voor de havens, Duitsers voor de telecombedrijven, Russen voor de energiebedrijven. En waarschijnlijk nog meer. Maar de verkoop wordt op dit moment tegengehouden. Er zijn te veel protesten van de Grieken, het aantal demonstraties blijft toenemen en ook gewapend e protesten zijn geen uitzondering.
Nu was privatisering sowieso noodzakelijk omdat de overheid nog steeds een heel grote hand had in de economie van het land, waardoor de winstgevendheid van veel bedrijven veel te laag was. Maar verkoop aan het buitenland ligt erg gevoelig. En omdat de verkoop niet snel lijkt door te gaan heeft het land op korte termijn extra geld (van Europa) nodig om lopende kosten (rente) te kunnen betalen.
Griekenland gaat dus in de uitverkoop in de hoop een faillissement te voorkomen. Want in dat geval kunnen de Europese geldschieters naar hun geld fluiten.

In de Turkse toeristensector werd een aardig plan te berde gebracht. Ze wil Griekse stranden en eilanden kopen om daar een aantal heel grote resorts te bouwen voor o.a. Turkse toeristen. Een handige bijkomstigheid kan dan zijn dat de Turkse vakantiegangers een toeristenvisum krijgen waarmee ze ook gemakkelijk de rest van Europa kunnen bezoeken. De Grieken zullen zich buitengewoon vernederd voelen en ik denk dat Europa daar ook niet blij mee zal zijn.

zondag 19 juni 2011

Miljonairs

Soms valt het me ineens weer op dat er veel mensen zijn die het financieel niet breed hebben. Afgelopen week zag ik ergens op straat twee jongetjes van een jaar of tien voetballen met een karpuz, een grote groengele gestreepte watermeloen.

De economie van Turkije is de laatste 10 jaar gegroeid als kool. En is zelfs opgeklommen van de 26ste naar de 9de plaats op de lijst van grootste economieën.
Door structurele veranderingen en nieuwe wetgeving is een gunstig klimaat ontstaan voor zowel binnenlandse groei als export en voor buitenlandse investeringen. Het algemeen beeld is dat iedereen enigszins mee heeft kunnen liften met de economische groei maar er bestaat in bepaalde delen van het land zeker nog veel armoede. Volgens onderzoek zou ruim 25% van de Turkse bevolking onder de armoedegrens leven. Echter, het verstevigen van de internationale positie lijkt op dit moment te prevaleren. En zoals vrijwel altijd in dergelijke situaties zijn het de rijken die het meeste van de voordelen profiteren. De ongelijkheid in de inkomensverdeling zal de komende tijd alleen nog maar toenemen. Het aantal miljonairs in Turkije is de afgelopen jaren enorm gestegen. Het aantal dollarmiljonairs ligt rond de 20.000 en zal in 2014 al 40.000 bedragen.
Het minimumloon is de laatste vijf jaar gestegen van ruim 400 TL naar ruim 700 TL. Maar kosten van levensonderhoud en de inflatie zijn eveneens flink omhoog gegaan.
Vanaf de eerste keer dat ik in Turkije kwam, heb ik me altijd afgevraagd hoe mensen zich financieel kunnen redden. Hoe gezinnen rond kunnen komen. Als je daar naar vraagt krijg je vaak argumenten te horen die naar mijn idee geen hout snijden. Veel mensen wonen in huizen met een lage huur, ze hebben een eigen groentetuin, ze helpen elkaar, ze kopen geen nieuwe spullen, vrouw en kinderen werken soms mee enz.
Kosten van levensonderhoud, vaste lasten, kinderen naar school etc. kan je daar niet mee betalen. Het werkloosheidscijfer ligt officieel boven de 10% maar is in werkelijkheid veel hoger omdat veel mensen in de informele economie werkzaam zijn. En die staan niet geregistreerd als ze niet werken. De werkloosheidsuitkering is erg laag en bijstand bestaat eigenlijk niet.
In grotere plaatsen verzamelen zich dagelijks, bv. bij het busstation, veelal jongere werkloze mannen in de hoop dat er iemand langskomt die op zoek is naar een paar losse arbeiders. Een hele dag werk, vaak zwaar vuil werk, levert misschien wel 50 lira op. En natuurlijk werken ze onverzekerd en worden er geen premies betaald. Soms is er werk maar lang niet iedere dag. Soms proberen ze wat bij te verdienen als schoonmaker of tuinman bij de beter gesitueerden. Sommigen verkopen de producten uit hun tuin op de markt. Of men probeert met straathandel iets te verdienen.
Het is een ware kunst zoals mensen er in slagen de touwtjes aan elkaar te knopen. En ik heb daar enorme bewondering voor.

Vandaag liep ik naar het strand. Ik kwam langs de market, de buurtwinkel bij ons op de hoek. Daar hing een net met grote met karpuz-print bedrukte plastic voetballen.

zaterdag 18 juni 2011

Belastingontwijking

In Bodrum en omgeving ken ik minstens zes tweede hands winkels. Grote en kleine bedrijven waar een gigantische hoeveelheid en verscheidenheid aan artikelen te vinden is. De een verkoopt wat meer troep dan de ander maar vrijwel alles is er te koop. Af en toe loop ik wel eens binnen om zo maar te kijken of er iets van mijn gading bij is. Ik let speciaal op massief houten meubelen. Ik zoek nog een tafel en een kast.
Bodrum is een toeristenplaats bij uitstek. Het aantal hotels en restaurants is indrukwekkend. Ieder jaar zie je weer een groot aantal nieuwe namen in de bladen en op de billboards verschijnen. En af en toe probeer ik dan wel eens een aantrekkelijk uitziend eethuis uit. Laatst liep ik door de stad naar een restaurant dat vorige zomer geopend was en wat me bij kennismaking bevallen was. Ik wilde daar even een hapje nemen. Maar helaas was de zaak gesloten. En zulk soort dingen gebeuren regelmatig en niet alleen in de horeca maar ook allerlei winkels sluiten soms na een aantal maanden alweer. En niet zo heel verwonderlijk. Ieder moment zie je weer nieuwe zaken, vaak op de onmogelijkste plaatsen en ieder moment zijn er weer verdwenen. Heel veel mensen proberen het gewoon. Ze lenen geld van vrienden en familie en starten een zaak. Vorig jaar was de kok nog schilder en dat jaar ervoor nog elektricien. Heel vaak gaat het mis en komt de inventaris bij de tweede handswinkel terecht. Het aanbod keukenapparatuur, diepvriezers, fornuizen e.d. is enorm.

De in- en verkoop gebeurt meestal contant. Bonnen worden niet geschreven, administratie wordt minimaal bijgehouden en inkomstenbelasting wordt vrijwel zeker niet betaald. Een heel normaal verschijnsel trouwens. De informele economie is erg groot. Van de ongeveer 24 miljoen werkenden werken er 10 miljoen in het informele circuit. En van de officieel geregistreerde werkenden betaalt ongeveer 20% inkomsten belasting. Turkije kent een indirect belastingsysteem op producten, waardoor mensen de belastingen minder bewust, minder direct ervaren. Daardoor bestaat een houding van onverschilligheid t.o.v. corruptie en geldverslindende overheidsaangelegenheden. 'Het is toch mijn geld niet' wordt dan vaak gezegd. Maar de consequentie daarvan is dat veel mensen zich daardoor niet al te druk maken om verspilling of corruptie.

Dit kan niet goed zijn voor het democratisch functioneren van de overheid. Als mensen corruptie en verspilling door de overheid niet als hun probleem zien, zal men niet snel protesteren en zal de controle op de overheid tekort schieten. Uit onderzoek blijkt dat belastingontduiking door de meerderheid van de Turken als begrijpelijk wordt aanvaard. Onder functionarissen van de belastingdienst ligt dit percentage op 44 procent. Niet erg aannemelijk dat er dan een stringent beleid gevoerd wordt. Misschien zou het aantal direct belasting betalenden omhoog moeten om een soort bewustheid te creëren die bij kan dragen aan een verhoging van de controle op de overheid en daardoor aan een verbetering van het democratische systeem van Turkije.

Hoe groot de grijze economie of de informele economie is weet niemand. Inherent aan het systeem is dat er weinig over bekend is. Maar er wordt vermoed dat het 30% van het bruto binnenlands product bedraagt.

Ik heb een mooie buffetkast gevonden in een tweede handswinkel. Ik ben er vrijwel zeker van dat de winkelier geen inkomstenbelasting betaalt. Ik heb nog even geaarzeld maar ik denk dat ik niets verkeerds gedaan heb. Ook niet moreel?

vrijdag 17 juni 2011

Een lekker stukje vlees

Als het aan de PVV ligt mag Joods ritueel slachten straks wel en Islamitisch ritueel slachten niet. Ik zie het zo maar gebeuren. Vermoedelijk wordt en er nog wel een 'spitsvondige' oplossing bedacht. Iets waar het een wel aan voldoet en het ander niet.

Het zou allemaal gaan om het inbreuk maken op de vrijheid van godsdienst. Maar dat begrijp ik niet. Er wordt toch alleen maar gevraagd een ritueel een stukje aan te passen. En vertel me nou niet dat dat in de Islam en het Jodendom nog nooit eerder is gebeurd. Ook bij het slachten van dieren.
De argumenten voor en tegen zijn zoals gebruikelijk natuurlijk niet zuiver en naar mijn idee zelfs lachwekkend. Er zou zowel binnen Islam als binnen het Jodendom zeer diervriendelijk met de slachtoffers worden omgegaan. Ja er worden zelfs scherpe messen gebruikt. Logisch want met een bot mes kom je niet makkelijk door een koeienhuid. Er worden maar 2500 dieren volgens het joodse ritueel geslacht. Gaat het om het aantal of om de manier van slachten? Koeien zouden er vrijwel helemaal niets van merken, zegt de Nederlandse Vereniging Progressief Jodendom. Vrijwel? En bij andere dieren mag het een ietsje meer zijn? Het dier mag het mes niet zien? Slachten ze alleen blinde dieren? Doet het dan ook minder pijn? Ja het is allemaal wetenschappelijk onderzocht. En de uitslagen zijn verschillend. Natuurlijk, de ene wetenschap is de andere niet.
Het kan toch niet waar zijn dat je daar aan vast moet houden voor een juiste godsdienstige beleving? Het kan toch niet waar zijn dat je weigert godsdienstige rituelen aan de tijd aan te passen terwijl je alle andere aspecten van het menszijn wel aanpast?
Ik heb de indruk dat men in Islamitische kring eerder bereid is om in ieder geval het onverdoofd slachten te willen veranderen. Wel ritueel slachten maar onder verdoving? Zelfs gaan er daar geluiden op om het ritueel slachten als onwenselijk te beschouwen. Niet ritueel geslacht vlees mag men in de ene richting binnen de Islam alleen maar eten als het een kwestie van leven of dood betreft. Een andere richting heeft het over trek. In beide gevallen gaat het over het begrip honger.
Ik heb het slachten van grote aantallen dieren gezien in Turkije. Volwassenen en kleine kinderen staan erbij te kijken. Er stroomt bloed door de straten. Ik werd er onpasselijk van.

Mensen willen vlees eten en de gigantische vlees-industrie met zijn excessen in dierverzorging, in diertransport, in bloedarmoede en in allerlei ziektes slacht er lustig op los. En daarbij gaat er heel vaak van alles en nog wat mis. Gaat het er daarbij beter aan toe dan bij het ritueel slachten? Ik heb ook gezien hoe het daar gebeurt. En ik heb zo mijn twijfels.
Ik denk dat als Joden consequent willen blijven, ze vegetariër zullen moeten worden. Misschien een goede gelegenheid voor meer personen?
Ik heb gezien hoe het gaat.
Diervriendelijk?
We maken je straks dood, maar wel vriendelijk hoor!
Een mes door je strot voel je niets van.
Geloof jij het?

donderdag 16 juni 2011

Wachten

Laatst kwam ik Hassan aan het strand  tegen. Uiteraard vroeg ik hem naar zijn gezondheid en hoe de zaken gingen. Hassan heeft afgelopen winter een meubelzaak overgenomen en hij hoopt er een goedlopende winkel van te maken. Het ging heel goed met hem en hij had vandaag twee klanten in zijn winkel gehad. Ze hadden alleen wat rondgekeken en niets gekocht. Maar misschien zouden ze nog  terugkomen.  
Vorige week reed ik langs zijn winkel. Klanten waren nergens te bekennen en Hassan zat op een van zijn eigen stoelen op het trottoir voor zijn winkel. Hij rookte een sigaretje en hield een glaasje thee in zijn hand. Hij wachtte op klanten.
Turken zijn sterren in het wachten. Het in de rij staan voor een loket, op het postkantoor of in het ziekenhuis, bij de douane, of bij het belastingkantoor. Het maakt niet uit waar, goed wachten kunnen ze. Wachten op het openbaar vervoer, wachten tot het gemeentekantoor opengaat. Wachten op een goedkeuring, wachten op materiaal, wachten op een stempel, wachten tot een rechtszaak geopend wordt.
Goed een groot deel van ons leven bestaat uit wachten. Dat geldt voor iedereen in elk land van de wereld. Maar in West-Europa is men de kunst van het wachten niet zo meester als bv. In Turkije. In Nederland vindt men het heel vervelend als men moet wachten. Men wordt kwaad of raakt gestrest, begint te mopperen of te vloeken. In Turkije gaat men er anders mee om. Eigenlijk vindt men het ook geen wachten, het is geen verloren tijd. Het is tijd die je doorkomt met een praatje of een kopje thee. Zo gaat dat nou eenmaal. Dat is heel gewoon.
Je zou kunnen zeggen dat het het lot is waar men zich aan overgeeft. Daar kan je toch niks tegen doen. Je ontloopt je lot toch niet.
Als iemand uit je familie door een ongeluk om het leven komt en je gelooft dat het lot hem of haar heeft weggenomen, is het verdriet en het gemis natuurlijk net zo groot als bij mensen die niet in het lot geloven. Maar heel misschien is het verlies makkelijker te aanvaarden en raakt men er zelf minder door van streek.
Toen tijdens de grote aardbeving van 1999 in een bepaalde wijk van  Izmit de meeste huizen instortten en bijna alle mensen om het leven kwamen, was er een gezin dat toevallig die dag  elders op bezoek was. Hun huis werd vernield maar zelf bleven ze gespaard. Ze verhuisden naar een andere plaats waar ze een jaar later bij een kleinere ramp om het leven kwamen. Kennissen en nabestaanden waren in rauw gedompeld maar onder elkaar werd wel gerefereerd aan het lot. Het lot kan je niet ontlopen.
Bij de strijd tussen het leger van Turkije en PKK-strijders komen jaarlijks tientallen jonge Turkse soldaten om het leven. Aan de teraardebestelling wordt op tv. vaak ruim aandacht besteed en als hij er  toe  in staat is, wil de vader van de omgekomen soldaat wel eens een verklaring afleggen. Vorig jaar zag ik ook zo’n uitzending waarbij de vader over het lot sprak.
In Turkije zijn jaarlijks heel veel startende of herstartende ondernemers. Er zijn jaarlijks ook heel veel ondernemers die failliet gaan.
Gisteravond sprak  ik Hassan weer. Het ging heel goed met hem. Een van de twee eerdere kijkers was teruggeweest en had gevraagd of hij een tafel voor hem apart wilde zetten.

woensdag 15 juni 2011

Kantoor geopend

Is het interessant om te weten welke persoon de grootste neus heeft? Ik denk het niet maar er zijn mensen die zich dat afvragen en van dergelijke feiten registreren hun werk gemaakt hebben. Toevallig behoort die neus die 8,8 cm uitsteekt toe aan een Turk. Nog steeds geïnteresseerd?
Er bestaan mensen die niets anders doen dan dergelijke feiten verzamelen, ze checken en ze eventueel publiceren in een boek. Juist, het Guinness record book.
Ik denk dat het vorige week was dat onder grote belangstelling van de pers de kleinste man op aarde gepresenteerd werd. Hij werd door de hoofdredacteur ten overstaan van vele camera's opgemeten. De 18-jarige Filipijn Junrey Balawing bleek slechts 59,93 cm groot te zijn.
De langste levende man ter wereld woont in Turkije. Sultan Kösen meet 246 cm en bezit dit record sinds 2009.
Sinds 1955 worden dit soort feiten geregistreerd en gepubliceerd. Het belang van dit soort weetjes ontgaat mij volkomen. En in gevallen van lichamelijke onvolkomenheden, waar je bovenstaande voorbeelden zeker toe mag rekenen, vind ik het mensonterend. Het lijkt op kijken naar dieren in de dierentuin, het bezoeken van een freak show, het betere gluurwerk.
Het is me bekend dat sommigen van deze recorddragers door dit soort vermeldingen en aandacht een draaglijker leven hebben kunnen lijden maar dat moet niet nodig zijn op deze manier. Het verkopen van mismaaktheid is niet acceptabel. Medische menselijke afwijkingen worden tentoongesteld in een rariteiten kabinet.
Er zijn ook "onschuldige" vermeldingen. Wie was er het snelst op de 100 meter hardlopen? Wie scoorde de meeste punten dit basketbalseizoen? Wie zwom het Kanaal het snelst over? Het vergelijken van sportresultaten of andere prestaties kwetst niemand. Het gaat niet ten koste van anderen.
Gelukkig zijn de meeste records echte "onzin records". Wie rolt het snelst van een heuvel af? Wie kan zich het snelste verkleden? Wie kan het snelste veters strikken? Ga maar door. Er zijn er zo veel van dat jaarlijks al een selectie gemaakt moet worden omdat de hoeveelheid records niet meer in een enkel boek passen.
Activiteiten die gevaar opleveren voor eventuele navolgers worden tegenwoordig steeds minder vermeld. Wie eet de meeste gebraden worst? Wie heeft de dikste kat?
Toch blijft het verschijnsel uitermate populair en er worden steeds meer kantoren van Guinness geopend in allerlei landen. Daar worden dan ook landelijke records geregistreerd.
Dit jaar was Turkije aan de beurt. De grootste saucijs weegt 1740 kg. De langste barbecue is 6166 m. Drie sinaasappels pellen en opeten in 1 minuut 16 seconden.
Leuk? Ieder zijn meug, zei de boer.
De grootste omelet ter wereld werd in Turkije gebakken. Die woog 4401 kg. Daar was de grootste pan voor nodig. Het groootste aantal eieren, 110.000. De meeste olie, 432 liter. Het grootste aantal koks, 45. Het grootste aantal spatels om aanbranden te voorkomen.
Nog steeds leuk? Ach, waarom niet.
Het zou mijn voorkeur hebben als men de menselijke drama's, net als de gevaarlijke activiteiten, niet meer in aanmerking zou laten komen voor een vermelding en men zich zou concenteren op de "onzin records".

dinsdag 14 juni 2011

Mexicaanse wijsheid

In juli en augustus kunnen de dagen in het zuiden van Turkije erg warm zijn. In juni, juli en augustus liggen de temperaturen vrijwel constant boven de 30º Celsius. Vaak komt de temperatuur boven de 35 en ook boven de 40 is geen grote bijzonderheid. Voor mij is dat veel te warm en de maand juli doorbrengen aan de Zwarte Zee waar de temperaturen ongeveer 10 graden lager uitkomen is een zeer aantrekkelijk alternatief. En een andere mogelijkheid is een maandje naar Nederland om de heetste dagen te ontlopen.
In Turkije gaan wel eens stemmen op om de siësta in te voeren. Misschien alleen voor de zomermaanden, misschien alleen in het zuiden omdat het in andere delen niet zo warm is. Tegenstanders wijzen dan op problemen die kunnen ontstaan op economisch gebied. In eigen land of met handelspartners in Europa.

Een middagdutje doen of gewoon eventjes rusten zou volgens veel mensen heel gezond zijn. Hoewel ik dat wens te betwijfelen omdat in sommige landen eerst een uitgebreide warme maaltijd gebruikt wordt vlak voor de siësta. Daarna gaan liggen en slapen lijkt me niet goed voor de spijsvertering en maakt het verzamelen van extra gewicht wel heel aannemelijk. Maar op het heetst van de dag een paar uurtjes het werk neerleggen lijkt mij zeker heel aangenaam. Er wordt verondersteld dat de productiviteit en effectiviteit op dat moment van de dag door de hitte toch veel lager is en men dus net zo goed even kan pauzeren om daarna met nieuwe energie verder te gaan.
Een Duitse universiteit heeft daar onderzoek naar gedaan. De onderzoekers constateerden inderdaad dat de productiviteit van arbeiders die een middagslaapje doen in totaliteit hoger ligt dan van hen die dat niet doen.

In een aantal landen rond de Middellandse Zee is de siësta nog een veel voorkomend verschijnsel. In Spanje, Italië, enkele Balkanlanden, Griekenland en sommige Noord-Afrikaanse landen ligt het openbaar leven voor een groot deel plat tussen 1 en 4 uur.
Ook  in Zuid-Amerika en vooral in Mexico is het een bekend verschijnsel. Het slapende mannetje onder een grote sombrero tegen een hoge cactus geleund lijkt wel een nationaal symbool te zijn geworden.
En befaamd is het verhaal van de Mexicaanse visser en de Amerikaanse toerist.

Een vissersbootje legt aan. Een Amerikaanse toerist staat op de pier en kijkt naar de vangst. Dan vraagt hij aan de visser hoe lang hij erover gedaan heeft de vis te vangen.
"Niet zo lang."
"Waarom ben je niet wat langer doorgegaan?"
"Dit is genoeg voor mijn gezin."
"Wat doe je dan verder met je tijd?"
"Ik slaap uit, ik ga een poosje vissen, ik speel met mijn kinderen, ik houd een siësta, ga ’s avonds naar de cantina, drink een glaasje, speel een beetje gitaar en de dag is al weer om."
"Maar," zegt de Amerikaan, "als je langer door vist en de opbrengst investeert in een grotere boot, en later misschien in nog een boot, kan je een groot bedrijf opzetten en ben je over 25 jaar miljonair."
"En dan?" vraagt de visser.
"Nou, dan kan je stoppen met werken. Je kan een beetje uitslapen, een poosje vissen, met je kinderen spelen, een siësta ..................................

maandag 13 juni 2011

Alın teri

Het zou best eens kunnen dat je deze zomer een anoniem mailtje krijgt met de volgende tekst: Je bent walgelijk.
Sinds kort kan je via internet deze boodschap sturen naar een persoon die overmatig zweet en aan wie je dat niet direct durft te vertellen. Bv. je baas, je docent, je vader, je huisbaas. Het is een Turkse internetsite die aardig populair begint te worden onder studenten, terkokuyorsun.com is de naam.
Persoonlijk vind ik de kwalificatie een beetje ver gaan. Een mildere variant zou ik aardiger vinden. Vooral omdat het lang niet altijd mogelijk is om gedurende een hete zomerdag de overvloedige productie van zweet te voorkomen.
Met zweten is natuurlijk niets mis. Het is gewoon nodig als instrument ter bewaking en regulatie van je lichaamstemperatuur. Zweten is dus normaal. Het hoort er gewoon bij.
Veel mensen voelen zich ongemakkelijk als ze zweten en schamen zich ervoor. Maar we moeten de zaak niet overdrijven. In het lijstje van de 25 meest schaamtevolle momenten, door Radikal gepubliceerd, komt het niet voor.
Dat neemt niet weg dat veel mensen er iets tegen willen doen. En op zich is dat goed mogelijk. De zweetklieren die voor de geurafscheiding verantwoordelijk zijn liggen vooral in de oksels, de handpalmen en de voetzolen. Enkele malen wassen per dag en iedere dag douchen kan het probleem in belangrijke mate verminderen.
Soms is een medische oorzaak aanwijsbaar en daar is via medicijnen soms iets tegen te doen.
Ook tegen de normale zweetlucht is wel iets te doen. Het is te camoufleren d.m.v. deodorant of antitranspiratie, waarbij het eerste middel alleen maar blokkeert en het tweede de productie vermindert.
Er wordt gezegd dat het gebruik van weinig cafeïne en alcohol ook remmend zou werken. Maar als middel dat echt schijnt te werken wordt steeds vaker botulinetoxine (botox) genoemd dat bij inspuiting enkele maanden werkzaam zou zijn.

Er bestaan honderden gezegden, spreekwoorden en uitspraken over zweten. En de meeste daarvan zijn absoluut niet negatief. Ze kunnen een religieuze oorsprong hebben of voortkomen uit het dagelijks leven. Zweten werd vaak zelfs positief beoordeeld.
Je was ijverig en je spande je in.
In Turkije kwam ik een heel mooi voorbeeld tegen. In Çanakkale varen ponten over de Dardanellen naar Eceabat op het Europese deel van Turkije. Op een van die ponten stond op de boeg en het achtersteven geschreven: alın teri. Hetgeen betekent voorhoofdszweet. Zo was er: alın teri 1, alın teri 2 enzovoorts. De verklaring van deze naam was volgens een Turkse kennis dat de eigenaar van de schepen door hard te werken met zweet op zijn voorhoofd de schepen in zijn bezit had gekregen.
In dit geval werd zweten zeker niet negatief gevonden.

Als je door een winkelcentrum loopt, kom je regelmatig in aanraking met zwoele, penetrante geuren. Nee, geen zweet. Passerende dames met een wolk van parfum of reukwater om zich heen. Vaak ontzettend agressieve luchten die je de adem ontnemen en waarvan je bijna onpasselijk wordt. Soms zie je het aankomen en kan je nog net op tijd een andere route kiezen of je adem inhouden. Soms ben je gewoon te laat. Het te overdadige gebruik van deze middelen schiet zijn doel voorbij: het maskeren van lichaamsgeuren en zweetluchten. Aantrekkelijker maken ze zeker niet.
Dan geef ik toch de voorkeur aan eerlijk zweet.

zondag 12 juni 2011

Geen grap

Vaak moet ik me verdedigen tegenover vrienden en kennissen vanwege mijn manier van grappen maken, mijn gevoel voor humor. Mijn grappen en opmerkingen zouden te hard  en te cynisch zijn.
Altijd heb ik grappen gemaakt over negers, Belgen, joden, gehandicapten, katholieken, moslims, indo's, gereformeerden, communisten, Amerikanen, sporters, werklozen, witte boorden, over wie niet eigenlijk. En dit rijtje bekijkend denk ik dat ik niemand buitengesloten heb.
Ik houd van harde grappen, zwarte humor, droge humor en one-liners.
Platvloerse humor, sexueel getinte humor en onderbroekenlol vind ik veel minder leuk.
Mijn grappen of opmerkingen worden door veel mensen niet gewaardeerd als humor, ze kunnen er niet om lachen, zeggen ze. Maar als mensen een cabaretvoorstelling bijwonen of naar een stand-up comedian gaan moeten ze veel hardere en grovere grappen aanhoren. Dan kan het opeens wel. Dan willen mensen erbij horen en laten zien hoe verdraagzaam ze zijn. Voorbeelden te over van 'groten' uit  de hedendaagse theaterwereld. Maar in de privésfeer spelen er blijkbaar andere sentimenten.
Hier in Turkije begrijpen heel veel mensen mijn grappen absoluut niet. Ze noemen ze kwetsend of respectloos.
Maar ik ben opgegroeid met het idee dat je alles over iedereen moet kunnen zeggen en dat anderen dat ook over mij moeten kunnen doen. Leuk of niet.
Als je hier grappen maakt over politieke figuren kan er eigenlijk vrij veel. Maar grappen over persoonlijke integriteit, eer en respect worden met argusogen bekeken. Veel tekenaars gebruiken cartoons om hun politieke visie duidelijk te maken. En als politieke figuren zich echt beledigd voelen kunnen ze naar de rechtbank stappen. Minister-president Erdoğan heeft dat regelmatig gedaan. Maar de rechters zijn niet altijd bereid de aangeklaagde te veroordelen. Vaak genoeg wordt de verdachte vrijgesproken omdat de rechter vindt dat een politiek figuur lof maar ook kritiek moet kunnen verdragen. In cartoons worden ook om vervolging te voorkomen de namen van betrokkenen iets anders gespeld en dat werkt soms ook.
Grappen over Atatürk maak je gewoon niet, net zo min als over de Islam of Mohammed.
Grappen over minderheden zijn echter vrij normaal en daar ziet men dan weer geen kwaad in. Over Laz, een bevolkingsgroep in het oostelijk deel van de Zwarte Zee en over Koerden doen ze volop de ronde.

Dursun en Temel (beiden Laz) werken als boekhouder. Dursun vraagt aan zijn chef Temel: "Er staan hier twee kasten vol met papieren van een firma die al jaren geleden failliet is gegaan. Kunnen we die niet weggooien om wat ruimte te maken?"
"Ja, dat is goed," antwoord Temel.
Als Dursun wegloopt roept Temel: "Maak voor de zekerheid eerst van alles even een kopie, je weet maar nooit."

Een Koerdische man en vrouw zitten samen tv te kijken. Vraagt de vrouw: "Massuud zullen we eens nieuwe gordijnen kopen?"
"Mij best," antwoord de man, "steek de boel maar in de fik. Als je maar niets verandert."

In mijn opinie is het grappen maken over elkaar juist een vorm van acceptatie, van tolerantie en respect. Als er geen grappen over je gemaakt worden, wordt je niet serieus genomen en wordt je genegeerd. Je hoort er niet bij.

Over Wilders maak ik nooit grappen.

zaterdag 11 juni 2011

Vakantie

Ieder kwartaal worden er door het ministerie van toerisme en de provinciale overheden verantwoordelijk voor het toerisme cijfers gepubliceerd over het aantal buitenlandse bezoekers.
Als je die cijfers bekijkt, is het interessant te zien dat aantallen behoorlijk kunnen fluctueren tussen verschillende seizoenen en ook jaren. En waar dat nu precies door komt, is niet altijd even duidelijk, hoewel er beslist een aantal aanwijsbare factoren zijn.
Gevolgen van gebeurtenissen op het politieke vlak, spanningen tussen bevolkingsgroepen of landen, koersen van valuta, hotelprijzen en bomaanslagen kunnen allemaal bijdragen. Maar het blijven allemaal vrijblijvende speculaties omdat exacte beweegredenen om wel of niet naar een bepaald land af te reizen nauwelijks aan te wijzen zijn. En redenen kunnen zeer divers zijn.
In een interview in een toeristisch tijdschrift verklaarde een man uit Dubai dat hij graag naar de zuidkust van Turkije kwam omdat het hele gezin dan gezamenlijk heel veel plezier kon hebben. Sommige dingen waren in zijn thuisland niet mogelijk. Als gezin, de vrouw in een tweedelig broekpakachtig sharia badpak, ook wel burqini genoemd, de man en kinderen bijna naakt, konden ze echt samen genieten van de vrijheid.
Een Engelsman uit Manchester, die hier vaker geweest was, noemde het Turkse bier fantastisch en vond dat de reis- en verblijfskosten hier stukken lager waren dan in Spanje of Italië.
Een Rus uit Moskou hield het erop dat de Turkse zuidkust zo lekker dichtbij huis was en dat het goud en andere sieraden zo goedkoop waren en dat hij zijn geld toch ergens aan uit moest geven.

Turkije wil graag een bemiddelende rol spelen in politieke conflicten in het Midden-Oosten. En de ambities gaan nog veel verder. Onlangs kondigde minister-president Erdoğan in een van zijn (herverkiezings-)toespraken nog aan dat Ankara een stad van wereldbetekenis moet worden.
Grote aantallen toeristen uit alle werelddelen kunnen hier wellicht een positieve bijdrage aan leveren. Het aantal buitenlandse bezoekers zal naar verwachting dit jaar ongeveer dertig miljoen bedragen.
Heel interessant is dat er nu jaarlijks meer dan een miljoen Iraniërs naar Turkije komen die in hun vakantie vooral de strenge islamitische kledingvoorschriften willen ontlopen.
Tevens zijn ze geïnteresseerd in onroerend goed.
Het aantal Israëlische toeristen daarentegen is na de beschieting van de hulpvloot op weg naar de Gazastrook, waarbij negen Turkse doden vielen, naar een dieptepunt gedaald. Nog slechts 150.000 worden er verwacht.

Ik had het volgende tafereel voor ogen toen ik in de krant las dat een drenkelinge op het laatste nippertje uit zee gered was: Op het strand zit een Iraanse man met zijn gezin op enkele  strandbedden. Het is op het heetst van de dag en de vrouw en kinderen doen een middagdutje. De man rookt nog even een sigaret en kijkt uit over zee.
In de verte ziet hij iets vreemds. Het lijkt net of dat er iemand in nood is. Iemand maakt rare ongecontroleerde bewegingen in de zee en roept om hulp. Je hoeft de woorden niet te verstaan om de intentie te begrijpen. Help! Help!
De man bedenkt zich geen twee keer en stort zich te water. Hij brengt de drenkelinge, het blijkt een vrouw te zijn, naar de kant. Ze bleek kramp te hebben en was werkelijk in nood. De vrouw, ze vertelt dat ze Israëlische is, heeft de man in een lastige situatie gebracht.
De president van zijn land Mahmoud Ahmadinejad heeft meerdere malen aangegeven Israël te willen vernietigen en alle Joden de Middellandse zee in te zullen drijven.

vrijdag 10 juni 2011

Ter decoratie


Toen ik in de auto langs het theehuis in ons dorp reed, zag ik een man op een caféstoel zitten, wippend, de stoel op twee poten. Hij deed me denken aan Lee van Cleef in een western met Clint Eastwood of iets dergelijks. Even verwachtte ik dat hij op zou springen en zijn revolver zou trekken. Maar toen was ik er al voorbij en ik heb de afloop niet gezien.
Die stoel was de trigger die me aan die man in de film deed denken. En gek, dacht ik, die caféstoel in Turkije ziet er net zo uit als een caféstoel in een cowboyfilm uit de V.S. Maar ook net zo als in Bagdad of in een café in Berlijn of een bruin café in Rotterdam.
Overal zien ze er hetzelfde uit met het kruislings gespannen ijzerdraad tussen de poten om te voorkomen dat ze vroegtijdig uit elkaar vallen. Volkeren hebben vaak meer gemeen met elkaar dan ze beseffen of dan hen lief is.

In de bijlage van een zaterdagkrant vond ik enige tijd terug een folder van een stoelenfabrikant. Een blaadje vol met alleen maar stoelen. Honderden verschillende stoelen. Voor op kantoor, voor in de horeca, voor op het terras, voor in huis.
Laten we nu eens zeggen dat er in Turkije 100 van deze fabrieken zijn, die elk 100 verschillende stoelen maken. En laten we zeggen dat er in 100 landen evenveel van die fabrieken staan.
Dat zou betekenen dat er dan al 100x100x100=1.000.000 verschillende stoelen zouden zijn. Maar dat is wel een heel voorzichtige schatting omdat er ook heel veel kleine timmerwerkplaatsen stoelen produceren, omdat er zelfbouwers zijn, omdat er veel meer landen zijn. Daarnaast zijn er natuurlijk nog de plastic stoelen. Ruw geschat denk ik dat we zeker aan de 2 of 3 miljoen stoelen zouden komen. Het lijkt een beetje overdreven.

Zelf vind ik de traditionele caféstoel een van de mooiste stoelen die er bestaan. Vooral vanwege de eenvoud en doelmatigheid. Hij is bijna overal voor te gebruiken. Aan tafel, aan het bureau, op het terras. En toen ik die folder doorkeek, dacht ik erover om er een stuk of zes van te kopen. Maar ja, nodig had ik ze niet.
Voor de aardigheid telde ik de stoelen in huis en op het terras en kwam tot het verbluffende aantal van 32 stoelen voor 3 personen. Wel alle stoelen bij elkaar: bureaustoelen, eetkamerstoelen, makkelijke stoelen. Maar daar nog niet bij gerekend een drietal banken en een drietal ligbedden in de tuin. Eigenlijk te gek voor woorden.
Ik moest opeens aan mijn moeder denken. Ze had twee wereldoorlogen meegemaakt, de grote crisis en ze had lange tijd in grote armoede moeten leven. Toen ze het later beter kreeg, legde ze een flinke voorraad levensmiddelen aan. Een grote hoeveelheid koffie en thee. Als de voorraadkast weleens openging, klonk steevast van een van haar kinderen: Voor als het oorlog wordt, moeder?
En nu denk ik, ja waar heb ik al die stoelen voor nodig?

Vanmiddag stond ik op het terras en keek de tuin in. Decoratieve elementen maken een tuin vaak mooier en ook interessanter. Er is een deel van de tuin waar ik niet tevreden over ben. Misschien een plaats voor een leuk beeld of een andere versiering? Maar in plaats daarvan zou een houten tafel met stoelen toch ook een mooi versierend element kunnen zijn?

donderdag 9 juni 2011

Bidsnoer

Groenten en fruit uit je eigen tuin zijn toch altijd veel lekkerder dan van de markt of uit de supermarkt. Tenminste, dat zegt iedereen die in het gelukkige bezit is van een stukje grond en daar met veel geduld en liefde een armoedige krop sla of wat scharminkelige boontjes heeft weten te produceren.
"Er zit veel meer smaak aan," wordt dan altijd gezegd. Nou is dat natuurlijk zeer betrekkelijk want wat is smaak en wat is meer smaak? Producten uit de grootschalige tuinbouw kunnen ze tegenwoordig door manipulatie elke smaak en constitutie geven die de klant maar wil. Zoeter, zuurder, harder, groter, minder bitter. Alles kan.
Nee, het gaat natuurlijk meer om het sentiment.
"Kijk eens, uit mijn eigen tuin," is een uiting van trots. Eigenlijk zegt de tuinier: "Knap van mij hè? Wat kan ik dat goed!"
Het gekke is dat al het zaad en het plantgoed natuurlijk al alle specifieke eigenschappen bezit en veel is daar niet aan te verknoeien.
Maar tuinieren blijft natuurlijk ontzettend leuk werk en het is erg gemakkelijk als je de groenten- of kruidentuin naast de keukendeur hebt.
De smaak van fruit is nog moeilijker te beïnvloeden dan die van groenten en toch vinden we het eigen fruit lekkerder. Nou, het is in ieder geval vers. Je loopt 's ochtends de tuin in, je plukt een handje pruimen of abrikozen, je houdt ze even onder de kraan en je ontbijt is klaar.



Afgelopen jaren heb ik telkens een paar fruitbomen gekocht. Tuincentra zijn er in overvloed en het aanbod is groot. Maar ieder jaar deed zich een vergelijkbaar probleem voor. De bomen in de tuincentra zijn vrijwel nooit voorzien van een naamkaartje. Dus moet je maar afgaan op wat de verkoper je vertelt. Omdat ik de bomen koop als er geen blad aan zit, kunnen ze behoorlijk op elkaar lijken. En zeker als ze nog jong zijn vertonen sommige soorten pruimenbomen, perzikbomen, amandelbomen en abrikozenbomen een zekere gelijkenis. Het blijft iedere keer een verrassing. Vroeg in het voorjaar als de eerste bloemen verschijnen kan je al iets meer zeggen, maar zeker weten doe je het pas als de vruchten eraan komen. Ik heb al vier jaar achter elkaar een perzikboom gekocht die later een abrikozenboom bleek te zijn.

Hetzelfde gebeurde toen ik andere bomen voor de tuin kocht. Een heel speciale boom vond ik de misket ağacı, de knikkerboom, zoals me verteld was dat de boom heette. Een bijzondere boom omdat de knikkergrote vruchten vroeger gebruikt werden om er gebedssnoeren van te rijgen. Daarom wordt de boom ook tespih ağacı genoemd. En tespih betekent bidsnoer. De knikkers worden keihard en gaan jaren mee.
Ik wilde een paar van die bomen, maar dan al flink uit de kluiten gewassen. Die hadden ze in het tuincentrum, zei de verkoper. Een meter of vier, niet goedkoop, maar dan had je ook wat. Ze kwamen mij verdacht voor. Het leek wel een andere boom. Maar hij zou het wel weten, veronderstelde ik.
In het voorjaar toen de bomen uitliepen, werd het meteen duidelijk dat het geen knikkerbomen waren. En toen ze later bloeiden, wist ik dat het Gülibrişim waren. Zijdeboom vanwege de delicate bloeiwijze of slaapboom omdat zich 's nachts de blaadjes dichtvouwen. Ze doen het voortreffelijk en ze groeien als kool. Ze komen oorspronkelijk uit Zuid-Azië en ik vind ze een beetje te exotisch. Maar omhakken kan ik niet over mijn hart verkrijgen.



Dit jaar wil ik nog een levensboom kopen, hoewel die verdacht veel op een hemelboom lijkt.
Maar goed die gok neem ik dan maar.

woensdag 8 juni 2011

Sport

Eind april startte de ronde van Turkije. Een wielerronde van ik meen zeven of acht etappes langs de west en zuidkust van het land. Van Istanbul naar Alanya.
Een profronde die op de agenda staat van de UCI. Ik dacht dat de profronde dit jaar voor de 10e keer verreden werd. Maar het was wel de 47ste ronde van Turkije.
Er wordt al 100 jaar aan wielrennen gedaan maar echt populair is het nooit geworden. Ook voor de profronde loopt men niet echt warm. En grote namen zijn er nog niet uit het wielrennen voortgekomen. Of het moet Mert Mutlu zijn die de ronde in 2003 won. Maar internationaal doorgebroken is er niemand.
Gek eigenlijk want volgens mij is Turkije uitermate geschikt als fietsland. Veel bergen, grote afstanden, goed weer. Uitstekende trainingsmogelijkheden.
Jaren geleden reed ik met de auto een deel van de route en ik verbaasde me toen dat er geen profronde verreden werd. Ook in Turkije is men heel goed in zaken commercialiseren. Er waren meer mensen die er zo over dachten en in 2000 werd er inderdaad voor het eerst een profronde georganiseerd.

Sommige sporten ontwikkelen zich in het ene land veel beter dan in het andere en het is niet duidelijk waar dat nou precies aan ligt. Sommige sporten verspreiden zich wereldwijd en andere blijven voornamelijk nationaal of zelfs regionaal.
Sporten die zich in Turkije veel beter ontwikkeld hebben dan het wielrennen zijn natuurlijk het voetballen, het basketballen en bv. gewichtheffen en worstelen.

De definitie van het begrip sport veranderde met de jaren. Hobby, in je vrije tijd, amateur etc. Ik hanteer mijn eigen definitie en zodra mensen voor hun 'sportieve' bezigheid betaald krijgen, noem ik het gewoon werk.
"Wat voor werk doe jij?"
"Ik ben beroepsvoetballer."
"Oh, leuk werk?"
"Ja mij bevalt het wel. Leuke baas, goede secondaire arbeidsvoorwaarden."
En als er een wedstrijd gespeeld wordt staan er twee bedrijven tegenover elkaar op het veld en bestrijden elkaar. Dat kan misschien best leuk werk zijn. Maar sport?

Voetballen en basketbal zijn groot maar de nationale sport van Turkije is toch het olieworstelen. Hierbij gaan twee mannen, slechts gekleed in een waterbuffelleren broek en volledig ingesmeerd met (olijf-)olie, elkaar in een worstelpartij te lijf. Degeen die de tegenstander op de rug werkt heeft gewonnen. De sport gaat terug op een eeuwenoude traditie. Sommige bronnen melden dat het in de 5e eeuw v.Chr. al bestond.
En tijdens het bewind van Orhan Gazi, die leefde van 1281 tot 1359 zou het de huidige wedstrijdvorm gekregen hebben. De tweede Osmaanse heerser en zijn broers zouden de grondleggers zijn. Sinds 1361 worden in Edirne de jaarlijkse kampioenschappen gehouden. Andere bronnen melden dat het pas echt in de 16e van de grond kwam.
Ik ben zelf helemaal niet zo'n liefhebber van naakte mannen in lijf-aan-lijfgevechten, maar ik vind wel dat er meer sprake is van sport dan bij alle activiteiten van die gesubsidieerde financieel discutabele voetbalbedrijven.

dinsdag 7 juni 2011

Inbraak

Particuliere beveiliging doet het heel goed in Turkije. Het is een heel grote bedrijfstak die zich alsmaar verder uitbreidt. Bij alle banken en overheidsinstellingen is er sprake van bewapende beveiligers, die absoluut niet te beroerd zijn om eventueel ook van hun wapen gebruik te maken. Bij grote winkels is er ook constante beveiliging maar dat zijn dan ongewapende functionarissen.
In flats en appartementencomplexen, vooral in de steden, is er meestal een bewaker die eigenlijk meer de taak van conciërge heeft en die dan ook voor allerlei karweitjes ingezet kan worden.
Heel veel Turken wonen in met hekken afgesloten woning- of villacomplexen, zogenaamde sites, waar een 24-uurs bewaking aanwezig is.
Maar er zijn ook ontzettend veel sites die voornamelijk uit zomerhuizen bestaan die alleen maar tijdens de vakantie bewoond worden. Soms alleen maar tijdens de zomer. En ook daar is zomer en winter 24-uurs bewaking geregeld. En de eigenaars van de woningen brengen gezamenlijk de daarmee gepaard gaande kosten op.
De personele bewaking en beveiliging doet mij een beetje overdreven aan. Ik herinner me een verhaal van een site waar ingebroken werd. De inbrekers hadden van te voren natuurlijk het huis van hun keuze bepaald. Een van hen maakte een hoop kabaal bij het hek aan de ene kant van de site. De bewaking kwam er op af en op dat moment zag zijn maat kans aan de andere kant van de site over het hek te klimmen. Een half uurtje later herhaalde het tafereel zich aan het hek en had de insluiper gelegenheid te ontkomen met de buit. Bewaking alleen was in dit geval dus niet voldoende.
Om inbraak in woningen tegen te gaan zijn er allerlei maatregelen te nemen en sommige mensen gaan daar extreem ver in.
Om te beginnen traliewerk voor ramen en deuren, inbraakvrije sluitingen op ramen en deuren, lampen met bewegingsmelder, een eenvoudig alarmsysteem en eventueel camera's, geen ladders of gereedschap los rond het huis. En als men langere periodes weg is, licht je buren in, zet dure dingen uit zicht, laat af en toe het gras in de tuin maaien, plaats een tijdschakelaar of een spaarlamp, zodat de indruk gewekt wordt dat er iemand aanwezig is.
Maar voor sommige mensen is dit nog steeds niet genoeg.
Een bejaard echtpaar uit A. waarvan de man bijna zijn hele leven tot aan zijn pensioen in Duitsland gewerkt had, kocht vijftien jaar geleden een zomerverblijf. In de winter waren ze in Duitsland omdat de vrouw Duitse was. De man was extreem bang dat er tijdens hun afwezigheid ingebroken zou worden. Dat wilde hij voorkomen en hij zon op extra maatregelen. Het huis werd bewaakt, stond in een site en ook buren hielden een oogje in het zeil. Toch leek het de man niet voldoende. Van beroep was hij werktuigbouwkundig ingenieur en dat kwam goed van pas.
Hij plaatste een automatisch wapen in de gang tegenover de buitendeur. De schakelaar plaatste hij onder de deurmat. Als iemand via de voordeur binnen zou komen, zou het wapen in een maaiende beweging een salvo afgeven.
Afgelopen week kwamen ze weer terug uit Duitsland voor hun jaarlijkse vakantietijd.
De man opende de deur en stapte naar binnen.
"Ta, ta, ta, ta, ta, ta," en beiden werden dodelijk getroffen door het perfect afgestelde wapen.

maandag 6 juni 2011

Wilders' gelijk

Eigenlijk zou iedereen het als kind moeten leren. Eigenlijk zou ieder kind moeten leren dat het helemaal niet erg is als je je ongelijk erkent. Ook Geert Wilders moet het geleerd hebben. Jokken mag niet en volhouden maakt alles alleen maar erger. Dat het voor een kind moeilijk kan zijn om ongelijk te bekennen is te begrijpen.
Natuurlijk blijft het moeilijk om aan anderen toe te geven dat jouw eenmaal ingenomen standpunt niet juist is, dat je ongelijk had.
En ik denk dat dit in het bijzonder geldt in de politiek als je standpunt ook nog eens strijd heeft opgeleverd met vrienden, collega's, partijgenoten of politieke verwanten.
En in het helemaal als je het tot politiek leider geschopt hebt.
Sowieso kom je bijna geen politici tegen die hun ongelijk willen erkennen. De reactie op een betwisting van hun standpunt is meestal een verharding in hun uitspraken en een verdediging met: Als we dit ...........dan voorspel ik u dat ..........
Extreme voorbeelden te over. Dictatoriale neigingen zijn dat. Luisteren naar argumenten van anderen is heel erg moeilijk. Er wordt ook niet echt geluisterd want een politicus mag zijn partij toch niet afvallen, mag het programma niet afvallen. En het verdedigen daarvan en het niet inhoudelijk ingaan op argumenten van de opponent is een tweede natuur geworden.
Ja, veel later zie je bij uitgerangeerde, op een zijspoor geraakte oud-politici wel eens een verandering in hun standpunten. Ze noemen het dan verandering van inzicht of voortschrijdend inzicht. Maar dat komt pas veel later als ze geen rol van betekenis meer spelen. Dan is het te laat.

De meeste mensen vinden het gewoon dat je in het dagelijks leven toe moet kunnen geven dat je ongelijk had. Maar voor heel veel volgelingen van een politiek leider is het erg moeilijk te laten blijken dat je het met een standpunt van de partij(-leider) niet eens bent. Dat kan je niet maken. Je hebt stoere taal gebruikt en daar blijf je aan vasthouden. Standpunten verharden alleen maar, de visie wordt steeds extremer.

En hetzelfde geldt voor de leider. Als hij toe zou geven dat hij het één keer niet bij het rechte eind had, zou hem dat door zijn volgelingen niet in dank worden afgenomen. Hun wereld stort in. Want als het één keer niet waar is, hoe zit het dan met al die andere uitspraken? Daar zit een groot gevaar in. Dus zal je de leider niet zo snel op een inschikkelijkheid kunnen betrappen. Want ook al vertelt hij een leugen dan dient dat volgens hem een doel: Het redden van het vaderland. En de leider offert zijn leven daarvoor op.
Het doet mij denken aan een bepaald ziektebeeld.

Het is heel erg gesteld met Nederland. Geert Wilders bepaalt de politieke agenda. Geert Wilders valt de grondwet aan. Geert Wilders ontkracht de rechtspraak.
Maar nog erger is het dat de rest van Nederland, dus het aantal inwoners min 1, zich laat ringeloren door een zich op een of andere manier gefrustreerd voelende volksvertegenwoordiger, zonder kennelijk in staat te zijn daar iets tegenover te stellen?
De politiek durft niet echt. Bang voor hun eigen achterban en positie.
De minderheid regeert en zit niet eens in de regering.

Er blijft niets anders over dan dat anderen herhaaldelijk en tot in den treure zullen moeten aangeven dat de grote leider het niet bij het rechte eind heeft.

zondag 5 juni 2011

Walvis in Bodrum

Begin mei stond er in de regionale pers een foto van een dode walvis. Bijna had ik de mannen die erbij stonden, vissers dacht ik, vals beschuldigd van het schieten van het dier. Het woord voor schieten vurmak, wordt ook gebruikt bij karaya vurmak, kıyıya vurmak of sahile vurmak, wat eigenlijk stranden betekent. Maar ik las in eerste instantie dat het beest geschoten was. Misschien wilde ik dat graag lezen omdat ik in het verleden nog al eens gezien heb dat vissers niet altijd even zorgvuldig met in zee levende wezens omgaan.
Nu zou het gaan om een jonge blauwe walvis van 3 meter lang met een gewicht van bijna 700 kg. Het dier was op een vrachtwagen naar het gemeentelijk slachthuis vervoerd. Gelukkig was het geen volwassen exemplaar want de blauwe walvis kan ruim 30 meter lang worden en heeft dan een gewicht van 150 ton en dan zou het vervoer lastiger geweest zijn en zou hij ook niet in het slachthuis gepast hebben.
De walvis kan uit de Atlantische Oceaan de Midddellandse Zee in gezwommen zijn maar hij kan ook uit de Indische Oceaan via het Suez-kanaal hier verzeild geraakt zijn.
De gewone vinvis en de potvis worden hier wel vaker waargenomen maar een gestrande blauwe walvis is een zeldzaamheid.
Wat men verder met het beest gedaan heeft vermeld het verhaal niet.
Ik was een beetje wantrouwig omdat ik juist enkele dagen daarvoor een stukje gelezen had in de landelijke pers over een in Mersin aan land gebrachte camgöz, ruwe haai, van een metertje of 5 met een gewicht van ruim 300 kilo.
Het dier staat op de lijst van bedreigde diersoorten. Maar hij kwam wel terecht op de borden van hotelgasten in Marmaris en Antalya. In viswinkels en op markten worden wel vaker haaien aangeboden maar dat zijn meestal niet de bedreigde soorten.
Ook dolfijnen zijn hun leven niet altijd zeker.
Vissers vangen eigenlijk alles wat in zee leeft.

Alles wat in zee leeft, doet me denken aan alles waar een kop aan zit. Van Chinezen wordt gezegd dat zij alles eten wat rondloopt, rondkruipt, zwemt of vliegt, alles waar een kop aan zit.
Alles behalve mensen voor zo ver ik weet.
In documentaires of reisprogramma’s over China wordt steevast een bezoek gebracht aan warenmarkten en dan wordt er altijd speciale aandacht besteed aan de afdeling met levende have. De dieren zitten in kooien of liggen vastgebonden op de kraam of zitten in een juten zak. Hele rijen kramen waar voor ons exotische dieren, die we in dierentuinen tegenkomen, worden aangeboden. Apen, civetkatten, wezels, hagedissen, beren en pythons. Maar ook honden, katten, ratten, konijnen, vogels, slakken, krabben, kikkers en schildpadden. Het is maar wat je gewend bent.

In Japan wordt heel veel walvisvlees en dolfijnenvlees gegeten. Op scholen wordt het vaak bij het middageten verstrekt. De inspectie van de volksgezondheid heeft geadviseerd niet vaker dan één keer per maand walvisvlees te eten vanwege het hoge gehalte aan kwik, lood en cadmium.
Wat is er met onze walvis gebeurd?
Waarom lag hij in het slachthuis?

zaterdag 4 juni 2011

Osmanlı kebab

Vanmorgen werd ik heel vroeg wakker nog voor de muezin zijn eerste oproep deed. Ik had last van mijn maag, mijn ingewanden en een barstende hoofdpijn. Iets verkeerds gegeten dacht ik onmiddellijk. We waren gisteren met vrienden ergens wezen eten. Ik had twee biertjes gedronken. Daar kon het niet aan liggen. Het eten dan? Had dat de problemen veroorzaakt? Het smaakte voortreffelijk en nu ik eraan denk word ik een beetje wantrouwig. Het smaakte misschien een beetje te voortreffelijk.
Goed, het zal straks wel overgaan, dacht ik. En ja hoor, na een licht ontbijtje en een paar koppen koffie voelde ik me weer kiplekker.
Heel even was er eerst door me heengegaan dat het misschien wel de EHEC-bacterie zou kunnen zijn. We eten hier heel veel komkommers, sla en tomaten en vanwege de huidige wereldhandel ben ik er niet absoluut zeker van dat deze producten niet ingevoerd zijn uit verdachte landen. Daardoor kan een dergelijke besmetting zich ook vliegensvlug verspreiden. Binnen enkele weken hebben we het overal naartoe gebracht. En eigenlijk is het wonderlijk dat er zich tot nog toe geen grotere uitbraken wereldwijd hebben voorgedaan.

We horen wel vaker van regionale problemen met voedsel, gebruik van verontreinigde grondstoffen, vervuiling van grondwater, gebruik van gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. Maar daar is allemaal sneller een afdoende maatregel tegen te nemen.
Nog vaker komen er verhalen in de pers van individuele gevallen. Voedselvergiftiging, huiduitslag, duizeligheid, misselijkheid, maag- en darmproblemen en nog veel meer kleine lichamelijke ongemakken.
Glas in potten pindakaas of kindervoeding, een muis in een pak melk. Dat zijn 'productiefoutjes' die gelukkig meestal niet zo'n grote impact hebben en met het uit de handel halen van een partij is over het algemeen dit probleem eveneens opgelost.

Warenonderzoek bij eethuisjes in Istanbul liet zien dat er vaak nog al wat oneigenlijke bestanddelen in de verkochte voedingsmiddelen zitten.
In kalfsgehakt werd hart, lever en kipafval aangetroffen. In worst vond met kraakbeen en huid. In een broodje kip zaten kipresten en vel. In een geval werd in gehakt zelfs minder dan de helft vlees aangetroffen. Hier zal je waarschijnlijk niet zo gauw iets van krijgen en als je naar de prijzen van bv. een broodje kip kijkt, vind ik de uitkomsten niet echt verwonderlijk. Een broodje kip kost tussen 1.5 en 2.5 lira. Het besluit tot het gebruik van vleesvervangingsmiddelen is dan snel genomen. Zo lang dat niet schadelijk is, is het geen probleem. Als je dat niet wilt, moet je het niet kopen.
 "Gatverdamme wat zit daar nou in," riep ik in het Nederlands toen ik in Istanbul ergens bij de Galatabrug een broodje vis kocht. Het bleek een sigarettenpeuk te zijn. Het broodje uiteraard weggegooid. Ik had geen trek meer in een aangeboden goedmakertje. Ik denk dat ik voorlopig geen broodje vis meer zal kopen. Ik rook niet en die peuk liet me bijna kotsen.
In een broodje kip döner kwam ik ooit een stuk plastic tegen en dat zal ik ook niet zo snel meer kopen.
Maar een prijzige Osmanlı kebab waar ik ziek van word, vind ik eigenlijk veel vervelender.

vrijdag 3 juni 2011

10 Lira

Een bijzonder aantrekkelijke kant van de samenleving vond ik vanaf de eerste keer dat ik met kloppend hart, want ik houd niet van vliegen, voet zette op Turkse bodem de bezigheid van de talloze kleine bedrijfjes die je overal langs doorgaande wegen en dorpswegen vindt. En dat is nog steeds zo. Ik voel dan een bepaald soort opwinding. Ik vind het een fantastisch gezicht. Mensen die met hun handen werken en op een gegeven moment een zichtbaar product afleveren. Ik heb daar een zwak voor.
Ik kan werkelijk urenlang kijken hoe een steenhouwer een muurtje van natuursteen in elkaar zet. Ik kan urenlang kijken naar een visser die zijn netten binnenhaalt. Eigenlijk geldt dat voor elk handwerk en elk materiaal. Maar ook het grovere werk trekt me. Het werken met een dragline, het storten van beton, het asfalteren van een weg, het metselen van een fundering. Het geeft niet wat.
Maar de kleine bedrijfjes genieten mijn voorkeur. Als ik dat zie, wil ik meteen wel aan de slag, wil ik meteen meedoen.
Als kleuter stond er naast ons huis een timmermanswerkplaats. Ik mocht daar niet komen van mijn moeder want dat vond ze veel te gevaarlijk. Natuurlijk had ik geen idee wat er precies gebeurde in die geheimzinnige werkplaats. Maar het moest wel iets speciaals zijn, anders hoefde mijn moeder mij niet te verbieden er te gaan kijken. Wat rook het speciaal. Misschien maakte dat nog wel de meeste indruk, die lucht van gezaagd hout. Ik zou nog steeds niet goed kunnen omschrijven wat dat nou precies is. Het is een geur die ik altijd meteen herken, waar ik ook ben op de wereld maar die ik niet exact kan benoemen.
Later woonden we in een dorp aan het water. In de hoofdstraat stond een timmermanswerkplaats waar men zich ook bezighield met het bouwen en repareren van houten schepen. Het was dichtbij een boekwinkel annex bibliotheek waar ik regelmatig kwam. Ik moest er langs en ik moest er altijd even kijken. Op de ouderwetse manier, boven een houtvuurtje werden de natgemaakte delen in de juiste kromming gebracht. Werkzaamheden die je nog steeds ziet hier in Turkije. De geur van het hout was anders omdat er vuur bij te pas kwam. Die twee werkplaatsen hebben mij de liefde voor het vakmanschap bijgebracht. En hout vind ik nog steeds het mooiste materiaal om iets van te maken.
De trend in Turkije is een beetje om die bedrijfjes uit de woonplaatsen te verplaatsen naar een bedrijventerrein buiten het dorp of de stad. Vanwege overlast, ongezonde luchten, veel lawaai, verfstoffen en andere bijkomende verschijnselen. Jammer, maar heel verklaarbaar en ook begrijpelijk en verstandig.
Op zo’n bedrijventerrein worden dan alle bedrijfjes in kleine onderkomens ondergebracht. Ook daar is het aangenaam om alle activiteiten te aanschouwen maar leuker vind ik het als ik onderweg van alles en nog wat tegenkom.
Vanochtend moest ik mijn auto even laten nakijken en ging dus naar het bedrijventerrein.
Ik moest even wachten. Meteen werd er thee besteld bij het theehuis.
Alle kleine autobedrijfjes (vakgarages) zitten daar op een rij naast elkaar. Tientallen kleine zaakjes. Tientallen houtbewerkingsbedrijven zijn er ook. Evenals een flink aantal metaalbedrijfjes, marmerbedrijfjes ja eigenlijk kan je er alles vinden. Iedereen kent iedereen en de gekste problemen worden, eventueel met behulp van collega’s van andere bedrijven, opgelost.
Als ik er moet zijn maak ik altijd even een rondje om te zien wat men aan het doen is.
Na een half uurtje was het probleem opgelost.
Het was weer een rib uit mijn lijf.

