zondag 4 december 2011

Een wintergast

Een van de leukste tuinvogeltjes is het roodborstje. 's Zomers treedt hij niet zo op de voorgrond en dan zijn er ook zo veel andere vogeltjes in de weer dat hij minder opvalt maar 's winters weet hij de aandacht wel op zich te vestigen.
Dat begint 's ochtends heel vroeg als het nog stikkedonker is. Ik hoor hem al een uur voor het licht wordt en zo functioneert hij min of meer zelfs als wekker. Hij zingt in het donker en gezien het feit dat het ook vaak het vrouwtje is, is dit bij elkaar een tamelijk ongebruikelijk verschijnsel in de zangvogelwereld.
Vooral 's winters wagen de kleine vogeltjes zich tot dicht bij de huizen. Dat komt volgens mij vanwege het feit dat ze op insecten en andere onderkruipsels jagen, die zich dan nog wel rond de warme huizen ophouden maar in veld en bos ter bescherming tegen de kou zijn ondergedoken.
Hun gedrag is dan opvallend verschillend met hoe ze in de zomer zijn. En dan blijkt dat ze absoluut niet schuw of bang zijn. Ze zitten op het hek rond de tuin, op de tafels op het terras en op de rand van het balkon of boven in de struiken langs het huis. Ze zoeken een soort uitkijkplaats van waaruit ze hun buit bespieden om toe kunnen slaan.
De roodborstjes hier in Turkije maken een veel slankere indruk op me dan die in Nederland. Maar dat zou wel eens kunnen komen doordat het in Nederland kouder is. De vogeltjes zetten dan hun veren eerder op om het warmer te krijgen.
De mannetjes heten in het broedseizoen tamelijk agressief te zijn en ze zouden hun territorium krachtig verdedigen. Niet alleen tegen soortgenoten maar ook andere kleine zangvogeltjes worden intimiderend verjaagd. Als ik in de winter in Nederland in de tuin aan het werk was, kon je je dat gedrag nauwelijks voorstellen. Bij winterwerkzaamheden in mijn tuin of bos waren ze vaak heel brutaal en zaten ze heel alert bijna op je schop of zaag om er maar zo snel mogelijk bij te zijn als er iets levends in zicht kwam.
Ik weet nog dat mijn vader ooit tijdens een strenge winter een roodborstje dat naar zijn zeggen door andere vogels was aangevallen mee naar huis bracht. Met wormpjes, andere beestjes en fruit werd getracht het diertje te redden hetgeen jammerlijk mislukte. Maar angstig was het diertje zeker niet. En later is het me wel gelukt roodborstjes van mijn hand te laten eten. Rustig zittend in de tuin met een wormpje op mijn hand, wachtend tot er een zo vrij was de aangeboden maaltijd te accepteren en te nuttigen. Dat was echt prachtig als het weer eens lukte.
En op dat moment was het roodborstje voor de worm zeker niet het symbool van de hoop, zoals hij wel genoemd wordt, maar eerder het voorteken van de dood, welke betekenis de Kelten wel aan de verschijning van het vogeltje toe bedeelden.
Het tamme van het vogeltje blijkt ook wel uit de tekst van het kinderliedje.

Roodborstje tikt tegen 't raam, tik, tik, tik
Laat mij er in, laat mij er in
't Is hier te guur en te koud naar mijn zin
Laat mij er in, ja er in


't Meisje deed open en strooid' uit haar schoot
Kruimeltjes suiker en kruimeltjes brood
Dat was het roodborstje wel naar de zin
Vloog toen het bos weder in


Sommige vogels merken in hun jachtdrang niet altijd dat er ruiten bestaan en vliegen er dan tegenaan. Het kan ook zijn dat de weerspiegeling van bomen en struiken hen de indruk geeft dat ze gewoon door kunnen vliegen.
Gistermiddag vond ik op de keukendeurmat het ontzielde lichaampje van een roodborstje. Een gebroken nekje was waarschijnlijk het resultaat van het te hard tegen het raam tikken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten