zondag 20 november 2011

Geestverruimend

Çetin was verwikkeld in onfrisse zaakjes. Dat kon bijna niet anders. Hij werkte niet, maar beschikte altijd over meer dan voldoend pegulanten. En hij liet zijn vrienden daar volop van mee genieten. Hij was heel erg gul.
Hij was altijd vrolijk en lachte veel. Hij leek zich uitstekend te vermaken. Hij woonde nog thuis bij zijn ouders en dat beviel hem prima. Hij was 27 en zijn moeder vond eigenlijk dat het zo langzamerhand wel eens tijd werd dat hij het huis uit zou gaan. Het beste zou zijn als hij zou gaan trouwen en een baas zou zoeken.
Zijn ouders hadden ergens in het dorp nog een huis waar hij zo in zou kunnen. Maar nee, Çetin was heel tevreden met zijn leventje. Hij kon thuis eten als hij daar zin in had, hetgeen trouwens niet vaak voorkwam, maar moeder zorgde ervoor dat er altijd voldoende was voor het geval dat. Moeder deed ook de was voor hem. Hij kon komen en gaan wanneer hij maar wilde.
Wat hij precies deed, waar hij zijn tijd mee doorbracht en waar hij zijn geld mee verdiende wisten zijn ouders niet. Zijn vader vermoedde dat het alles met wedden op paardenraces te maken moest hebben. Çetin beschikte over drie zaktelefoons van de laatste generatie. Zijn vader had hem enkele keren aan de telefoon gehoord en de gesprekken bestonden voornamelijk uit het doorgeven van cijfers, getallen en tijden. Ja, zo iets moest het wel zijn dacht zijn vader.
Als hij de deur uit ging en zijn moeder vroeg waar hij heen ging was het antwoord vrijwel altijd hetzelfde: even naar Bodrum, of: even naar Muğla. Verder liet Çetin niets los.
Çetin reed wat af in zijn oude Fiat. Een Fiat Doğan SLX ie uit 1992 wel te verstaan.
De auto zag er prima uit. Hij hield van zijn auto en verzorgde hem met alle liefde. Mooie bekleding, prima verlichting, altijd gewassen en gepoetst, sportuitlaat, een fantastische geluidsinstallatie met heel grote boxen in de kofferbak. En op de voorruit in grote witte letters: Hell Racer.
Op de achterruit: Hayal Gözlüm wat volgens mij zo veel betekent als "mijn droombeeld". Daarnaast nog de beroemde handtekening van Atatürk en op de carosserie nog: t.c. tuning, om aan te geven dat de motor speciaal naar zijn wensen was afgesteld.

Ooit zag ik hem 's avonds in zijn auto in Bodrum. In een straatje dicht bij het busstation stond hij te wachten. Hij had zijn raampje naar beneden gedraaid. Er kwam een jonge man op zijn auto afgelopen. Er verwisselde heel snel iets van eigenaar. De jongeman liep verder en Çetin reed met brommende uitlaat weg.
Toen was het voor mij wel duidelijk met welke praktijken hij zich bezighield.

Op een avond kwam Çetin in Muğla een restaurant uit. Hij had nog even wat gegeten voor hij op huis aan zou gaan. Zijn auto stond om de hoek van het restaurant in een stil zijstraatje. Çetin stapte in en stopte zijn sleutel in het contact..
Misschien had hij niet alleen maar vrienden gemaakt met zijn bezigheden of misschien was het toch alleen maar een technisch mankement, maar toen hij zijn contactsleutel omdraaide : Beng!!
Een enorme knal, een steekvlam de motorkap sloeg tegen de voorruit en de auto vloog in brand.
Çetin had geluk en kon nog veilig uit zijn auto komen. Maar de brandweer kon niet zo snel ter plaatse zijn en zijn "droombeeld" ging helaas in vlammen op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten