zaterdag 5 november 2011

De bewaker

Jaren geleden bestonden er al summiere plannetjes om een nieuwe jachthaven aan te leggen. Er bestond geen gelegenheid voor wat grotere schepen om af te meren, behalve dan aan een geïmproviseerde krakkemikkige houten pier of op ree natuurlijk.
Lange tijd bleef het op dat niveau voortsukkelen, ideetjes, plannetjes. Echt noodzakelijk vond men het bij de gemeente ook niet. En onder de bevolking gingen trouwens nog al wat stemmen op die een nieuwe haven zelfs ongewenst achtten. Een nieuwe haven zou veel nieuwe drukte met zich brengen en daar waren ze absoluut niet in geïnteresseerd.
De plaatselijke horeca en de winkeliersvereniging dachten daar wel heel anders over. Voor hen was van belang: meer toeristen, meer klanten, meer omzet en vanzelfsprekend dus meer verdiensten.

Toen er een paar jaar later een nieuwe burgemeester kwam (van een andere partij) werden de plannen al snel iets concreter. De exacte rol van de burgemeester ken ik niet en ik weet ook niet precies hoe er door belanghebbenden gelobbyd is, maar het was overduidelijk dat hij wel in staat was geweest om provincie en staat voor de plannen te interesseren. Er kwam namelijk wel geld beschikbaar.
Er werd een bekend bureau in de arm genomen dat de coördinatie zou verzorgen en de hele eerste fase van het project zou begeleiden. Voortvarend werd er gewerkt want een maand later lag er een eerste uitgewerkte versie van de plannen op tafel van de burgemeester.
Na een aantal veranderingen, nieuwe onderzoeken en aanpassingen kwam er dan nog vrij snel een door alle betrokkenen geaccordeerd plan ter beoordeling te liggen. Plan aangenomen. Verdere voorberingen konden van start gaan.
Landmeters, ingenieurs en gemeentelijke functionarissen gingen druk aan de slag met het uitzetten van lijnen en het markeren van de ijkpunten.
En op een maandagmorgen in februari, het was nog niet eens licht, denderden graafmachines, vrachtwagens, hijskranen en ander zwaar materieel door het dorp op weg naar de haven.

Aan het water stond een man die net bezig was zijn visgerei in orde te maken. Na een paar minuten had hij zijn twee hengels in stelling gebracht en zette zich op de rand van een bootje dat daar op het zand getrokken was.
De werkzaamheden gingen van start. Dagelijks gadegeslagen door tientallen dorpelingen en andere belangstellenden werd er in een periode van enkele maanden een immense hoeveelheid werk verzet. Er werden wegen verlegd, er werd een nieuwe pier van rotsblokken gelegd, er werden nieuwe kades gebouwd, er werd beton gestort, er werden water en elektraleidingen gelegd, er werden toiletgebouwen geplaatst enz.
En iedere morgen stond aan het water de man met zijn twee hengels.
De laatste werkzaamheden zoals het aanbrengen van verlichting, plaatsen van brandkranen, schilderwerk , zetten van hekwerk om de haven af te sluiten voor ongewenste bezoekers, elektrisch bedienbare slagbomen en het plaatsen van een cabine voor de bewaking vonden plaats en de nieuwe haven was een feit.
Er werd een grote ceremonie gehouden en een openingsfeest georganiseerd. Vijfentwintig grote jachten konden het hele jaar door nu een beschut plekje vinden. Iedereen blij. De middenstand, de burgemeester, de gemeente en de drie man die als bewakers in 24-uurs ploegendienst aangesteld waren.
Iedere morgen kwam de man met zijn twee hengels langs de bewakers om naar zijn visstek te wandelen.
Op een ochtend merkte hij dat de bewaker in zijn hok lag te slapen. Ook vond hij dat de haven vreemd leeg aandeed. Een flink aantal schepen moest de vorige dag vertrokken zijn. Maar hij vertrouwde de zaak niet helemaal want de slagbomen stonden open. Hij bonkte op de ramen van de cabine maar de bewaker reageerde niet. Hij wist genoeg. Hij belde het telefoonnummer dat op de deur van de cabine stond en sloeg alarm. Na enkele minuten was de jandarmerie aanwezig.....

Een dag of drie is de visser nog teruggeweest om te proberen een visje te verschalken. Daarna werd er nooit meer iets van hem vernomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten