maandag 21 november 2011

Verse aal

Het is algemeen bekend dat sportvissers en beroepsvissers graag overdrijven. Van sportvissers kennen we natuurlijk allemaal de handgebaren waarmee ze aangeven hoe groot de gevangen of net niet gevangen vis wel niet was. Dat is tegenwoordig iets minder geworden omdat collega vissers altijd naar een foto vragen. En omdat iedereen een zaktelefoon heeft met fototoestel ingebouwd, worden ongeautoriseerde vangsten stelselmatig in twijfel getrokken.
Nou zijn er wel vissers die gebruik maken van een meetlat om naast de gevangen vis te houden die gebruik maakt van een gefalsificeerde maatvoering. De maat van de cm wordt iets kleiner gemaakt waardoor de vis groter lijkt.
Maar om echt te overtuigen moet er door een collega een foto gemaakt worden waarop de visser zijn vangst vasthoudt.

Van beroepsvissers die op de binnenwateren hun beroep uitoefenen weten we dat ze al jaren lang klagen over teruglopende vangsten. De vissers op het IJsselmeer geven daar steevast de aalscholver de schuld van. Die wordt aangewezen als de rover die de visstand ernstig bedreigt.
Nou is het absoluut een feit dat het voedsel van de aalscholvers uit levende vis bestaat. En dat ze graag voorn, baars, snoekbaars en paling op het menu hebben staan hoeft ook niet ontkend te worden. En daarvan verschalkt iedere aalscholver dagelijks toch een 400 tot 500 gram.
Als er dan sprake is van een aalscholverkolonie kunnen al die beesten bij elkaar aardig huishouden onder de vooral liefst kleine jonge vissen want die happen zo gemakkelijk weg.
Al met al, waar of niet waar, populair zal deze zwarte plompe grote "waterraaf" bij de vissers nooit worden.
Sportvissers en beroepsvissers vroegen herhaaldelijk om maatregelen door de overheid. Maar afschieten, vergiftigen, nesten verstoren of de kolonie afbranden is verboden omdat de schollevaar een beschermde vogel is. Er valt dus weinig tegen te doen. Maar als inderdaad de visstand zo laag zou zijn als de vissers beweren zouden de aalscholvers niet genoeg vis meer voor hun jongen kunnen vangen en zouden ze door natuurlijk verloop vanzelf verdwijnen.
Ook klagen vissers tegenwoordig over de kwaliteit van het viswater. Nee, niet omdat het te vuil is maar juist het tegenovergestelde. Het viswater is te schoon (te weinig fecaliën) waardoor er niet voldoende voedingsstoffen in het water zitten en de vis kleiner blijft dan vroeger.

Bij ons in de baai aan de Egeïsche Kust van Turkije zie ik heel af en toe een aalscholver (karabatak). Een heel mooi gezicht om het beest 's morgens heel vroeg als de zon net opkomt en het overal nog doodstil is te zien jagen. Hij zwemt rustig rond en plotseling duikt hij. Even later komt hij trots boven met de vangst nog in zijn bek om die even aan mij te laten zien voor hij die heel naar binnen slobbert.
Vlak langs de kust zitten in het oppervlakte water miljoenen kleine jonge visjes, vaak baarsachtigen, die daar fourageren omdat daar kennelijk genoeg voedsel is te vinden voor hen allemaal. Ik veronderstel dan ook dat het oppervlakte water niet al te schoon is.
Het lijkt me hier voor aalscholvers een eldorado en ik vind het verwonderlijk dat ik er maar zo zelden eentje tegenkom.
Stel dat ik een Nederlandse aalscholver was. Dan zou ik toch echt het risico niet nemen om door een visser met een jachtgeweer illegaal uit mijn nest geschoten te worden. Nee, ik zou het wel weten.
Ik zou een expataalscholver worden in Turkije.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten