zaterdag 30 april 2011

Olijven

Als je hier over de doorgaande wegen rijdt, kom je overal stalletjes tegen waar producten van het land te koop aangeboden worden. Ook op de markten worden in kleine hoeveelheden producten uit de eigen tuin of van de eigen boerderij verkocht. Groenten, fruit, sap, paddenstoelen, jam, eieren, olijven en olijfolie. Vanaf september of oktober worden de olijven verzameld. Geplukt of geraapt. In Turkije worden daar vaak grote zeildoeken voor gebruikt om onder de bomen uit te spreiden en daarmee de vallende olijven te verzamelen. In andere landen worden vaak netten gebruikt. Zo gaat er niets verloren.
Er zijn allerlei manieren om de vruchten uit de bomen te krijgen. Een bekend beeld is het slaan met een stok tegen de takken. De boer slaat en de vrouw verzamelt. Er wordt ook gebruik gemaakt van een strijktang, een soort hark waarmee de vruchten van de takken getrokken worden. Zelfs een trilmachine die rond de boom wordt aangebracht of een zuigmachine wordt soms gebruikt. Ook wordt er geplukt.  Op de ene manier kan je rijp en onrijp meteen selecteren en op de andere manier zit alles door elkaar. Het allereenvoudigst is natuurlijk wachten tot ze goed rijp zijn. Dan vallen ze vanzelf uit de bomen en hoef je alleen maar te rapen. Maar als je groene olijven wilt inmaken, kan je weer niet zo lang wachten omdat ze allemaal donker worden als ze rijp zijn.
In de grote olijfboomgaarden wordt tamelijk rigoureus geoogst waardoor de bomen beschadigd kunnen worden en de vruchten gekneusd. Wat dat laatste betreft is dat niet zo verschrikkelijk want ze worden toch geperst om er olie van te maken. Het beschadigen van de bomen is een ernstiger zaak omdat dan de volgende oogst weleens minder zou kunnen zijn. Een volkswijsheid hier is dat als je de vruchten er uit slaat de boom het volgend jaar niet draagt.
Overal langs bospaden en wegen staan in die tijd grote hoeveelheden zakken met verzamelde olijven klaar voor transport. Ze gaan naar de oliepers in het dorp waar iedereen zijn eigen opbrengst kan laten persen.
Op een van mijn wandelingen zag ik onder een olijfboom een oudere vrouw zitten. Ze leek op koningin Beatrix. Ze sorteerde de olijven. De mooie haalde ze er tussen uit om in te maken vertelde ze.
In alle landen rondom de Middellandse Zee worden olijven verbouwd. En er schieten mij nu een aantal fraudezaken te binnen i.v.m. onterechte subsidies aan boeren in sommige van die landen. Ik dacht aan Beatrix en ik herinnerde me dat ze ooit subsidie kreeg van Europa voor de aanplant van een nieuwe olijfboomgaard op haar landgoed in Italië omdat de oude bomen in de winter doodgevroren waren.
En ik kreeg een beeld voor ogen. Beatrix zittend onder een olijfboom met een prachtige zonnehoedcreatie op haar hoofd. Plat op haar achterwerk. En in haar schoot een berg olijven. Kleinkinderen liepen af en aan om emmertjes olijven bij oma te legen.

vrijdag 29 april 2011

De Senegalees

Een foto in een tijdschrift deed mij mijn wenkbrauwen fronsen. Het was een foto van een neger die bij de invasie van de geallieerde troepen op het schiereiland bij Gelibolu gemaakt was. Het was een foto uit 1915.
Ik kende de slag om Çanakkale van 18 maart 1915. Ik kende ook het vervolg. Ik ben er ook op bezoek geweest. De foto herinnerde me aan die dag en aan de vreemde gedachte die ik toen had.
Ik heb er een bustour gemaakt en een rondleiding gehad en ik heb alle forten, begraafplaatsen, gedenktekens, musea en het herdenkingspark bezocht. Dat was al weer een aantal jaren geleden. En toch verbaast me dan ieder jaar weer de aandacht die er in de pers aan de gebeurtenissen gegeven wordt. Dat is lange tijd niet zo geweest heb ik me laten vertellen. Over het waarom dat dit de laatste 25 jaar steeds meer is toegenomen zijn allerlei theorieën in omloop, maar dat is in dit verhaal eigenlijk niet van belang. Er komen jaarlijks honderdduizenden bezoekers van Australische nazaten van soldaten tot reisgezelschappen van over de hele wereld, van excursies van schoolkinderen tot deelnemers aan familie-uitstapjes.
Ik heb de geschiedenis in verschillende bronnen nog eens nagelezen en leerde ook waar de man op de foto vandaan kwam. Het was een soldaat uit Senegal. Senegal was destijds een Franse kolonie en streed mee met de geallieerden tegen Turkije. Turkije had in de Eerste Wereldoorlog de kant van de Duitsers gekozen. En de geallieerden wilden via de Dardanellen hun Russische bondgenoten ondersteunen in hun strijd. En eigenlijk niet zo heel vreemd, maar toch opmerkelijk streden aan geallieerde kant Engeland met Australië, Nieuw-Zeeland, Newfoundland en Gurkha’s uit India en Ieren samen met de Fransen en hun koloniale troepen uit Senegal en Noord-Afrika tegen de door Duitsers ondersteunde Turken.
Geschiedenis zorgt bijna altijd voor romantisering en verfraaiing van de strijd. Maar dat is evident en ook het verhaal niet. En dat er opmerkelijke, uitzonderlijke prestaties geleverd zijn door de Turkse (eigenlijk nog Osmaanse) eenheden is absoluut een feit.
Aan beide kanten vielen heel veel slachtoffers. Onder de geallieerden vielen meer dan 50.000 doden en onder de Turken waarschijnlijk nog meer in een strijd die duurde van 18 maart 1915 tot 9 januari 1916.
Er zijn in de loop der jaren steeds meer verhalen en mythes in omloop gekomen. Over vriendschappen tussen soldaten van de twee kampen, over hulp aan gewonden en over Atatürk. Atatürk was toen luitenant-kolonel van een divisie, later generaal en opperbevelhebber van de strijdkrachten en is veelvuldig geroemd voor zijn optreden tijdens de strijd.
Tijdens een aanval van de geallieerden werd hij door een granaatscherf in zijn borst geraakt (kan ook een kogel geweest zijn) maar een zakhorloge redde zijn leven.
Opmerkelijk hoe een zakhorloge de geschiedenis van een land en misschien wel van heel Europa kon bepalen.

donderdag 28 april 2011

Mandarijnenwijn

Dit jaar ben ik absoluut van plan om mandarijnenwijn te gaan maken. Afhankelijk van de soort bloeien mandarijnenbomen van ongeveer maart tot eind mei. Vooral op het westelijk deel van het schiereiland vind je een groot aantal mandarijnenboomgaarden. Nu ze in bloei staan krijg ik weer goede voornemens.
Als je door een bloeiende mandarijnentuin loopt, word je overvallen door de lucht van de grote, witte, stervormige bloemen. Schrijvers uit het tijdperk van de Romantiek zouden een prachtige kans hebben er een paar hoogdravende zinnen aan te weiden.
“We wandelden tussen de bloeiende mandarijnenbomen. De lucht was zwanger van de bedwelmende, overweldigende geur die zwaar op de longen drukte en me de adem bijna benam. Samen met de aanblik van mijn geliefde naast me was het moeilijk om mijn bewustzijn niet te verliezen.” Of zo iets.
En toen ik door onze eigen tuin liep had ik dat ook een beetje. De zware lucht dan, de doordringende geur waar je niet omheen kon.

We hebben een tuin met tientallen volwassen mandarijnenbomen. De oogst is ieder jaar overvloedig. Te veel om op te eten.  En omdat iedereen hier in de buurt zelf wel een paar bomen heeft staan of een vriend of kennis heeft met mandarijnen lukt het uitdelen soms ook niet eens meer. Natuurlijk persen we er bijna dagelijks sap van. Maar het kan niet op.
De mandarijnensoort die wij hebben staan is volgens kenners de Rizemandarijn. Een grote, los in de schil zittende, sappige, zoete, pitloze mandarijn. Met onze hoeveelheid bomen hebben we jaarlijks een opbrengst van zeker 300 kilo.
Behalve sap maak ik er ook weleens jam of marmelade van maar daar ben ik zelf niet zo dol op. Dus was ik op zoek naar andere verwerkingsmogelijkheden.
We gebruiken geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen in de tuin en mijn gedachten gingen uit naar iets zuiver biologisch.
Ik heb vroeger weleens bier gemaakt en “zuiver biologisch mandarijnenbier” klinkt niet gek. “Zuiver biologische mandarijnenwijn” ligt ook goed op de tong.
Wijn maken is niet heel erg moeilijk. Wel een secuur werkje en het resultaat moet wel ergens naar smaken. We kennen allemaal wel iemand die van die heerlijke zelfgemaakte peren- of appelwijn presenteert. Als je dan weggaat kan je gerust een flesje meekrijgen. De enige die het kennelijk lekker vindt, is de producent zelf (of misschien ook niet eens). En dat moet niet gebeuren.
Ik zal me dus heel goed voorbereiden, documenteren, bestuderen, de juiste gereedschappen en ingrediënten aanschaffen.
Voor 300 kilo mandarijnen hebben we nodig:
Eh.....  trechter, zeef, gist, suiker, gistvat, enzymen, sulfiet, kurken, flessen om maar eens een paar dingen te noemen.

De Bodrumse zomerdrank is een cocktail van tonic met gin en groene mandarijnen.
Misschien ....................

woensdag 27 april 2011

Brand

Vanaf eind april zijn ze weer regelmatig in de lucht. Helikopters wel te verstaan. En dan bedoel ik niet die grote lompe in camouflagekleuren geschilderde legerhelikopters. Nee, ik bedoel de kleinere gele helikopters die ingezet worden bij inspectievluchten naar mogelijke brandhaarden.
Bosbranden komen ’s zomers van tijd tot tijd voor op het bosrijke schiereiland Bodrum.
De laatste paar jaar waren er gelukkig geen grote meer. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat de overheid herbeplanting van de gebieden verplicht stelt en dat er geen verandering van bestemming plaats mag vinden.
Er werd namelijk geruime tijd druk gespeculeerd over de mogelijkheid dat projectontwikkelaars verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor sommige branden. Ze zouden dan eventueel voordelig gronden op kunnen kopen voor nieuwe bouwprojecten.
Ooit zijn er verdachten aangehouden in dit verband maar of het tot een veroordeling is gekomen weet ik niet.
De meeste branden ontstaan door onvoorzichtigheid van mensen. De barbecue, het wegwerpen van een sigaret of het verbranden van tuinafval zijn naast bewuste brandstichting de bekendste oorzaken. Natuurlijke oorzaken (bv. bliksem) zijn een uitzondering.

Vorig jaar was er een brand op een tamelijk steile berghelling tegenover ons huis. Zelf liepen wij geen gevaar maar de huizen die op de berghelling stonden zouden mogelijk een prooi van de vlammen kunnen worden.
Er werd groot materiaal ingezet om de brand te bestrijden. Op het vliegveld van Milas staan 's zomers enkele blusvliegtuigen gestationeerd die assistentie kunnen verlenen.
Een paar jaar geleden zag ik daar al eens een vreemd soort vliegtuig staan. Ik zag dat het een soort watervliegtuig was in zeer opvallende kleuren geschilderd. Afwisselend geel en rood. Dezelfde kleuren als van de voetbalclub Galatasaray. Ik dacht toen dat het voor promotiedoeleinden vluchten uitvoerde.
Maar nee het was een blusvliegtuig met enorme watertanks. Dergelijke vliegtuigen kunnen op zee landen en water innemen.
Er waren twee vliegtuigen die elkaar afwisselden. Een halen, een brengen. Ik vond dat de piloten fantastisch werk deden, waarbij ze heel behendige manoeuvres uitvoerden. Met duivelse vliegmanskunst kwamen ze met hun toestellen tot dicht bij de bergwand. Ze maakten dan een plotselinge draai, gooiden het toestel op een kant, opende het reservoir en schoten zo a.h.w. hun watervoorraad als een projectiel op de vlammenzee af.

Er bestaan ook blushelikopters die een grote waterzak onder het toestel hebben hangen en daarmee tamelijk gericht kleinere hoeveelheden water op het vuur of beter nog op het loopspoor van de brand kunnen dumpen.

Overal in Turkije zijn er fanatieke voetbalsupporters. En de rivaliteit tussen aanhangers van de grootste clubs beperkt zich niet tot Istanbul. Er wordt beweerd dat er mensen zijn die eigenlijk niet door de geel-rode blusvliegtuigen maar liever door de neutraalgekleurde helikopters (uit de brand) geholpen willen worden.

dinsdag 26 april 2011

Rakı

Het is bekend dat 4000 jaar geleden de Hittieten in Anatolië al wijn maakten. En de oudste wijnpers in Turkije schijnt gevonden te zijn bij Konya, tegenwoordig een tamelijk streng religieus gebied.
Ongeveer 3000 jaar geleden kwamen bevolkingsgroepen uit het huidige Italië en Griekenland naar Turkije en die brachten hun wijnbouw mee.
In de 19e eeuw werd aan het hof van de sultan en door mensen rond het hof wijn gedronken. Die wijn schijnt geïmporteerd te zijn uit o.a. Frankrijk.
Tegenwoordig kent Turkije belangrijke wijnbouwgebieden rond Marmara, het Egeïsche gebied, rond Ankara, bij de Zwarte Zee, in Oost- en Zuidoost-Anatolië.

Lange tijd, zo tussen 1400 en 1800 ongeveer, was het gebruik van alcoholhoudende dranken voor moslims verboden. Men kon destijds voor het gebruik gestraft worden.
Maar in de eethuizen van bv.  Griekse inwoners van Istanbul werd wel alcohol geschonken. En toen er vanaf ongeveer 1850 een wat gematigder en liberaler wind door het land ging waaien, bezochten ook steeds meer moslims deze meyhanes waar een anijshoudende sterke alcoholische drank werd geschonken.
En zo waren er rond 1870 in Istanbul en Izmir al meerdere merken van deze ‘rakı’ verkrijgbaar.
Op een gegeven moment werd de productie en verhandeling van de drank ondergebracht in een staatsmonopoliebedrijf (Tekel) en was er, geloof ik, alleen nog maar Kulüp en later Yeni Rakı op de markt. Maar vanaf het moment dat het monopolie in 2004 werd opgeheven, kwamen er binnen de kortste keren weer tientallen merken en soorten in omloop. Allemaal iets verschillend in procedé, receptuur of alcoholgehalte.
Ook bier viel onder het staatsmonopolie. Maar ook daarvan zijn nu vele merken en soorten, zowel Turks als buitenlands, verkrijgbaar.

De afdeling voor wijn, bier en gedistilleerd in de grote supermarkten is aanzienlijk en wordt beslist niet alleen gefrequenteerd door toeristen of buitenlanders.
In grote delen van het land, maar lang niet overal, is het gebruik van alcohol gemeengoed geworden, een seculiere verworvenheid, een aanvaard feit.
Rakı wordt wel de nationale drank van Turkije genoemd.

maandag 25 april 2011

Vogelfluitje

Op de vlooienmarkt zag ik een vogelfluitje liggen. Het was van keramiek met rood en wit glazuur. Nieuw. Er bestaan ook ongeglazuurde fluitjes van terracotta of heel giftig gekleurde van plastic. In speelgoedwinkels of souvenirshops zijn ze nog wel te koop.
Het is een vogeltje met een lange staart waar een paar gaatjes in zitten. Er is een soort mondstukje om op te blazen. Het vogeltje is hol en via een gaatje bij de kop kan je er water in laten lopen.  Het geluid en de toonhoogte kan door de hoeveelheid water enigszins veranderd worden.
Oorspronkelijk werd het vogelfluitje gebruikt om vogels te lokken die je dan gemakkelijker kon vangen. Later werd het pas kinderspeelgoed. Althans dat wordt vermoed.
Het fluitje kom je in veel landen tegen en is van alle tijden. Er was er een te zien op een terracotta tentoonstelling uit de eerste eeuw na Chr. En in West-Europa werden er talloze van pijpaarde uit de 7e eeuw maar ook uit de 14e eeuw of de 17e eeuw gevonden. Ook benen exemplaren zijn bekend. Vergelijkbare fluitjes worden nu nog in Aziatische landen gemaakt.
Het fluitje van de vlooienmarkt deed me plotseling aan het boek 'Vogels zonder vleugels' van Louis de Bernières denken.
In het beklemmende boek over de gebeurtenissen in een dorp aan de Middellandse Zee in het begin van de 20e eeuw waar de bevolkingsgroepen van Armenen, Grieken en Turken vreedzaam naast elkaar leefden totdat internationale spanningen tijdens de wording van de moderne Turkse staat en de gebeurtenissen rond de Tweede Wereldoorlog er voor zorgden dat mensen gedeporteerd en vermoord worden. Met de uitruil van Grieken en Turken en het verlaten van hun dorpen in 1923 als slot.
Het boek van De Bernières is gebaseerd op de gebeurtenissen in het dorp dat nu Kayaköy heet, dicht bij Fethiye. Ik ben er enkele keren geweest. Voor mij was de tragiek, het persoonlijke drama en de ellende nog voelbaar.
Ik herinner me dat er in het boek twee jongens voorkomen die beiden een vogelfluitje bezitten. Ze kunnen elkaar hiermee waarschuwen en van hun komst verwittigen. Maar als een van de jongens na jaren van afwezigheid weer terugkomt, krijgt hij geen antwoord meer.
De ene jongen deed met het fluitje het geluid van een nachtegaal na en de andere jongen dat van een merel.
De ene is een trekvogel en de andere een standvogel.

zondag 24 april 2011

Wie maakt me los

Op de markt kon ik twee Armani spijkerbroeken kopen voor 60 lira. Soms zijn ze nog goedkoper en worden ze voor 10 lira per stuk aangeboden. In een discount shop zag ik ze vorig jaar zelfs voor 5 lira. Goed, je doet er geen jaren mee maar af een toe een "verse" is ook niet te versmaden.
Overal op de wereld worden tegenwoordig spijkerbroeken gedragen. Dat mag. Ik weet niet of er nog landen zijn waar de spijkerbroek verboden is. In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw was dat wel anders. In de Oostbloklanden mocht toentertijd de spijkerbroek als symbool van de westerse decadentie niet ingevoerd worden. Daarbij gingen de autoriteiten er even aan voorbij dat de broek gemaakt was als arbeidersbroek.
Veel jongeren uit West-Europa die op vakantie gingen naar bv. Oost-Duitsland of Hongarije namen een extra broek mee, een gedragen exemplaar, speciaal om daar te verkopen. Sommigen verkochten zelfs ook nog de broek die ze droegen. Dat waren goedkope vakanties. Dat is niet meer zo. Spijkerbroeken worden nu vrijwel overal gemaakt.

Levi Strauss verkreeg in 1873 patent op zijn werkmansbroek van blauwe denim. Een broek van zware kwaliteit speciaal voor het zware werk, eerst voor de goudzoekers, later ook op boortorens, in fabrieken en op veebedrijven gebruikt. De broeken gingen jaren mee.
Een echt universeel jongerenuniform werd het pas na de Tweede Wereldoorlog. Eerst in de Verenigde Staten en later in Europa. De broeken werden van wat minder sterke kwaliteit, want het werd nu de bedoeling om de omzet te verhogen. De spijkerbroek werd onderhevig aan de mode. Had men bijna een eeuw met hetzelfde model gedaan (de 501), nu volgden de nieuwe modellen elkaar in sneltreinvaart op. De heel nauwe strakke, de wijde baggy trousers, de bell bottoms, de heupbroeken, de stone washed en weet ik wat al niet meer.
De fabrieken kunnen we nu in heel veel landen vinden. Ook in Turkije, waar volgens bepaalde theorieën de stof oorspronkelijk weleens vandaan gekomen zou kunnen zijn. De stof zou in de 18e eeuw naar Zuid-Frankrijk verscheept zijn. En later zou het vanuit Nîmes in de Verenigde Staten terecht gekomen zijn. Vandaar de naam denim van het Frans: de Nîmes. Maar er zijn ook andere verhalen.
Vandaag de dag hebben ook bijna alle gerenommeerde modehuizen hun spijkerbroekenlijn. Zo kan je een Armani kopen, of een Dolce & Gabana, of Hugo Boss, Joop, Versace. Iedereen wil er een graantje van mee pikken. Er zijn wel honderd merken.
Een echte Armani, echte Versace, echte Levis, echte Wrangler want het staat er op.
Er bestaat wel Turkse denim.
"Ok," zei de marktkoopman, "doe dan maar 50 lira."

zaterdag 23 april 2011

Koeien op de weg

Ik kwam met de auto van Muğla naar Milas over de grote weg. Ergens tussen die twee plaatsen in zag ik voor me de auto’s afremmen en verderop zag ik een krioelende massa op de weg. Dichterbij komend werd het me duidelijk. Een grote kudde schapen en geiten, zeker een paar honderd, stak over. Voorop een vrouw en achteraan een man die de beesten voortdreven. Het verkeer, vrachtwagens, bussen en personenauto’s, wachtte netjes tot alle dieren veilig aan de overkant waren.
In de stad hoeft maar iemand even stil te staan met zijn auto en men begint te claxonneren. Hier niet. Kennelijk is men dit soort zaken gewend. En moet je ze even de tijd gunnen.
Vaak kom je loslopende dieren tegen en dan laat ik de honden even buiten beschouwing. Maar eigenlijk heb ik nog nooit een ongeluk gezien tussen mens en dier. Het is alsof chauffeurs er goed op anticiperen en overal iets dergelijks schijnen te verwachten.
Toch kan je voor heel vreemde situaties komen te staan. Zo kwam er ooit in het donker een tiental loslopende paarden op mijn pad. Ja zelfs een keer een groep van een stuk of zeven kamelen. Een paar geiten, een ezel. En natuurlijk regelmatig koeien.

Echte weilanden heb ik hier op het schiereiland nauwelijks gezien. Koeien scharrelen overal hun kostje bij elkaar. En een van schrikdraad voorziene afrastering ben ik ook nog niet tegen gekomen. De koeien staan vaak aan een grondpin ergens op een landje, in de berm, op een berghelling of op een braakliggend stukje grond. Als er maar een beetje groen staat. Ze zijn niet verwend. Kalveren, die lang bij het moederdier blijven, lopen er los omheen.
Het gebeurt vrij vaak dat de koeien zich lostrekken en een beetje gaan zwerven. Ook worden koeien zo maar ergens los gelaten en dan dragen ze vaak een kluister of de poten zijn zo aan elkaar gebonden dat ze alleen kleine stapjes kunnen nemen.
Soms zie je iemand zijn koe uitlaten, lijkt het wel. Een koe aan een touw en samen met een begeleider trekt het dier de hele dag van de ene naar de andere plaats om wat groen te verschalken.

Het was in het voorjaar enkele jaren terug. Ik verbleef destijds in een huis boven op een heuvel. Beneden liep een drukke doorgaande weg van het dorp naar het strand. Iedere morgen heel vroeg als ik met mijn kopje koffie op het balkon de omgeving zat op te nemen, kwamen er vanuit het dorp een man en een vrouw met vijf gekluisterde koeien, die ze vermoedelijk een eindje verderop loslieten. Iedere dag hetzelfde stramien. Een enkele keer zag je overdag wel eens een beest alleen naar het dorp terugkeren. Maar in de regel kwamen ze ’s avonds tegen het donker worden weer onder begeleiding naar huis.
Hun tempo was altijd hetzelfde. Rustig, stap voor stap, geen rare sprongen en zonder zich te laten opschrikken door langsrijdend verkeer vervolgden ze hun tocht. En als er een koe de weg overstak omdat ze meende een mooie pluk groen te zien, wachtten de automobilisten berustend af tot de man het beest weer in het gareel had en de situatie weer veilig was.
Op een dag waren het er nog maar vier.

vrijdag 22 april 2011

Stokvis beuken

Als kind en in mijn jonge jaren ben ik nooit aan de Middellandse Zee geweest. Aanvankelijk om financiële redenen maar later vooral vanwege het politieke klimaat in de landen aldaar.
Vele jaren later was de situatie veranderd en bevond ik me op een Grieks eiland waar ik kennismaakte met het octopus slaan. We zaten in een klein hotelletje aan de kade. En vanaf ons balkon konden we de dagelijkse activiteiten in de haven waarnemen.
Op een ochtend zag ik een man met een onduidelijk voorwerp herhaaldelijk op de stenen kade slaan. Ik ben even gaan kijken en het voorwerp bleek een flinke inktvis, een octopus te zijn. De man ging wel een kwartier lang door met dezelfde handeling. Met een speciale techniek en een aan het beest vastgemaakt touw, haalde hij het na iedere mep weer naar zich toe en pats, daar ging het weer.
Had het iets met de inktklier te maken?  Uit de biologieles op school wist ik me enigszins te herinneren hoe een inktvis in elkaar zat en ik kende ook de meerschuimen rugschildjes die je aan de vloedlijn op het strand kan vinden. Maar nu stond ik toch perplex.
Vragen kan altijd en zo kwam ik te weten dat het slaan gebeurde om het vlees soepel te slaan. Anders zou het te taai zijn.
Daarna heb ik het vaker gezien en gehoord en tegenwoordig doet het geluid me denken aan mijn vader. Hij was een echte visliefhebber die regelmatig stokvis mee naar huis bracht. Dan assisteerde hij in de keuken en zong daarbij een rijmpje:

Stokvis beuken
Moeder in de keuken
Vader in de gang
Oh wat werd die stokvis bang.

Het kon variëren en hij verzon iedere keer iets anders. Een stokvis was een gedroogde kabeljauw uit Noorwegen, die daar aan stokken gedroogd werd in de wind. Het gewicht nam dan met ongeveer 80% af en dat was praktisch voor het transport.
Maar om de vis weer gebruiksklaar te maken moest hij geweekt worden in het water. Dat nam twee dagen in beslag. Om het proces te verkorten tot een paar uur werd de vis met een hamer a.h.w. murw geslagen.

Op een keer zaten we ergens aan de kust in Turkije in een mooie baai. We zaten aan de koffie. Prachtig uitzicht. Plotseling hoorde ik het weer. Iemand was octopus aan het slaan. Hier geen stokvis.
Het geluid kwam van ver. Maar de hoge rotswand vlak achter het strand weerkaatste het geluid dat heel goed te horen was.
We wandelden later in de richting van het geluid. En wat bleek. Een viertal mannen was bezig een soort matjes in zee te wassen en op de rotsen uit te kloppen.
We vertelden de mannen wat we meenden gehoord te hebben. Ze moesten er hartelijk om lachen en vertelden dat de matjes gebruikt werden in een olijfpers. Ze werden gereinigd voor de volgende oogst.

Van een restaurant-eigenaar hoorde ik dat je een octopus niet mals hoeft te slaan omdat invriezen hetzelfde effect sorteert.

donderdag 21 april 2011

Soepschildpad

Mijn zoon kwam me opzoeken in Turkije. Op een dag maakten we samen een tocht met de auto. We volgden een bergachtige route langs de zuidkust van het schiereiland Bodrum. Het was begin mei en het was die dag zonnig en al behoorlijk warm. Ik denk dat we in de buurt van Gümüşlük waren toe ik op een gegeven moment voor ons op de weg een glimmend wapperend cassettebandje zag. Maar toen we dichterbij kwamen zag ik dat het geen cassettebandje was maar een slang met zijn in het zonlicht glinsterende huid. We kregen niet veel tijd om hem uitgebreid te bekijken, maar wel net goed genoeg om te zien dat het een pijlslang was.
Ik had in onze tuin al eens een flink exemplaar aangetroffen van meer dan 2 meter lang. Pijlslangen kunnen in kleur iets variëren maar deze was echt zwart. Het is een tamelijk bijtgrage slang als hij in het nauw zit, niet giftig overigens, die je dus maar beter met rust kan laten. Een prachtig beest.
Deze, die we op de weg tegenkwamen, was wat kleiner en dunner en toen we stopten, gleed hij over de weg het struikgewas in.

Ons avontuur was nog niet voorbij. Enkele kilometers verderop schuifelde een flinke schildpad van een centimeter of 25 over de weg.
“Hé, stop,” riep mijn zoon. Ik stopte en mijn zoon stapte uit en holde, ik denk uit angst dat het beest overreden zou worden, op hem af. Het was een flinkerd. Het beest trok zijn kop in en bleef doodstil staan.
Mijn zoon pakte hem op.
“Die is voor vanavond, voor in de soep,” dacht ik nog. Maar nee hoor! Hij droeg hem netjes naar de kant van de weg en zette hem daar weer neer. We hebben nog even gewacht om te kijken wat de schildpad zou gaan doen. Maar hij bleef rustig op zijn plek. We gingen dus maar verder.
Ik weet trouwens niet of zo’n Moorse landschildpad, want dat was het, wel geschikt is voor in de soep. Over de hele wereld worden schildpadden gegeten, waarvan de bekendste waarschijnlijk de soepschildpad is. Dat dier kan meer dan een meter lang worden en weegt dan ongeveer 350 kilo. Daar zit flink wat vlees aan. Hij komt nog wel voor in de Middellandse Zee bij Turkije maar wordt beschermd omdat hun aantal gering is.
Nog even terug naar ons overstekend wild.
Het beest mopperde een beetje in zichzelf: “Was ik net zowat halverwege, zet zo’n slimme toerist me weer terug. Moet ik weer opnieuw proberen veilig aan de overkant te komen.”

woensdag 20 april 2011

Wapenbezit

Op de televisie is het in series zeer gebruikelijk dat een persoonlijk conflict met vuurwapens wordt beslecht. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is om op die manier je woede te uiten of je gelijk te halen worden rivalen omgelegd. Geen politieserie of maffiafilm. Nee gewone burgers.
Nu is het wel zo dat wapenbezit als een vrij normale zaak gezien wordt in Turkije.
Officieel zijn er tussen de 2 en 3 miljoen wapenvergunningen in omloop.
Maar er wordt vermoed dat er tussen de 7 en 10 miljoen wapens in particuliere handen zijn. Dat betekent dat 1 op de 8 tot 10 Turken een wapen bezit. En in 1 op de 3 huishoudens zou een wapen aanwezig zijn.

Er wordt wel gezegd dat at, avrat en silah de statussymbolen van de Turkse man zijn.
Een paard, een vrouw en een wapen maken het leven compleet. Het paard is een auto geworden maar verder is er niet veel veranderd.
In de krant staan heel vaak berichten over ongelukken die gebeurd zijn bij het schieten in de lucht bij bruiloften, gewonnen wedstrijden en andere vrolijke gebeurtenissen. Eind vorig jaar wilde een bruidegom zijn vreugde uiten tijdens de bruiloft. Hij schoot met een Kalasjnikov in de lucht. Hij struikelde en doodde en verwondde enkele familieleden en andere bruiloftsgangers. Jaarlijks vallen in vergelijkbare gevallen tientallen doden. Bij ruzies en conflicten zijn dat er duizenden.
Wapenbezit is alom. Een taxichauffeur die een wapen tussen zijn broeksband heeft. Maffiafiguren die een wapenvergunning kunnen verkrijgen via hun politieke vrienden.
Zelfs in het parlement dragen sommige vertegenwoordigers een wapen.
Bij rellen en politieke bijeenkomsten wordt met wapens gezwaaid en soms ook geschoten.

September 2010 was er een demonstratie op het Taksimplein in Istanbul tegen het illegale wapenbezit en het wapenbezit in het algemeen. Maar dat is een uitzondering.
De regels voor het verkrijgen van een wapenvergunning zijn de laatste tijd wel aangescherpt. Maar daardoor schijnt het illegale bezit weer toe te nemen.

Er is de laatste jaren in Turkije veel gedaan om het roken en het gebruik van alcoholische dranken te ontmoedigen ter bescherming van de jeugd. Een rookverbod op veel plaatsen. Een alcoholverbod op sommige plaatsen en heel hoge accijns op sterke drank.
Op televisie mag niet meer gerookt worden of het moet ‘onzichtbaar’ gemaakt worden of afgeschermd. Je ziet de sigaret niet meer maar iedereen weet dat er gerookt wordt.
Misschien zouden we het gebruik van wapens op televisie kunnen ontmoedigen. We zouden subsidie kunnen verstrekken voor series zonder wapens. Te betalen uit de accijnsinkomsten op sterke drank.

All in

Het concept van de all inclusieve vakanties werd in de vijtiger jaren van de vorige eeuw bedacht en ontwikkeld. Als eerste werd het toegepast in het Caribisch gebied maar al snel volgde Europa.
Tegenwoordig vind je dezelfde opzet in Turkije, Egypte, Griekenland, Spanje, Thailand, Cuba, ja wereldwijd in vrijwel alle vakantiebestemmingen.
Het speciale eraan is dat je vooraf je totale reis betaalt en dat je op de plaats van bestemming eigenlijk geen portemonnee meer nodig hebt.
Wat er zo al bij hoort: vlucht, hotel, transfer, reisbegeleiding, ontbijt, lunch, avondmaal, snacks, alcoholische dranken (binnenlands), non-alcoholische drankjes, kinderanimatie, animatie volwassenen, zwembad, handdoeken, beddengoed, dagelijkse kamerschoonmaak, draadloos internet, etc.
Bij all inclusieve vakanties kom je nooit voor onverwachte verrassingen te staan.
Je weet van te voren exact wat je krijgt en wat het kost.
Prijzen variëren en liggen tussen 200 en 900 euro per persoon per week afhankelijk van plaats en luxe.
Voor heel veel mensen een uitkomst. En als je alleen voor de zon komt om eens goed uit te rusten en een kleurtje te krijgen, kan het een aantrekkelijk alternatief zijn.
De nadelen die mensen weleens noemen liggen vaak op het gebied van het eten. De kwaliteit zou niet geweldig zijn. Het lijkt alle dagen erg veel op elkaar en het heeft een beetje een rubbersmaak. Maar ergens anders gaan eten brengt extra kosten met zich mee.
Enkelen vinden het wel jammer dat ze vrijwel niets van de omgeving te zien krijgen. Maar ook voor uitstapjes en tochtjes moet extra betaald worden.
Helaas profiteert de lokale bevolking nauwelijks van dit soort toerisme. De gasten blijven in het hotel en alleen de reisorganisaties of de hotelketens doen goede zaken.
Er bestaan hotelketens en organisaties die op meerdere plaatsen in verschillende landen een vergelijkbaar hotel hebben.

Gehoord op een verjaardag: Vorig jaar waren we in B. in een hotel van N. Het was echt fantastisch goed joh!
En dit jaar waren we in A. in een hotel van dezelfde reisorganisatie. Nou je merkte het verschil niet eens. Echt heel goed, gewoon net zo.

In een consumentenprogramma op de televisie werd aan mensen uit het publiek gevraagd om op de landkaart hun laatste vakantiebestemming aan te wijzen. Wat bleek?
Sommige mensen wisten het niet zo precies. En een enkeling wees zelfs een verkeerd land aan.
Ach, als de zon maar schijnt.

En gelukkig kom je nooit voor onverwachte dingen te staan.

dinsdag 19 april 2011

Failliet

De animositeit tussen Grieken en Turken bestaat eigenlijk niet eens zo heel lang. Eeuwenlang behoorden grote delen van wat nu Turkije heet tot het Byzantijnse Rijk. De bevolking werd  in een later stadium in belangrijke mate gekerstend. Die toestand veranderde met de komst van andere bevolkingsgroepen die de Islam meebrachten.
Geen probleem. De verschillende bevolkingsgroepen leefden min of meer vreedzaam naast en tussen elkaar.
Het Osmaanse Rijk werd zo groot en machtig dat het daarmee ook veel vijanden kreeg. Door allerlei oorlogen, bezettingen, alianties, economische belangen, machtswellustelingen, religieuze conflicten, buitenlandse invloeden en diplomatiek handjeklap hebben we de ontmanteling van het Osmaanse Rijk gezien. Die eindigde pas na de Tweede Wereldoorlog met het verdrag van Lausanne en de stichting van de moderne Turkse staat.
Tijdens dit hele proces werden belangen en hele bevolkingsgroepen tegen elkaar uitgespeeld. Voor wat Griekenland en Turkije betreft mondde dit uit in de volksverhuizing van 1923. Een gevolg daarvan was dat 1.5  miljoen Grieken Turkije moesten verlaten en dat 500.000 Turken vanuit Griekenland naar Turkije werden overgebracht.
De animositeit tussen Grieken en Turken komt m.i. voor het belangrijkste deel voort uit die gebeurtenissen.

We zijn nu 100 jaar verder en in die tijd hebben zich een aantal conflicten tussen de twee landen voor gedaan. Vlaggen planten op een eiland, schendingen van elkaars luchtruim, bewoners pesten en de kwestie Cyprus zijn er enkele.
Gelukkig zijn er het laatste jaar ook belangrijke  toenaderingspogingen geweest en af en toe lijkt de lucht wat op te klaren.

Economisch is Griekenland het zwakke kindje uit de EU klas. De staatsschulden zijn zo hoog opgelopen dat er gevreesd moet worden dat die nooit meer terugbetaald kunnen worden, ondanks alle maatregelen die al getroffen zijn.
Een faillissement dreigt.
In de zakenwereld is het zo dat als een bedrijf niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen het vaak voor een schappelijk prijsje overgenomen kan worden zodat een doorstart mogelijk wordt.

Als Turkije nu eens ...........................

Ontdekkingsreizigers

Het Turkse woord korsan betekent: boekanier, kaper, piraat, vrijbuiter, zeerover, zeeschuimer.
In veel landen was dit een functie die uitgeoefend werd in opdracht van de staat.
Zo ook in Turkije.

Aan het eind van de middeleeuwen was het voor westerse handelaren heel moeilijk Azië te bereiken. De Middellandse Zee werd goeddeels beheerst door Osmaanse zeevaarders. Ook de Rode Zee en de Indische Oceaan werden gecontroleerd. Daarnaast was ook de route over land naar en van China en India een bijna onmogelijke weg.
Europese zeevaarders kregen opdracht om alternatieve zeeroutes te ontdekken. De meeste grote ondekkingsreizen werden tussen ongeveer 1500 en 1800 gemaakt.
En het is zeer goed mogelijk dat sommige van die ontdekkingsreizigers gebruik gemaakt hebben van een van de eerste wereldkaarten die er bestond en die was gemaakt door Piri Reis.
Piri Reis was een Osmaanse korsan, die leefde tussen 1465 en 1555. De exacte jaartallen zijn niet bekend.
Zelf heeft hij nooit heel grote reizen gemaakt. Zijn actieradius bleef voornamelijk beperkt tot de Middellandse Zee. Maar hij verzamelde wel alle gegevens van anderen en maakte daarmee zijn wereldkaart.
Eigenlijk is het dan ook tamelijk vreemd dat er behalve vanuit Spanje verder geen grote ontdekkingsreizen vanuit Middellandse Zeelanden gemaakt zijn.
In de verre oudheid, ongeveer 600 v.Chr., moeten Phoeniciers vanuit het huidige Libanon rond Afrika gevaren zijn. Maar verder is weinig bekend over verre reizen.
Hoe is dit te verklaren? Waren de schepen er niet geschikt voor? Was men niet nieuwsgierig naar andere landen?  Had men genoeg aan de Middellandse Zee?
Wat betreft het Osmaanse Rijk zou misschien een reden kunnen zijn dat het verkrijgen en behouden van de hegomonie op de Middellandse Zee al moeilijk genoeg was. Het rijk was zo groot dat nog groter misschien niet te behappen was.
Om die heerschappij veilig te stellen bevoeren beroemde kapiteins en bevelhebbers als Barbaros Hayreddin, Kılıç Ali, Oruç Reis, Kemal Reis, Turgut Reis e.a. de zee.
Korsan is nu eigenlijk een erenaam voor die aanvoerders en strijders die in menige oorlogshandeling verzeild raakten en waarover heldendaden verteld worden.

En wat doet een korsan tegenwoordig?
Hij kopieert illegaal cd’s of boeken.

maandag 18 april 2011

Calamares

Heel wat van de antieke opgravingen op het schiereiland van Bodrum heb ik al bezocht. Er zijn er legio en eigenlijk zijn ze allemaal interessant. Vanwege de verhalen die er rondom verteld worden of vanwege de bijzondere overblijfselen dan wel vanwege de strategische ligging.
Een hele mooie en speciale vind ik de antieke stad van Iassos bij het dorp Kıyıkışlacık aan de kust bij Milas.
Ik heb daar regelmatig een bezoek gebracht en een van de leukste bouwwerken vind ik het bouleterion. Dat is een soort vergaderruimte van de gemeenteraad. Hier in de vorm van een amfitheater dat ook als zodanig te gebruiken was. Op andere plaatsen kunnen we ook een rechthoekige of vierkante vorm vinden.
Als er vrienden op bezoek zijn en ze vragen me om hen iets speciaals te laten zien dan breng ik ze meestal daar naar toe. Naar mijn idee echt bijzonder.
Na een bezoek aan deze bezienswaardigheid en uiteraard ook aan de rest van de opgraving breng ik ze gegarandeerd naar het kleine restaurantje aan de haven dat het hele jaar geopend is. Een goede betrouwbare keuken met uiteraard veel visspecialiteiten.
Ik adviseer dan altijd gefrituurde calamares. Overal langs de Middellandse Zee wordt calamares gegeten en het kan op verschillende manieren bereid worden. Gevuld, gestoofd, gebakken.
De gefrituurde vind ik het lekkerste en ik heb ze nog nooit zo lekker gegeten als daar.
Altijd stevig en knapperig.
In veel restaurants wordt calamares uit de diepvries geserveerd. Daar niet, daar krijg je vers gevangen pijlstaartinktvis. De kok, keukenhulp, ober, eigenaar wil je graag vertellen hoe hij de calamares klaar maakt. Voor het frituren wrijft hij de in ringen gesneden calamares en zijn tentakels in met droge bloem. En daar verschilt hij met andere restaurants waar men eerst een ei door de bloem roert. Althans zo verklaart hij het verschil in smaak en stevigheid.
Of dat werkelijk het geheim van de smid is weet ik niet maar de calamares was in elk geval, de keren dat ik daar gegeten heb, niet te versmaden. Heerlijk.

Onlangs sprak ik vrienden die ik ooit kennis heb laten maken met de opgraving en het bouleterion van Iassos. Ze vertelden dat ze er laatst weer in Iasso geweest waren en dat het fantastisch was. Ze bedankten me nog speciaal dat ik ze er ooit mee naar toe genomen had.
Ik vroeg of men nog verder was gegaan met de uitgraving van andere delen van de antieke stad. Maar dat wisten ze niet.
"Oh nee, dáár zijn we niet geweest. We zijn calamares wezen eten en die was geweldig."

Anadol

Er reed een Trabant door de straat. Ik had er nog nooit een gezien in Turkije. De Trabant was ooit het Oost-Duitse equivalent van de West-Duitse Volkswagen kever en voor de Franse Citroën lelijke eend.
De auto werd destijds ook geëxporteerd want dat bracht vreemde valuta in het laatje waar de Oost-Duitse overheid dol op was. De eigen inwoners moesten daardoor meestal jaren op hun bestelling wachten.
Ik herinner me dat er op een gegeven dag bij ons in de straat, in Nederland, ook zo’n wagentje stond. Buren van een paar huizen verderop hadden er een aangeschaft. Veel mensen in de buurt deden daar een beetje geringschattend en kleinerend over maar dat was waarschijnlijk omdat ze jaloers waren. Wij kinderen noemden het een Tupperware auto. De carrosserie was namelijk gemaakt van een op plastic lijkend materiaal. Het was katoenvezel gedrenkt in een bruinkoolhars en het heette Duroplast. Geen dure kwetsbare lak, gemakkelijk in onderhoud en eenvoudig van constructie.
Na de omwenteling in Oost-Duitsland was er in het Westen een enorme opleving in de waardering voor de Trabant en flinke hoeveelheden werden door handelaren opgekocht. De Oost-Duitsers wilden er graag vanaf. Plotseling zag je er heel veel op de wegen. Na enige tijd kwam daar wel weer een eind aan omdat de autootjes niet erg veilig waren wat de constructie betrof en ook nog al eens dienst weigerden. Ze kwamen vaak moeilijk door de keuring. Of ze ooit in Turkije ingevoerd zijn is me niet bekend.

Momenteel kent Turkije zelf een belangrijke auto-industrie. Veel Europese en Aziatische autofabrikanten zoals Ford, Renault, Peugeot, Toyota e.a. hebben hier een dochteronderneming opgericht waar auto’s in licentie worden geproduceerd. Het is vermeldenswaard dat minister-president Erdoğan onlangs verkondigde dat hij graag zou zien dat er een 100% Turkse auto op de markt zou komen.
Steeds meer mensen kunnen zich een auto veroorloven. De economie draait heel goed. En niet onbelangrijk is dat het de laatste tijd een stuk gemakkelijker is geworden geld te lenen bij de bank voor de aanschaf.
Daardoor gaat ook de gemiddelde leeftijd van de auto’s naar beneden hetgeen de verkeersveiligheid ten goede komt. Toch zie je nog vaak heel oude karretjes die telkens opnieuw weer gerepareerd worden in garages die vaak van alle markten thuis zijn en elk merk weer aan de praat krijgen.
Leuk is dat de eerste niet helemaal maar toch Turkse auto, de Anadol, geproduceerd in opdracht van Ford in Istanbul tussen 1966 en 1991, enigszins te vergelijken was met de Trabant. Het model was groter maar de carrosserie was gemaakt van glasfiber en kunsthars. Daarvan rijden er nog heel wat.
Het verhaal deed de ronde dat de carrosserie gemaakt was van een materiaal op strobasis en dat het wel gebeurde dat een koe er een hap van nam.

zondag 17 april 2011

Waterman

Het 'drinkwater' hier kan je beter niet drinken. Het schijnt niet slecht voor je te zijn of ongezond, je kan er wel in koken, maar het smaakt gewoon niet lekker. Daarom wordt in vrijwel geheel Turkije naast leidingwater ook flessenwater gebruikt. Als drinkwater en bv. voor koffie en thee. Sommige mensen poetsen ook hun tanden ermee.
Het flessenwater wordt aan huis gebracht door de waterman, de waterverkoper die op afroep met zijn bestelwagentje de 19-liter flessen komt afleveren. De mobiele telefoon is hierbij wel een uitkomst. Meestal staat de waterman binnen een kwartier na bellen voor je huis. Met speciale handgrepen die hij om de hals van de flessen bevestigt, draagt hij die tot voor de deur of als je wilt tot in huis.
Soms rijdt hij rond door het dorp en laat via een herkenningsmelodietje, dat weerklinkt uit de luidspreker op zijn wagen, weten dat hij in de buurt is. Er zijn een flink aantal verschillende merken in omloop. Pirsu, Kaynak, Damla, Serap, Labranda en Pınar schieten me zo te binnen. Maar er zijn er nog meer en voor mij is er geen verschil in smaak. Iedere waterman verkoopt maar één merk zodat er flink wat bestelauto’s de ronde doen.
Het systeem werkt met een distributiecentrum waar wederverkopers hun lege flessen inruilen tegen volle. Sommige waterverkopers werken voor een bedrijf en anderen zijn eigen rijders. Door goede service te verlenen proberen ze een klantenkring op te bouwen of eventueel uit te breiden. Ze krijgen per stuk betaald en de marge is niet groot.
Die service gaat soms wel heel ver. In een documentaire over een waterverkoper in Istanbul zag ik de man sjouwen met flessen in 4 of 5 verdiepingen hoge appartementencomplexen en woningen waar geen lift of een defecte lift was. Er werd op hem gemopperd als hij naar het idee van de klant niet snel genoeg reageerde op hun telefoontje. Er daarbij aan voorbijgaand dat hij weleens in het drukke stadsverkeer vast zou kunnen zitten.

Ongeveer twee jaar geleden heeft men op het schiereiland Bodrum een begin gemaakt met de aanleg voor een geheel nieuw aan- en afvoerbuizennet voor drink- en afvalwater. Overal werd gegraven en gebroken, wegen afgesloten, omleidingen, leidingwater afgesloten en daarbij ontstonden nog de nodige aanverwante problemen.
Het was heel hard nodig. In de regionale bijlage van een landelijk verschijnend dagblad vertelde een vertegenwoordiger van de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de watervoorziening dat 70% van het leidingwater weglekte. Met het nieuwe net zou dat gereduceerd worden tot minder dan 5%. Een hele vooruitgang voor een gebied waar  in de zomer het water soms gerantsoeneerd wordt. Ook vertelde de woordvoerder dat de kwaliteit van het water zo goed zou worden dat het als drinkwater gebruikt kon worden.
Als dat klopt, wat gebeurt er dan met onze waterman?

Post

In Turkije krijgt men nauwelijks post. Geen reclame op naam. Geen ongevraagde aanbiedingen. Geen thuisbezorgde kranten.
Water en elektriciteit worden thuis opgenomen. De meters staan altijd buitenshuis en de meteropnemer laat de rekening, een klein bonnetje, achter in de meterkast. Die moet men af en toe controleren om de rekening te kunnen gaan betalen.
Ook komt er geen drukwerk, zoals buurtkrantjes, dorpsberichten e.d. en dat spaart enorm veel papier en dus afval. Prima.
Mocht men af en toe toch een bankafschrift, een andere rekening of een brief krijgen dan stopt de postbode die tussen de deur of het hek. Want vrijwel niemand heeft hier een brievenbus. Geen gleuf in de deur voor het dagelijks nieuws, geen klepperende brievenbus, geen touwtje om de deur te openen, geen brievenbuspissers.
En als men door het werk veel post verwacht, vrijwel alle contacten gaan per telefoon of internet, is het verstandig om op het postkantoor voor een heel klein bedragje een postbus te huren. Af en toe gaat men langs om even te kijken of iemand je heeft verblijd met een bericht, een wens of een uitnodiging.
Voor ons hele dorp zijn ongeveer 60 postbussen beschikbaar heb ik laatst geteld. Dus veel post ontvangt men kennelijk niet.

Op een dag was de postbode weer eens een keertje aan de deur. Ik was in de tuin aan het werk en hij riep me en wenkte dat ik even moest komen. Hij vertelde me dat het toch wel handig zou zijn als ik een brievenbus zou laten plaatsen ondanks het feit dat ik wel een postbus gehuurd heb. Ik denk dat hij eens per maand langskomt met brieven die hij niet in onze postbus doet. Ook komt hij weleens een enkele keer langs met een aangetekend schrijven. Trouwens heel veel post en pakketpost waar haast bij is, wordt meestal per koerier of bode bezorgd en niet door de PTT.

Goed. Op een gegeven moment, na een tweede of derde verzoek, heb ik een grote houten brievenbus getimmerd met een grote klep. Met ongeveer de afmeting van een ouderwetse broodtrommel zou vrijwel alles er in moeten kunnen.
De volgende keer dat de postbode langskwam op zijn motor, claxonneerde hij. Ik ging naar hem toe. Ik kreeg de post en hij maakte me een compliment. Hij was zeer te spreken over mijn stukje huisvlijt.

Als hij tegenwoordig aan de poort komt, claxonneert hij. Dan ga ik naar hem toe en hij overhandigt mij de post. Dat vindt hij vermoedelijk toch leuker dan mijn onpersoonlijke brievenbus te gebruiken.

Opgraving

Turkije lijkt wel één grote vindplaats van oudheden, één groot archeologisch onderzoeksgebied. Op dit moment zijn naar ik meen al tussen de 3 en 4 duizend opgravingen gedaan waarbij restanten van vroegere bewoning of aanwezigheid bloot gelegd werden.
Over Texas in de Verenigde Staten werd ooit gezegd dat je je schop maar in de grond hoefde te steken of de olie spoot om je oren. Vooral langs de Egeïsche Zee, maar eigenlijk door het hele land worden steeds weer overblijfselen van oude culturen gevonden. En als je in het Egeïsche gebied je schop in de grond steekt, stuit je op een oude nederzetting, een tempel of een amfitheater.
Olie is financieel gezien veel interessanter. Olie brengt geld op en archeologische vindplaatsen kosten alleen maar geld. Ten eerste bij het blootleggen. Ten tweede bij het conserveren en ten derde bij het exploiteren of tentoonstellen.
Vanzelfsprekend hoeft en kan men niet alles bewaren. Soms kan men volstaan met het documenteren of opslaan. Maar men is er nooit zeker van of een vindplaats wel of niet belangrijk is. En zo kan de bouw van bv. de metro in Istanbul stil komen te liggen omdat bij graafwerkzaamheden restanten van een oude muur of restanten van een begraafplaats gevonden worden. Daarna wordt alles afgegraven, eventueel afgevoerd en soms gewoon toegedekt na documentatie omdat anders de geplande bouw niet verder kan.
In de buitengebieden is er vaak wel een alternatief mogelijk omdat daar nog voldoende ruimte is.
Jammer dat de bewoners uit oude tijden geen goede planologische dienst hadden die alle bewoning en bouwwerken op kaart zette.
Van uitzonderlijke invloed is het financiële aspect van de zaak. De kosten die gepaard gaan met opgraven, documenteren, conserveren en bijkomende zaken zijn zo hoog dat Turkije die momenteel voor al die vindplaatsen niet op kan brengen. Ook worden nog steeds materialen uit vindplaatsen voor andere doeleinden gebruikt en worden regelmatig diefstallen en vernielingen gepleegd. In westerse landen wordt veel waarde gehecht aan het cultureel erfgoed van de Grieks-Romeinse oudheid die soms de bakermat van de westerse samenleving wordt genoemd. Spectaculaire overblijfselen in Griekenland en Italië zijn door financiële steun uit allerlei landen behouden, gerestaureerd en worden bezocht door miljoenen toeristen. Ik denk dat Turkije er gezien de hoeveelheid en het belang van de vindplaatsen wat bekaaid vanaf is gekomen. Zeker er zijn fondsen beschikbaar gesteld en universiteiten o.a. uit Duitsland, Italië en Oostenrijk hebben hier onderzoek gefinancierd en uitgevoerd. Maar misschien zou de Unesco nog eens naar haar begroting kunnen kijken.
Of wil men het in sommige landen nog niet echt weten dat een belangrijk deel van die bakermat van de westerse wereld in het huidige Turkije te vinden is.

Beton en witte verf

De producenten van cement en beton moeten rondom Bodrum tot de meest florerende bedrijven behoren.

’s Zomers valt het niet zo op omdat er een verordening bestaat die zwaar bouwverkeer op de wegen verbiedt tussen half mei en oktober. Het toerisme zou er te veel last van ondervinden door files en opstoppingen. Maar de rest van het jaar wordt dat ingehaald.
Ik denk dat ongeveer twintig jaar geleden het grote bouwen hier begonnen is. Er was sprake van een enorme expansie in het bouwen van zomerhuizen, vakantieparken en hotels. De traditionele manier van bouwen was achterhaald. Die was te tijdrovend, te kostbaar en de productie lag te laag om aan de vraag te voldoen. Door het overstappen op betonbouw konden projecten snel en goedkoop in groten getale klaargestoomd en opgeleverd worden. Het was booming business geworden. Iedereen werd aannemer, bouwer of makelaar.
Heel veel coöperaties werden opgericht door mensen uit Istanbul, Ankara en elders om hier een zomerhuis te verwerven. Maar nog veel meer werd er gebouwd door projectontwikkelaars, investeerders, institutionele beleggers en particulieren voor de Europese markt.

In de winter waren de wegen rondom Bodrum vaak het domein van rijen betonwagens op weg naar weer een ander project. Gigantische langslurfige betonspuiters reden af en aan. Het schiereiland leek wel één grote bouwput.
Door de financiële wereldcrisis is er, waarschijnlijk tijdelijk, de klad een beetje ingekomen. Ik heb de indruk dat het aantal projecten en grote bouwplaatsen wat is afgenomen.
Maar beton wordt ook voor heel veel andere doeleinden gebruikt. Voor de bouw van particuliere woningen, het aanleggen van wegen, het leggen van terrassen en voor tal van andere kleine werkzaamheden.

Op het schiereiland bestaat met betrekking tot de huizenbouw nog een ander voorschrift. De buitenkant van de nieuwbouw moet of van natuursteen zijn of wit geschilderd. En als je dus als toerist aankomt op het vliegveld en richting Bodrum rijdt, zie je alleen maar witte huizen en gebouwen. Natuursteen is een heel grote uitzondering geworden.
De huizen worden van twee lagen witte verf voorzien. Sommige mensen gebruiken nog de traditionele witkalk maar dat is vrijwel overal verdrongen door de op siliconenbasis vervaardigde, veel duurdere, witte verfstoffen.
Om de paar jaar wordt de buitenboel opnieuw in de verf gezet om er toch maar een beetje knap bij te zitten.

zaterdag 16 april 2011

Amy Winehouse komt

Ja, ze komt naar Istanbul.
Wie?
Ja, Amy Winehouse. Op 20 juni zal ze een concert geven.
Ik ben absoluut niet meer op de hoogte van de namen van de artiesten die momenteel populair zijn. En tot vorig jaar wist ik inderdaad niet van haar bestaan.
De laatste tijd let ik weer wat meer op dit soort nieuws en op internet zie ik nu met zekere regelmaat namen verschijnen als Lady Gaga en Justin Bieber. Zowel voor deze laatste twee als voor Amy Winehouse geldt dat ik geen enkel liedje van hen ken. En voor zo ver ik weet heb ik ook nooit iets van ze gehoord.
Van Amy Winehouse heb ik weleens een stukje van een nummer gehoord en ik moet zeggen dat me dat toen niet tegenviel. Haar stem bevalt me wel en haar soort muziek, ik denk R&B, kan ik best waarderen.

Ooit kende ik vrijwel iedere rock-, folk-, blues- en popartiest, uit de westerse wereld wel te verstaan. Ik bezat vele honderden lp’s, vele honderden tapes, heel veel videobanden en honderden cd’s. Ik ging heel vaak naar concerten en heb nagenoeg alle ‘groten’ der aarde op dit gebied live zien optreden.

Als artiest moest je er destijds jarenlang keihard aan werken om internationaal door te breken. Veel spelen, veel touren en veel platen of cd’s maken. Daarbij moest je echt een gehaaide manager hebben, die te vertrouwen was en die goede contracten voor je uit het vuur sleepte zodat je er ook nog iets aan overhield. En een goed financieel adviseur was ook geen overbodige luxe.

Tegenwoordig kan het vaak heel anders lopen met een artiestenloopbaan.  Mee doen aan een of andere talentenjacht op televisie levert je meteen miljoenen kijkers op. Een eigen clipje op youtube wordt over de hele wereld bekeken. En als je ook nog voor een paar schandalen kan zorgen werkt dat alleen maar in je voordeel. Publiciteit is publiciteit.
Ook Amy Winehouse zoekt bewust de media om van alles en nog wat over haar in de pers te krijgen. En met succes. Vloekend en dronken optreden, ruziemakend e.d.

Wat teleurstellend voor een icoon als Bob Dylan, een man die al meer dan 50 jaar optreedt, dat in Zuid-Vietnam de zaal maar half gevuld was bij zijn optreden en dat men hem in China verwarde met iemand anders.
Ja Bob, the times they are a-changin’.
Misschien ga ik toch eens naar Amy kijken.

Zeezicht

In Istanbul kocht ik bij de bekende uitgeverij en boekhandel Denizler Kitabevi een boekje met korte verhaaltjes over sportvissen: Balık avı hikayeleri geschreven door Cüneyt Alpay.
Sportvissen en visserij in het algemeen is een onderwerp dat mij fascineert. Als kind heb ik heel veel gevist en later ging ik af en toe op zee vissen maar de echte passie heeft me nooit gegrepen. Wel ken ik goed het gevoel van spanning bij het ophalen van de hengel waaraan zich onzichtbaar, kennelijk een mogelijke vangst aankondigt.
Ook ken ik het gevoel van het vissen met een werphengel en het gewicht en de kracht van een eventuele buit bij het opwinden.
Ik heb paling gevist met een fuik en makreel met een lange lijn. Maar een echte jager, een echte visser ben ik nooit geworden.

Wonend aan het strand van de Middellandse Zee kan men niet om de beroeps- en de sportvisserij heen. Ieder dorp of stadje heeft zijn steiger waarvandaan vrijwel dagelijks de kleine vissersbootjes met hun altijd werkende pruttelende dieselmotoren de zee op gaan om de vis te vangen die de volgende dag in de visrestaurants of in de marktkramen aangeboden wordt. En niet te vergeten de vissers die met een eenvoudig lijntje of soms zeer goed geoutilleerd met geavanceerde uitrusting vanaf het strand of de kade wat vis voor een avondmaaltje proberen te verschalken.
Graag observeer ik hun activiteiten, maar ook hierdoor ben ik (nog) niet opnieuw gaan vissen.

Een veel gehoorde verklaring voor het visgedrag is dat de mens nog steeds instinctieve, atavistische trekken vertoont, die de mens ook bezat toen hij daadwerkelijk mede aan jacht en visserij zijn voortbestaan te danken had. Dat instinct om te vangen herken ik vooral in vissers die hun gevangen buit weer terugzetten. Het gaat hen om de jacht en het zichzelf bewijzen: ik kan het nog.

Mijn interesse in het vissen is altijd gebleven. Toen ik dus de boekwinkel in Istanbul binnenstapte was het genoemde boek het eerste boek waar mijn oog op viel. De verhalen leken mij niet al te moeilijk en het thema zou het lezen beslist enigszins vergemakkelijken. En inderdaad met behulp van een woordenboek was ik prima in staat de verhalen te begrijpen.
De auteur beschrijft hoe hij in zijn kindertijd bijna dagelijks aan het water te vinden was en dus ook al heel vroeg met het vissen in aanraking kwam. Later in zijn studententijd en tijdens zijn maatschappelijke loopbaan verdween het vissen volkomen uit zijn bestaan. Tot hij enkele jaren geleden, bij het opstaan, een gekregen zeezicht bekeek, en er zo door geraakt werd dat hij na dertig jaar het vissen weer oppakte met een passie en een vuur alsof hij al die tijd, die hij niet gevist had, moest inhalen.

donderdag 14 april 2011

Vale gier

De grote verschillen in klimatologische omstandigheden en een scala aan verschillende landschappen heeft binnen de grenzen van Turkije een zeer gevarieerd aantal biotopen doen ontstaan die in niet geringe mate van elkaar afwijken.
Leefomstandigheden voor flora en fauna in berggebieden, in bossen, in moerassen, in woestijngebieden, op de grote vlaktes, in de eeuwige sneeuw en in het Europees gedeelte zijn zo anders van elkaar dat er zich een zeer uitgebreide planten- en dierenwereld in Turkije heeft ontwikkeld.
Er zijn wel 10.000 soorten hogere planten en de fauna is zo uitgebreid dat die zelfs nog nooit volledig beschreven is.
In willekeurige volgorde een aantal dieren die je zo maar op een onverwacht moment tegen zou kunnen komen. Bruine beer, wolf, otter, lynx, stekelvarken. Maar ook wat vreemdere soorten als antiloop, gems, moeflon, grondeekhoorn, gevlekte bunzing.
Of in zee bv. de monniksrob, haaien, roggen, dolfijnen en zeeschildpadden.
Maar vervuiling, industrialisatie, toerisme en bevolkingstoename zorgen voor onrust in de natuur en voor het kleiner worden van de leefgebieden, hetgeen er toe leidt dat sommige soorten gevaar lopen te verdwijnen of uit te sterven. Meer dan 100 soorten zoogdieren, reptielen, vissen en vogels staan in Turkije op de gevarenlijst.
Voor natuurliefhebbers is het land een eldorado.

Een van mijn mooiste onverwachte ontmoetingen maakte ik twee zomers geleden mee.
Ik wandelde door de heuvels dicht bij mijn huis en plotseling zag ik in de lucht een aantal roofvogels. Eerst dacht ik dat het arenden waren. Maar ik heb in Frankrijk weleens een fokcentrum voor roofvogels bezocht. En daar leerde ik roofvogels te herkennen. En toen ik beter keek zag ik dat het een groep van vijf vale gieren was, die zoals gebruikelijk gezamenlijk op aastocht waren.
Een vale gier is een van de grootste vogels die er bestaat met een spanwijdte van meer dan twee en een halve meter.
In één woord schitterend.

Tequila

Ooit was ik met vakantie in Mexico. Ik denk niet dat ik er, gezien de omstandigheden en gebeurtenissen met drugskartels, afrekeningen en duizenden doden, nu nog heen zou gaan. De drugsbendes vechten hun conflicten tegenwoordig uit door het hele land terwijl er vroeger nog veilige gebieden waren, zei men. Achteraf gezien geloof ik dat niet meer, toen nog wel.
Ook bij mij kwamen destijds voor ik op reis ging bij het woord Mexico de standaard beelden voor ogen. Ik zag Maya tempels, witte zandstranden met wuivende palmen, groepen vale gieren, heel grote hagedissen, sombrero’s, mariachi bands door de straten, luxe hotels, enorme haciënda’s, overvolle bussen en ga zo maar door.
En het gekke was dat het allemaal klopte. Ik heb het allemaal gezien.
Maar ik zag ook schrijnende armoede, bedelaars, zwerfkinderen, smerige onhygiënische eethuisjes, vers vlees in de open lucht bij 35 graden Celsius, stinkende toiletten en wat dies meer zij.
Enorm veel blauwe agaves zag ik. In eerste instantie vermoedde ik dat deze planten tot de wilde, natuurlijke vegetatie behoorden. Dat was soms ook zo, maar ik kwam enorme akkers met ongeveer een meter hoge agaves tegen. Toen ging me een licht op. Agaves worden gebruikt voor verschillende doeleinden zoals het maken van vezels voor touw, gezondheids- en schoonheidsproducten, maar natuurlijk ook sterke drank. En wel tequila.
Tequila komt uit een bepaald deel van Mexico. Eigenlijk is het een mezcal, de algemene benaming voor uit agave gedestilleerde sterke drank.
Ik heb een boekje gekocht en heb een bezoek gebracht aan een plantage en een stokerij. Veel geleerd over soorten, kleuren, ouderdom van de drank en soorten glazen om de drank te nuttigen.

Terug in Turkije bleef de tequila, mezcal en agave aldoor in mijn gedachten. In het zuiden van Turkije groeien, vaak in tuinen, maar ook vaak verwilderd, ook agaves.
En ze doen het trouwens voortreffelijk. De plant schijnt ooit vanuit Mexico meegebracht te zijn  en floreert in het Middellandse Zeeklimaat bijzonder goed.
Er kwam een idee bij me op. Zou het mogelijk zijn deze agaves hier op grote schaal te verbouwen om er mezcal van te produceren? Waarom eigenlijk niet?
Tequila is een beschermde naam, maar tekila mag vast wel.

woensdag 13 april 2011

Afval

Wat veroorzaakt de mens toch een hoop afval, troep en restanten. Het valt niet zo op als het netjes afgevoerd en verwerkt wordt maar het is er natuurlijk wel.
Turkije is een gigantisch groot en ruim land en een mens kan dan weleens de neiging hebben een beetje gemakkelijk met afval om te gaan: een beetje losse troep is toch niet zo erg.
Maar helaas blijft het niet bij hier en daar een beetje. Het losse, een beetje rommelige karakter van Turkije heeft voor mij grote charmes en aantrekkingskracht. Maar daar hoeft niet per se vuil en afval bij te horen.

Langs doorgaande, drukke wegen lopen vaak wat oudere vrouwen en ook wel mannen met enorme nylon zakken op hun rug waarin ze gevonden lege plastic flessen verzamelen. Die flessen worden verkocht om gerecycled te worden. Vooral ’s zomers liggen er veel flessen op het werkterrein. Er wordt heel veel water gedronken en dat wordt in handzame half liter flessen overal verkocht. Leeg? Gooi weg!
Ook een andere soort zwerfvuil  kan men niet over het hoofd zien: plastic zakken. Het is gewoonte om vrijwel alle boodschappen of het nu in de supermarkt is, of in de boekwinkel of market en niet te vergeten op de markt, in plastic tassen te stoppen. Werkelijk miljoenen tassen komen jaarlijks op deze manier in het milieu terecht. Ze hangen in bomen en struiken. Ze waaien over straat.
In de grote steden zie je de oudijzerboer met zijn kar door de straten lopen op zoek naar handel. Anderen lopen met een wagen en halen oud papier en karton op. De hoeveelheid oude kranten is enorm. Er verschijnt een groot aantal dagbladen, heel dik en met enorme, gekleurde bijlagen. Gelukkig vindt het meeste vuil de weg naar de afvalverwerking wel. Vuilnisophaaldiensten werken bijna dag en nacht.
Allerlei initiatieven worden ontplooid door overheid en milieu-organisaties om gescheiden afval op te halen en om het gebruik van katoenen boodschappentassen te stimuleren. Ook sommige grootwinkelbedrijven ondersteunen vaak dergelijke acties.
De hoeveelheid afval die de mens produceert is direct te koppelen aan de welvaart van een land. Hoe beter het gaat met de economie en hoe hoger het inkomen, des te meer afval, verpakkingsmateriaal en afgedankte spullen er opgeruimd dient te worden.

In Istanbul deed een van de vuilophalers een onderzoek waarvoor hij media en overheid wilde interesseren. Hij zocht naar verschillen in het aanbod van afval in een aantal wijken van Istanbul en verwerkte zijn bevindingen op zijn laptop en bood zijn verslag aan ter illustratie.
Zo vond hij o.a. in Cihangir veel wijnflessen in de vuilcontainers en in Fatih veel wegwerpluiers.

Rustdag

In 1935 werd officieel de rustdag van de vrijdag, de islamitische dag van de samenkomst met het belangrijke middaggebed, verschoven naar de zondag. Om ook hiermee de invloed van de religie te verminderen.
Als voorbeeld gold Europa en dat is eigenlijk een beetje vreemd in dit verband voor een islamitisch land.
Voor grote delen van de werkende bevolking is de zondagse rustdag echter nooit gemeengoed geworden. In een flink aantal sectoren van het bedrijfsleven wordt zeven dagen per week gewerkt. Officiële instanties, ambtenarij, banken en scholen zijn wel gesloten.

Turkije is een ontzettend hard werkende natie. De economie groeit als kool en heeft nauwelijks problemen ondervonden van de financiële wereldcrisis. Alleen al in het jaar 2010 kwamen er ongeveer een miljoen nieuwe banen bij. De inflatie was de afgelopen 40 jaar nog nooit zo laag als vorig jaar.

Turkse arbeiders werken hard en lang. In de woningbouw werken bouwvakkers zeven dagen in de week van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. De wegenbouw en infrastructurele werkzaamheden liggen in het weekend ook niet stil. De agrarische sector met zijn vele seizoensarbeiders werkt ook gewoon door. De middenstand maakt heel lange dagen en zijn soms dag en nacht geopend.

En met de verbeterde economische situatie van het land waar alle inwoners in meerdere of mindere mate van profiteren, wordt m.i. een belangrijk argument bij een groot aantal politici en beleidsmakers  in Europa, om tegen Turkse toetreding in de EU te zijn, uit handen geslagen. Veel van hen zijn bang voor een overstroming van West-Europa door Turkse arbeidskrachten bij een eventuele toetreding.
Ik kan me nu helemaal niet meer voorstellen dat heel veel Turken om economische redenen zullen vertrekken uit hun geliefde vaderland.

dinsdag 12 april 2011

Vroeger had ik konijnen

Als ik in het voorjaar veelal een beetje oudere, soms tamelijk traditioneel geklede, vrouwen met een mes en een paar plastic zakken door de velden, langs wegen, over braakliggende terreinen en berghellingen zag rondscharrelen dacht ik, toen ik pas in Turkije woonde dat ze op zoek waren naar groenvoer voor hun konijnen, zoals ik dat vroeger namelijk zelf wel deed. De vrouwen bukten zich van tijd tot tijd, sneden wat af en stopten het in een plastic tas.
Meestal waren een aantal dames gezamenlijk op pad. Het was een heel sociaal gebeuren waarbij veel gelachen werd. Er werd hardop gekletst over van alles en nog wat. Hun monden stonden niet stil. En hoewel ik toen nog niet veel Turks verstond, leek ik uit hun manier van praten op te kunnen maken dat een scala van gebeurtenissen de revue passeerden en dat alle kennissen en vrienden aan bod kwamen.
Goed kijkend merkte ik op een gegeven moment wel dat ze verschillende soorten bladeren of planten afsneden en die dan ook in verschillende tassen stopten. Daaruit maakte ik op dat het waarschijnlijk niet om konijnenvoer ging, maar dat er andere redenen moesten zijn voor hun verzamelwoede.
En zo was het ook. Navraag leerde mij dat de vrouwen de (on-)kruiden verzamelen om te gebruiken als voorgerecht bij de maaltijd. Het Egeïsche kustgebied, waar ik woon, staat bekend om de voorgerechten (mezes) die van allerlei wilde groenten en kruiden gemaakt worden.
Veel van deze in de Egeïsche keuken gebruikte planten en kruiden zou ik vroeger slechts als onkruid beschouwd hebben. Ik zou ze uit mijn groententuin verwijderd hebben en ze zeker niet gegeten hebben.
Als men in het voorjaar over de plaatselijke groentemarkt loopt , vindt men er grote hoeveelheden in grote verscheidenheid. En waarschijnlijk verzameld door de vrouwen die ik door de velden zag scharrelen.
Op die markt vindt men dan o.a. brandnetel, wilde venkel, kaasjeskruid, mirte, zuring, distels, borage, ganzenvoet, kamille, knollenblad, wilde ui, alsem, gevlekte scheerling en zo verder. Een kwartje per bos en vrijwel iedereen gebruikt ze ook.
Na een aantal jaren hier gewoond te hebben, gebeurt het me af en toe nog weleens dat ik op de markt een onbekend bosje bladeren zie liggen. En dan denk ik: welke konijnen zouden dit lekker vinden?

Kapper

Vanwege de erg warme zomers aan de Middellandse Zeekust ging ik vrij regelmatig naar de kapper om mijn haar en baard vanwege de warmte heel kort te laten knippen. In de kleinste dorpen zijn meerdere kappers te vinden. Turken gaan vrij vaak naar de kapper, soms wel iedere dag om zich te laten scheren.
Mijn kapper in ons dorp had een dubbelfunctie. Want behalve kapper was hij namelijk ook  muhtar. Een muhtar is een soort part-time, gekozen ambtenaar die in de kleinere dorpen de basisadministratie bijhoudt betreffende woonadressen, hij verstrekt afschriften van identificatiekaarten, hij houdt zich ook bezig met veiligheid en gezondheidszorg en nog zo het een en ander.

Het naar de kapper gaan in Turkije kan uitgroeien tot een heel ritueel en zeker voor toeristen wil nog weleens een aardige show opgevoerd worden.
Als je binnenkomt en niet meteen aan de beurt bent, krijg je een stoel aangeboden en eveneens een glaasje thee. Als het zover is neem je plaats in de kappersstoel. Er wordt uiteraard een kapmantel om je heen gedrapeerd en er wordt gevraagd wat de wensen van de klant zijn.
Mocht je dit niet in het Turks kunnen vertellen dan lukt het wel in het Engels. Want of de kapper spreekt een beetje Engels of een van de andere klanten of theedrinkers die er soms gezellig bij zijn komen zitten. En als het dan nog niet lukt, wordt er wel iemand uit het theehuis of ergens anders vandaan gehaald die het Engels wel machtig is.
En als het goed is hangt er ook nog ergens een prijslijst in de zaak.
Je haar wordt geknipt met schaar, tondeuse of mes, al naar gelang je wenst. Je baard wordt gedaan en je nek, je hals en je wangen worden geschoren, waarna resten scheerzeep met een vochtige handdoek verwijderd worden. Vervolgens worden met een in spiritus gedoopt, aangestoken wattenstokje de haren uit en van je oren weggebrand. Met een puntig schaartje worden je neusharen geknipt en je wenkbrauwen gefatsoeneerd. Daarna wordt de handspiegel gebruikt om te laten zien hoe het er van achteren uitziet. Bij een akkoordbevinding  wordt de kapmantel afgedaan en worden met een borstel uitvoerig de eventueel achtergebleven haren van de kleding verwijderd.
De hele voorstelling duurt gemakkelijk drie kwartier en kost soms wel 10 tot 12 lira.

Maar, als de muhtar zelf knipte, hij had namelijk ook een leerling in dienst, kon het gebeuren dat de knipbeurt onderbroken werd door werkzaamheden die betrekking hadden op zijn ambtenaarschap. En dan moest je eventueel met de zeep op je gezicht maar even geduld hebben.

maandag 11 april 2011

Pet shop

Het houden van huisdieren voor je plezier is eigenlijk een hobby die je vooral tegenkomt in landen met een behoorlijke levensstandaard.
De kosten die hier namelijk mee gepaard gaan lopen vaak behoorlijk op. En natuurlijk is het houden van een paard duurder dan het houden van een hamster, maar toch.  Voer, dierenarts, en nachtverblijf, het kost allemaal geld.
In Turkije werd het houden van honden en katten lange tijd als onrein gezien. Ze waren er wel, maar dan als straathond of straatkat die leefden van afval en resten. In huis kwamen ze niet.  Ze zij er nog volop en gemeentelijke overheden treden er vaak tegen op door ze te vangen en te “helpen”, waarna ze meestal weer vrij gelaten worden of in een soort asiel terechtkomen. Soms ook worden ze nooit meer teruggezien. Soms worden ze eenvoudig vergiftigd.
In de binnenstad van Istanbul zijn de grote groepen straathonden nagenoeg verdwenen.
Een paar weken geleden werden buiten de stad in een bos een flink aantal hondenkadavers gevonden.
Met de economische vooruitgang en de daarmee gepaard gaande veranderde levenswijze kregen ook de mensen meer middelen en tijd om aan een huisdier te besteden. Ook de machohondenbezitter met zijn vechthond zien we daardoor helaas in aantal toenemen.
Als je momenteel door bepaalde wijken van Istanbul wandelt, b.v. Cihangir, dan zie je op allerlei plaatsen  pet shops en ook lijkt zich het aantal dierenartspraktijken voor kleine huisdieren uit te breiden.

Maar een “Partij voor de Dieren” in het parlement is hier nog ver weg.
Momenteel is de kiesdrempel 10%.

Dierenleed-dierenliefde

Twee opmerkelijke berichten kwam ik in de krant tegen. Beide verhalen handelden over dierenleed of dierenliefde. Het is maar hoe je het bekijkt.
Het eerste verhaaltje ging over hanengevechten. In een plaats in het Egeïsche gebied van Turkije deed politie een inval in een gebouw op het industrieterrein waarin de vereniging van hanenhouders en andere gevleugelde dieren gevestigd was. In een flinke zaal was een arena gebouwd met er omheen tribunes. Er waren op het moment van de inval 51 bezoekers en enkele bestuursleden aanwezig. Er was geen gevecht gaande. Maar er werden wel bebloede hanen aangetroffen. Ook vond men bloed op de grond en een tas met medisch materiaal en gereedschap om wonden te hechten en te verzorgen. Uit verklaringen bleek dat de hanen ook elektrische schokken kregen. Verder werden er paperassen in beslag genomen waaruit bleek dat er op de vechthanen gegokt werd. De bestuursleden werden opgepakt en de bezoekers kregen allemaal een bekeuring.

Het andere bericht ging over een gebeurtenis die zich toevallig in dezelfde plaats afspeelde.
Een herder was met zijn kudde geiten onderweg toen er een van de dieren in een 200 meter diepe spelonk terechtkwam en er niet meer uit kon komen. Dorpelingen werden ingeschakeld en hebben gedurende vijf dagen geprobeerd de geit te bevrijden. Tevergeefs. Ten einde raad werd de Rampendienst ingeroepen en een van de medewerkers daalde met behulp van een bergbeklimmersuitrusting af in het spelonk en slaagde er uiteindelijk in het beestje ongedeerd mee terug naar boven te brengen. Vanaf dat moment kreeg het diertje van de herder een naam: Ramp.

Wat dit alles voor mij nog opmerkelijker maakte, was dat de twee artikeltjes naast elkaar op dezelfde pagina van de krant stonden.
En was het nou dierenleed of dierenliefde?

zondag 10 april 2011

Examen

Zondag 27 maart 2011 was het zo ver. In heel Turkije zouden 1.700.000 leerlingen uit het laatste jaar van het voortgezet onderwijs een eerste toelatingsexamen afleggen om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een universitaire opleiding.
Een uitermate belangrijke dag en een uiterst belangrijk examen. Er komen dit jaar ongeveer 600.000 plaatsen beschikbaar voor eerstejaars studenten. En het wel of niet in aanmerking komen voor een van die plaatsen kan grote invloed hebben op de rest van je leven.
De examens worden in de hoofdstad van iedere provincie afgenomen waar alle kandidaten uit dat gebied bij elkaar komen in een universiteitscomplex of andere geschikte locatie.
Niets was aan het toeval overgelaten. Eerdere jaren waren er weleens problemen geweest en dat wilde men nu voorkomen.
Veel leerlingen volgen jarenlang naast hun school nog extra lessen bij een privé studie-instelling om een goed resultaat te behalen en zij willen uiteraard niet de dupe worden van malversaties.
Om te beginnen werd besloten om het ingaan van de zomertijd, eigenlijk gepland op die dag, uit te stellen tot maandag om  de kandidaten niet uit hun ritme te brengen en niet het risico te lopen dat enkele leerlingen een uur te laat zouden komen.
Daarnaast was voor iedere kandidaat een persoonlijk vragenboekje gemaakt om afkijken tegen te gaan.
Bij de ingang van de examenzalen werden de kandidaten gefouilleerd en moesten persoonlijke eigendommen  zoals telefoon, pen, papier, broekriem, oorbellen of horloge afgegeven worden.
Tevens werd ervoor gewaarschuwd dat gedurende het examen een plaspauze niet was toegestaan.

Enkele dagen na het examen verschenen  de eerste geruchten in de pers dat er mogelijk toch fraude was gepleegd. Sommige kandidaten zouden in bezit zijn gekomen van een code om de 160 multiple choice vragen correct te beantwoorden.
De onrust bleef aanhouden en er werd een openbare aanklager belast met het benoemen van een commissie om onderzoek naar mogelijke ongeregeldheden te doen.

Misschien moeten 1.700.000 leerlingen hun examen overdoen.

Orgaantransplantaties

In een belangrijke Turkse krant stond een artikel over een Chinees-Japans instituut dat al heel ver schijnt te zijn in de ontwikkeling van mogelijkeden om varkensorganen te transplanteren in mensen.  Huid- en oogvliestransplantaties zouden volgend jaar al mogelijk zijn maar ook belangrijke organen als hart, lever en nieren zouden binnen enkele jaren voor transplantatie in aanmerking komen.
Ook in de Verenigde Staten en in Europa worden al jaren proeven genomen. En  transplantaties van varkenshartkleppen worden al enkele jaren uitgevoerd. Ook wordt er druk geëxperimenteerd met andere varkensorganen.
Ik denk dat moslims in dit verband weleens voor een enorm dilemma kunnen komen te staan. Een transplantatie kan van levensbelang zijn. In de Koran vinden we volgens mij geen antwoord op de vraag of dit wel of niet zou mogen.  Hoge islamitische geestelijken zullen zich ongetwijfeld over deze vraag buigen en een uitspraak doen.

Het eten van varkensvlees is volgens de Koran verboden en dat kunnen we letterlijk terugvinden. Maar Turkije is een seculier land waar ook veel buitenlanders wonen en de economie heeft grote belangen bij het toerisme. Het verkrijgen van varkensvlees zou dus eigenlijk  moeten kunnen. En in sommige hyper- of supermarkten zijn enkele voorverpakte, geïmporteerde producten tegen exorbitante prijzen te koop. Ik ken veel Turken die graag varkensvlees eten als het hen aangeboden wordt en ook graag zouden zien dat het normaal verkrijgbaar zou zijn.
Ooit waren er voor zo ver ik weet een stuk of 25 varkensboerderijen in Turkije. Maar die zijn na aantreden van de regering Erdoğan bijna allemaal verdwenen.
Toen ik ooit in Istanbul een şarküteri zag, dacht ik met een winkel te doen te hebben waar varkensvlees te koop was. Het woord komt tenslotte van het Franse woord charcuterie hetgeen oorspronkelijk varkensslagerij betekende. Maar nee, er was sprake van een delicatessenwinkel  waar absoluut geen varkensproducten over de toonbank gingen.
In Turkije wordt veel gejaagd. Ook op wilde zwijnen. De jagers zeggen dat ze dat doen omdat wilde zwijnen vaak groententuinen omwroeten en vernielen. Ze laten de geschoten dieren liggen en consumeren ze niet.
Goed, de Koran verbiedt dus het eten van varkensvlees. Behalve in noodsituaties. In dat geval, als een mens in nood is, en het vlees tegen zijn wil maar omdat het niet anders kan  toch zou nuttigen, is Allah genadevol.
Zou een levensreddende operatie in een noodsituatie, waarbij een varkensorgaan getransplanteerd wordt, misschien ook op deze manier benaderd kunnen worden?

Volgens mijn informatie zijn er in Turkije nog twee varkensboerderijen.

zaterdag 9 april 2011

Het Middellandse Zee dieet

Jarenlang vervolgonderzoek onder heel grote aantallen mensen (in totaal 500.000) heeft laten zien dat het Middellandse Zee dieet een probaat middel is om je gewicht op hetzelfde peil te houden en dat het ook een succesvolle manier is om af te slanken.
Het dieet is afgeleid van de oude eetgewoonten van de bevolking in de landen rond de Middellandse Zee.
Daarbij moet vermeld worden dat ook in die landen de eetgewoonten tegenwoordig drastisch gewijzigd zijn en dat men ook daar veel te veel suikers, zouten en andere aan voedsel toegevoegde stoffen binnen krijgt.
De basis van dit dieet is het eten van veel verse groenten, tomaten, uien, fruit, olijven, volkoren producten, vis en wijn met mate, waarbij voor de bereiding onverzadigde olijfolie wordt gebruikt. En het spreekt voor zich dat iedere dieetgoeroe zijn eigen variatie heeft.
Mij gaat het in dit verband in het bijzonder om de vis. Vette (koud water) vis met name zou uitermate gezond zijn vanwege het hoge gehalte aan omega-3.
De discussie in wetenschappelijke kring over omega-3 duurt al heel lang en zal voorlopig nog voortduren. Regelmatig verschijnen er in de pers artikelen over deze wonderbaarlijke stof, dit wondermiddel.
Zo zou omega-3 goed zijn tegen hart- en vaatziekten, tegen artritis, tegen depressies. Het zou het cholesterolgehalte verlagen, het zou de oogfuncties en de hersenstofwisseling verbeteren en ga zo maar door.
De uitkomsten van allerlei onderzoek vinden gretig aftrek in de pers en ook de industrie pikt er een graantje van mee door omega-3 in voedingssupplementen op de markt te brengen waarbij visolie heel populair is.
Bij omega-3 gaat het om een drietal zuren waarvan alfa-linoleen zuur (ALA) niet door het menselijk lichaam zelf uit andere voedingsstoffen gemaakt kan worden.  Alle andere omega-3, 6 of 9 kunnen we wel uit onze normale voeding voldoende opnemen.
Maar dit alfa-linoleen zuur moeten we dus op directe wijze binnen zien te krijgen. En daarover zijn de deskundigen het wel met elkaar eens.
Maar over het feit of je daarvoor het beste vis kan eten of visoliesupplementen kan slikken gaan de meningen alweer uiteen. (De hoeveelheid omega-3 in andere voedingsstoffen is zeer gering en laten we even buiten beschouwing).
Visoliesupplementen zijn meestal gereinigd van zware metalen en andere gevaarlijke stoffen. Maar een te veel aan visolie zou risico’s met zich meebrengen i.v.m. bloedstolling, immuunreacties, hartfalen en voor diabetici.
Verse vis  zoals makreel, zalm, haring, ansjovis en sardines, bevat het meeste omega-3 maar is helaas vaak verontreinigd . En vaker dan twee keer per week een vismaaltijd wordt dan ook niet aangeraden. En of daarbij, zoals in het dieet aanbevolen, het gebruik van alcohol een positieve of een negatieve invloed heeft op de werking van omega-3 is ook nog steeds onderwerp van discussie.
“Vrouw, wat eten we vanavond?”
“Gebakken sardines met een groene salade, tomaten, olijven en bruinbrood met daarbij een glaasje visolie eh rode wijn.”

Asfalteren

Enkele jaren geleden zijn we verhuisd naar een ander dorp op het schiereiland Bodrum. We hadden een grote nieuwe villa gekocht aan een hele brede doodlopende weg waaraan nog een viertal woningen staat. De weg voor onze woningen is openbare weg en de gemeente is verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud.
Toen we onze woning betrokken was de weg een zand- en modderpad waar de bouwvoertuigen van een aangrenzende bouwplaats gebruik van maakten. En de weg was niet bestraat.
Voor zo ver wij wisten, bestond er een afspraak tussen de bouwer van de huizen en de gemeente om gezamenlijk de aanleg en de kosten van de weg voor hun rekening te nemen.

Na twee winters door de modder geploeterd te hebben, en na niet nagekomen beloftes van bouwer en gemeente, besloten we samen met een van de buren de hele weg voor eigen rekening te laten verharden met grof steenmateriaal om in ieder geval van de modder af te zijn. De gemeente stemde daar mee in.
Dat was een hele verbetering. En nog steeds lag er de afspraak tussen bouwer en gemeente om voor hun gezamenlijke rekening de weg te laten asfalteren.
Aan onze weg staan vijf huizen. Wij wonen in de laatste woning. Van het middelste huis wordt vrijwel alleen ’s zomers gebruik gemaakt.
Twee zomers geleden, enkele weken voor de buurman weer zou arriveren, stonden er opeens vrachtwagens, een wals en een asfalteermachine in de straat.
We waren verrast. De bouwer en de gemeente waren kennelijk tot overeenstemming gekomen. De weg zou geasfalteerd worden.
We gingen snel even naar het gemeentehuis om te vragen wat er nu eigenlijk stond te gebeuren. We wisten namelijk van niets. Niemand had ons verwittigd.
Bij de gemeente wist men ook van niets. Onze buurman had zelf een bedrijf ingeschakeld en wilde voor eigen rekening de weg laten asfalteren, bleek na een telefoontje van de ambtenaar met de buurman.
Of dat dan zo maar kon? Er moest namelijk bij ons voor de deur nog een nieuwe waterleiding gelegd worden en daarvoor zou de weg dan weer opengebroken moeten worden. Nee, eigenlijk kon dat niet zomaar. En er zou meteen iemand van de gemeente gaan kijken.
Binnen een paar uur was de weg, tot en met waar de betalende buurman woont, geasfalteerd. Het bleek dat hij  die zomer belangrijk bezoek zou ontvangen. Voor de rest van de weg had hij geen asfalt besteld.
Drie jaar later is het laatste deel van de weg nog niet geasfalteerd.

vrijdag 8 april 2011

Shoppen op Kos

Op het Griekse eiland Kos is onlangs speciaal voor Engelse bezoekers een nieuwe supermarkt geopend. De Engelse bezoekers komen uit Turkije. Ze steken ’s ochtends met de veerboot over vanuit Didim, Turgutreis of Bodrum. Veelal zijn het Kos-gangers die hun visum gaan verlengen door op een en dezelfde dag even heen en weer naar Griekenland te varen. Veel van hen wonen het hele jaar in Turkije en maken die tocht iedere drie maanden omdat hun visum zo lang geldig is. Maar ook Engelsen die een verblijfsvergunning hebben en dus niet telkens hun visum hoeven te vernieuwen, gaan regelmatig een dagje naar Kos.
Daarnaast zijn er ook Kos-gangers met een andere nationaliteit. Maar het merendeel van de dagjesmensen is toch Engels. Er komen in het zomerseizoen ook wel Engelsen naar Kos voor hun vakantie maar die verblijven veelal in hotels en hebben niet zo veel behoefte om boodschappen te doen in een supermarkt.
Zelf maakte ik vorige maand ook de oversteek vanuit Turgutreis. Ik was aan boord van een draagvleugelboot en naar later bleek de enige Nederlander. Ik arriveerde als eerste  en zag mijn medereizigers aan boord komen met koffers, tassen en boodschappenwagentjes. Leeg wel te verstaan naar ik later begreep.
Men ging shoppen op Kos. Ik wist wel dat er vaak tax-free sterke drank meegebracht werd en ik vermoedde dat daar de tassen en koffers voor bestemd waren.

Ik maakte die dag een lange wandeling over het eiland en kwam ’s middags toevallig langs een gloednieuwe supermarkt. Ik ging naar binnen om iets te drinken te kopen.
Tot mijn verbazing waren de gangpaden in de winkel vol met mijn medereizigers die in het Engels met elkaar de kwaliteit van de producten bespraken. Het winkelpersoneel sprak goed Engels en hielp de klanten, die vooral geïnteresseerd waren in levensmiddelen die in Turkije niet of moeilijk verkrijgbaar zijn, op zeer adequate wijze aan grote hoeveelheden bacon, spek, saucijzen, kaas, varkenslappen, toast en sauzen.
Met hun tassen en wagentjes vol boodschappen wandelde men rustig terug naar de boot om met een tevreden gevoel de terugreis te aanvaarden.
Tot over drie maanden.

Hop

“Oh, kijk een ibibik”, zei ik zachtjes tegen mijn zoon die naast me op het terras achter ons huis in Turkije zat. Op het hek van de tuin landde een schitterende, bontgekleurde, grootgekuifde, flinke vogel. Het was aan het eind van de zomer. Prachtig weer, zonnetje, graadje of 25, biertje.
Een echte vogelaar die met verrekijker en notitieboekje de natuur intrekt om vogels te spotten of te tellen ben ik nooit geweest. Wel ben ik altijd zeer geïnteresseerd geweest in vogels en trouwens in de natuur in het algemeen. Maar ik woonde aan de rand van een bos met aan de ene kant een heideveld en een weidegebied aan de andere kant. Ik keek naar de vogels in mijn tuin en dat waren er al zoveel en zoveel verschillende dat ik daardoor geen behoefte had om op speciale vogeltocht te gaan. Ik ken heel veel vogels. Ook veel uit vogelgidsen en sommige daarvan had ik nog nooit live gezien. Zo was het ook met de ibibik.
“Oh, kijk een hop”, zei ik eigenlijk zachtjes tegen mijn zoon. Die vogel kende ik wel uit het vogelboek. In levende lijve had ik hem echter nog nooit ontmoet. Op foto’s vond ik het al een prachtig beest maar in het echt was hij werkelijk fantastisch.
Hij schreeuwde heel hard en fel. Het leek wel alsof hij zijn visitekaartje afgaf en niet wilde dat we hem ooit zouden vergeten. Zijn roep leek werkelijk op zijn Turkse naam die ik later ergens vond: Ibibik, ibibik, ibibik en die riep hij misschien wel twintig keer. Toen vloog hij weg en daarna heb ik er nog geen meer gezien.
Het eerste wat ik daarna deed was de vogel en zijn naam opzoeken in mijn Turkse natuurgids. Ibibik, een mooie naam. Ook las ik dat hij hier vrij veel voorkomt en ik las iets over zijn levenswijze. En toen ik dat las herinnerde ik mij een verhaal dat mijn oom, een hele ware vogelenpiep, mij vertelde toen ik nog kind was. Het ging over de hop, die hij drekhaan noemde vanwege zijn manier van omgaan met zijn nest en de jongen. De vogel zou niet, zoals vrijwel alle andere vogels wel doen, het nest schoonhouden van uitwerpselen en voedselresten maar die juist in en rond het nest laten liggen. Voor de drekhaan was dat de manier om het kroost te beschermen tegen indringers en rovers. Daarbij scheidde het vrouwtje uit een speciale klier een smerig ruikende stof af. Door dit alles stonk het nest dermate dat de veiligheid gewaarborgd werd. Volgens mijn oom kwam er geen enkele vijand in de buurt van het nest.

donderdag 7 april 2011

1 April

Toeristen hebben een visum nodig om Turkije binnen te mogen. Dat is natuurlijk niet zo bijzonder. Visa bestaan over de hele wereld, soms voor iedereen, soms afhankelijk van waar je vandaan komt.
Turken die Europa willen bezoeken hebben ook een visum nodig en het is lang niet eenvoudig om dat te verkrijgen.
De problematiek rondom dit onderwerp is al sinds 1973, toen de regels plotseling veranderd werden, een heikele zaak.
De laatste twee jaar ongeveer wordt er zeer intensief aan gewerkt om tot een nieuwe oplossing te komen. Juristen, in Europa en in Turkije, buigen zich over de regelgeving en politici proberen zicht te krijgen op de consequenties die een volgende verandering met zich mee zal brengen.
Buitenlanders die voor een langere periode in Turkije willen verblijven, moeten na drie maanden even het land uit en weer in om een nieuw visum te kopen. Veel buitenlanders die van plan zijn jarenlang in Turkije te blijven, vragen bij de Turkse autoriteiten een verblijfsvergunning aan voor een of meerdere jaren. Uiteraard zijn daar kosten aan verbonden. Nederlanders spannen in dit verband de kroon met een bijdrage van ongeveer 425 euro voor een jaar. Ook Engelsen betaalden een aanzienlijk bedrag, ik meen iets van 350 euro.
Een grote groep Nederlandse en Engelse langblijvers rondom Bodrum, die toch voor het driemaandelijkse visum kozen, ondernamen daarom regelmatig een dagtocht naar het Griekse eiland Kos op een afstand van driekwartier varen. De kosten voor de veerboot en het nieuwe visum samen kwamen dan op ongeveer 40 euro per keer maar men deed ook boodschappen en men gebruikte een maaltijd.
De veerboten naar en van Kos deden goede zaken en winkeliers en restaurants op het eiland waren ook best over deze gang van zaken te spreken.
Op 1 april 2011, nee geen mop, werd bekend dat de kosten, verbonden aan het verkrijgen van een verblijfsvergunning drastisch waren verlaagd. Het was niet vooraf aangekondigd maar de nieuwe regeling werd plotseling van kracht.
Nu betalen Nederlanders en Engelsen nog maar ongeveer 60 euro voor een verblijfsvergunning van een jaar.
Nederlandse vrienden van ons hadden net op 29 maart 2011 een verblijfsvergunning aangevraagd.

Ben Affleck

Istanbul is een wereldstad waar heel veel buitenlandse artiesten regelmatig hun opwachting maken. Grote namen uit de filmwereld en de muziekindustrie verschijnen veelvuldig in de pers. Ze komen optreden of een film promoten of een of andere prijs in ontvangst nemen. Bekende namen te over in dit verband.
Madonna, Lady Gaga, Justin Bieber, Deep Purple, Penelope Cruz, Anne Hathaway en ga zo maar door.
Dinsdag 5 april jl. arriveerde met een directe vlucht van Turkish Airlines (THY) vanuit New York de filmster Ben Affleck. Hij is vooral bekend van “Good Will Hunting” waarvoor hij samen met Matt Damon een Oscar kreeg uitgereikt, maar ook is hij bekend vanwege zijn relatie met Jennifer Lopez.
Zonder de pers te woord te staan vertrok hij vanaf het vliegveld naar het centrum van de stad. Daarbij de verzamelde journalisten in verwarring achterlatend.
Hij was helemaal alleen. Kwam hij voor privé-zaken? Stond er misschien een filmproject op stapel? Moest zijn bezoek eigenlijk geheim blijven?
De speculaties waren niet van de lucht.

’s Avonds in de nieuwsuitzendingen van verschillende kanalen was er een kort item over een tapijtverkoper op de Kapalıçarşı, de overdekte markt, in Istanbul.
De handelaar had een prima dag achter de rug.
Een man had voor 360.000 TL enkele tapijten van hem gekocht.

Boerenzwaluw



Voor de vogelbescherming  Nederland is 2011 het jaar van de boerenzwaluw. De soort zou ernstig achteruitgaan en met extra onderzoek en bescherming zou daaraan misschien een halt kunnen worden toegeroepen. De belangrijkste oorzaken van deze afname van het aantal zijn nog niet bekend en die zullen eerst in kaart moeten worden gebracht.
In Turkije heb ik nog niets van die problemen gemerkt. Vanaf begin maart komen de eerste boerenzwaluwen terug uit Afrika en ze zijn dan regelmatig in groten getale te zien, zwevend door de lucht of zittend op de nog overal aanwezig zijnde bovengrondse elektriciteitskabels.
Zo ook langs onze tuin. Ons huis is een jaar of zes oud en vorig voorjaar werd voor het eerst een nest gebouwd op ons overdekte balkon, ingenieus bevestigd aan de buitenverlichting aan het plafond.
Het was al wat later in het seizoen en er is dat jaar maar één legsel geweest van vijf eieren die ook allemaal zijn uitgekomen.
Nadat de familie aan het eind van de zomer  vertrokken was naar hun winterverblijf werd het nest ingepikt, dus eigenlijk gekraakt, door een stelletje mussen. Die gingen niet al te zachtzinnig en voorzichtig met andermans spullen om. De ingang van het nest werd al snel zwaar beschadigd.
Ik denk dat dat kwam doordat die mussen minder slank en gestroomlijnd zijn en dat ze daardoor niet zo gemakkelijk naar binnen konden.
Ze waren zelfs zo ruw bezig dat er na enige tijd een groot gat in de bodem van het nest ontstond. De mussen hebben het nest toen maar verlaten.




Dit jaar, het was de eerste week van maart, vlogen er weer boerenzwaluwen rond ons huis en een tweetal leek de boel te komen verkennen. Waarschijnlijk waren het dezelfde vogels van vorig jaar.
De eerste dagen werden gebruikt om het nest schoon te maken. Vuil, plantenresten, takjes en een papiertje werden naar buiten gegooid. En daarna begon de restauratie. In ongeveer een dag of tien werd eerst het gat in de bodem gedicht en vervolgens werd de pijpvormige toegang onder handen genomen. Toen zag het nest er weer exact zo uit als vorig jaar. Daarna begonnen ze met de stoffering.  Dit jaar zullen er misschien wel twee of drie legsels komen.



woensdag 6 april 2011

Kukumav

Nederlands: koewie (kort gekef) en joeek (langer aangehouden).
Duits:  mannetje, guhg, guuig, of gwuaig en dan miju of miau
  ook: gluui of goojahui
Engels:  kee-ik
Italiaans: hu-u-ou
Frans:  kiou kiou of kiwitt
Esperanto: ki-i-ik of ki-iu
Turks:  kukumav

Vanmorgen werd ik gewekt door de kukumav. In oktober en november hoor ik hem heel vaak. Meestal zit hij hoog in een oude olijfboom, maar ook weleens op de schoorsteen van het huis aan de overkant. Daarna hoor ik hem nooit meer zo hard roepen maar soms zie ik hem ’s avonds wel op het dak van de buren.
Volgens de vogelgidsen en kenners op het internet is het een mannetje dat zo roept. Misschien laat hij alvast aan de vrouwtjes weten waar hij woont, zodat ze hem in het voorjaar snel kunnen vinden.
Soms maakt hij zich heel druk en roept lange tijd, heel snel achter elkaar zijn eigen naam:
Kukumav, kukumav, kukumav. Dat is steenuil in het Turks. Mijn Turks is niet zo best maar dit versta ik uitstekend.

Het is wel heel grappig dat een steenuil in vrijwel elke taal iets anders roept. Althans weer volgens de vogelgidsen en internetvogelaars. Soms is het zo anders en zo verschillend van mijn kukumav dat het wel een ander soort vogel lijkt. Wat te denken van het Engelse kee-ik of het Italiaanse hu-u-au. De Duitse steenuil heeft een heel uitgebreid repertoire, maar guhg guhg miau heeft er wel iets van weg.
Maar ik zou wel heel erg gek opkijken als ik op een ochtend wakker zou worden geroepen met: ki-i-ik, ki-i-ik (Esperanto).