donderdag 2 juni 2011

Sporten

Peentjes zweette ze zag ik. "Doe een beetje voorzichtig," riep ik tegen een bekende uit het dorp, maar ze stiefelde gewoon door. Ze is een van die mensen, meest vrouwen trouwens, die je 's morgens vroeg tussen acht en negen als de zon nog niet al te warm is, af en toe over de boulevard langs het strand kan zien sporten. Nou ja, sporten is een beetje veel gezegd want eigenlijk wandelen of lopen de meeste mensen alleen maar. Maar eerlijk is eerlijk, sommigen doen aan speed-walking en dat kan heel inspannend zijn. Vooral als je het niet regelmatig doet.
Uitgedost in schitterende trainingspakken in alle kleuren van de regenboog en een paar hippe sportschoenen aan hun voeten snellen ze van de ene naar de andere kant over de boulevard en weer terug. Veelal zijn het mensen van boven de vijftig die zo te zien wel wat extra beweging kunnen gebruiken. Met hun dikke lijven en zwetend als een otter. Kijk toch uit. Denk eens aan Arthur Lydiard de 'uitvinder' van het joggen, die zelf door een hartverlamming om het leven kwam. Nee joggingtrajecten zie je hier trouwens niet. Wel kom je op vrij veel plaatsen een aantal in lijn geplaatste oefenapparaten tegen. Je werkt het hele circuit af en op elk apparaat doe je je oefeningen. Draaien met je kont, je benen optrekken en strekken, je rug rechten e.d. Aan het eind zijn alle spieren aan de beurt geweest en is alles weer lekker los.
Ook echte hardlopers zie je hier nauwelijks. Of het moeten buitenlandse vakantiegangers zijn die een sportvakantie geboekt hebben. Nee, van een hardloopcultuur is hier geen sprake.
Wat je in de steden wel vrij veel tegenkomt zijn de fitnesscentra. Tot zeer laat in de avond geopend omdat de werkdagen van de bezoekers vaak heel lang zijn en ze pas laat vrij zijn. Ze zijn ruim voorzien van de allermodernste apparaten.

De interesse in alles wat maar met gezondheid te maken heeft is groot in Turkije. In zaterdag- of zondagbijlagen van alle kranten verschijnen iedere week grote artikelen over alle mogelijke onderwerpen betreffende gezondheid. Allergie, obesitas, hart- en vaatziekten, migraine, reuma, kanker. Ja, het hele menselijke lichaam komt voorbij. Maar ook gezonde voeding, supplementen, geneeskrachtige planten, botontkalking door alcoholgebruik en omega-3 om het tegen te gaan. Diëten, yoga, pilates, vetafzuiging, slow cooking. Moderne operatie-technieken. Echt de hele range komt aan bod.

En waar gaat het nu om? Willen mensen gezond leven of willen ze lang leven. Ik vermoed het laatste. Het doet een beetje Calvinistisch aan en het lijkt me niet echt bij de levensovertuiging van de Turken passen.
Je leeft maar een keer.
Geniet van het leven.
Morgen gaat de zon weer op maar misschien niet voor mij.
Iedere dag kan je laatste zijn dus gebruik hem wel.
Dat is het lot.
Vorige week stond er een lijstje in de krant met 25 activiteiten die je niet of juist wel zou moeten doen om langer te leven.
Een hele rij obligate dingen zoals: niet je werk mee naar huis nemen, matig met alcohol, tijd voor je kinderen vrijmaken, mooie boeken lezen, met vrienden afspreken, je niet druk maken, op je gewicht letten etc. En uiteraard: veel bewegen.

De volgende dag werd er vanuit de moskee een overlijdensbericht voorgelezen.............

woensdag 1 juni 2011

De wensboom

Bij ons aan het strand van Bodrum staat een wensboom. Niet echt iets bijzonders zou je zeggen want het fenomeen bestaat over de hele wereld. In heel veel landen kent men wensbomen en het heeft volgens mij niets met een bepaalde cultuur of met een bepaald land of werelddeel te maken. Het lijkt wel iets universeels. Het is een thema dat heel vaak voorkomt in literatuur of film.
Van een wensboom wordt verondersteld dat hij wensen kan doen uitkomen. Je gaat onder de boom staan, je doet in stilte je wens en knoopt daarna een lintje of een lapje aan een van de takken.
Voor zover ik weet gaan de meeste wensen over gezondheid en, aan het aantal giebelende meiden die er in de buurt zijn af te meten, over de liefde.
Ik geloof dat er geen voorwaarde aan verbonden is om een wens te mogen doen. Je hoeft niet eerst een vallende ster te zien. En je hoeft ook niet alle brandende kaarsjes van je verjaardagstaart in een keer uit te blazen. En je hoeft ook niet ’s avonds buiten de maan over je rechter schouder te zien schijnen.
Nee je mag gewoon een wens doen als je dat wilt volgens mij.

Ik denk dat lang niet alle gedane wensen uitkomen. En ik denk dat dat maar goed is ook. Mensen doen de onmogelijkste en gekste wensen. Als die allemaal uit zouden komen, zouden we in een totaal onleefbare wereld terecht komen. Nee, niet alle wensen worden vervuld.
Goed wensen is beslist een hele kunst zou je kunnen zeggen. Je moet namelijk iets wensen dat eventueel uit zou kunnen komen en niet iets totaal onmogelijks. Hoewel je zou kunnen zeggen dat je altijd 50% kans hebt dat een wens uitkomt, hij komt namelijk wel uit of hij komt niet uit, ben je daarmee natuurlijk nooit zeker van je zaak.

Er bestaan heel veel moppen en volksverhalen over wensende mensen. Daarbij gaat het heel vaak om een erg inhalig persoon en een bescheiden persoon. En de bescheiden persoon komt er meestal het beste uit te voorschijn.
Of het gaat over een dom en een verstandig iemand.
Ook de slimmerikken komen vaak aan bod: Ik wens dat ik twee wensen mag doen.
Of: Ik wens dat mijn wens uitkomt.
Ja, er zijn wensen te over. Hele persoonlijke die niet zo gemakkelijk in vervulling zullen gaan maar ook kan men een wens doen in het algemeen belang. En eigenlijk zou het eerlijker zijn als die wel uit zouden komen.
Een soort Hollandse ziekte verspreidt zich over Europa en dan bedoel ik niet de EHEC-bacterie of zoals in het verleden de Hollanditis. Mijn wens zou daar iets aan moeten kunnen doen. Ik zou bv. met heel mijn hart kunnen wensen dat Geert Wilders zich terug zou trekken uit de politiek.
Ik hoop trouwens niet dat het mijn laatste wens zou zijn.

Ik heb een wens gedaan en ik heb een lapje aan de boom op het strand geknoopt. Ik ga natuurlijk niet vertellen wat ik gewenst heb. Een wens hardop uitspreken of beschrijven verbreekt de ban. En dat zou de oorzaak kunnen zijn van het feit dat mijn wens niet in vervulling gaat.