maandag 12 december 2011

Een boom is een boom is een boom

Geeft u de voorkeur aan een rode of een zilverwitte boom? Ja, inderdaad een kerstboom. Sommige mensen vinden dat een versierde kerstboom een esthetische waarde moet hebben en er niet uit mag zien als een of andere kermisattractie met allerlei schreeuwend gekleurde elementen. Nee alle versieringen op elkaar afgestemd in aantal, vorm en kleur. En natuurlijk moeten er echte kaarsjes in. Liefst in die antieke knijpertjes en niet in die moderne houdertjes met een contra gewichtje waardoor ze altijd "kaarsrecht" staan en daardoor het speelse element tenietdoen. De kaarsjes worden elke dag ververst. Elektrische verlichting is uit den boze.
Nou is het natuurlijk heel moeilijk om je daaraan te houden en geen concessies te willen doen als je kinderen hebt die van hun zakgeld een eigen schitterende bal of een goudkleurig huisje kopen "voor in de boom". Of als ze iets op school gemaakt hebben en dat trots mee naar huis brengen.
Nog moeilijker lijkt het me als je jonge kleinkinderen hebt want die willen graag een boom vol vreemde beesten, of huisjes of belletjes met allerlei goud- of zilvermetallic getinte slingers en zoveel mogelijk lichtjes. Ook chocolade kransjes, wandelstokken en vogeltjes in kleurig zilverpapier moeten er dan vanzelfsprekend ook in. Hoe bonter hoe mooier. Ja, wat doe je dan?

Ooit had ik achter in mijn tuin meer dan 1100 jonge sparren aangeplant. Ik meen me te herinneren dat ze 20 cent per stuk waren. Na een jaar of vier of vijf waren de eerste sparretjes groot genoeg om ze te verkopen als kerstboom. Een aantal van de boompjes werd gerooid voor de verkoop maar tegelijkertijd om de boel wat uit te dunnen. Eigenlijk was ik geen voorstander van verkoop en na een paar jaar ben ik er dan ook mee gestopt. Vanaf nu mochten ze hun gang gaan.
Voor eigen gebruik haalde ik er nog wel een tussenuit maar op een gegeven moment werden ze te groot voor de huiskamer. Voor de hal in het gemeentehuis en later voor op het dorpsplein heb ik er nog wel eens een geleverd maar dat was het dan. De rest bleef.
Ze groeien zoals ze willen en zo lang ze kunnen. Vol sparrenappels zijn ze dan eigenlijk op hun mooist. Veel mooier dan in huis, vind ik.
Wat ook heel mooi is, is een boom vol met granaatappels. U kent die grote ronde rode, bij eerste aanblik inderdaad veel gelijkenis met een gewone appel vertonende, vruchten wel. De rijpe vrucht bevat cellen, soort kogeltjes die je kunt eten. Ook wordt er vaak sap van gemaakt. Nar heet de vrucht hier in Turkije en aan het eind van de zomer verschijnen straathandelaren die versgeperst sap van de granaatappel verkopen. Een zeer gezonde vrucht die veel vitamine C bevat maar vooral met veel polyfenol (3 tot 4 keer zo veel als in rode wijn of thee) tegen hart- en bloedvatproblemen.
Aan de rand van onze tuin staat een rij van deze een meter of vier hoge granaatappelbomen. Af en toe ga ik kijken of de vruchten al goed rood en rijp zijn. Maar elk jaar ben ik er te laat bij om ze te oogsten. Want precies op het moment dat ik van plan ben om ze te gaan plukken, blijken de eekhoorns het eerder gemerkt te hebben dan ik dat ze oogstbaar zijn. De meeste vruchten zijn dan al aangevreten en alleen de kleine scharminkelige exemplaren hebben ze voor mij overgelaten. Nou ja, die beesten moeten toch ook wat hebben.
Maar daarom verbaasde het me heel erg dat ik een dezer dagen op een van mijn wandelingen langs een tuin kwam en aan de rand daarvan een grote kale granaatappelboom zag staan vol met tientallen grote rijpe gave vruchten. Bijzonder.
In december nog zoveel granaatappels? De eigenaars van de boom waren geen liefhebbers van granaatappels, en ze hadden geen eekhoorns in hun tuin, dacht ik en vervolgde mijn wandeling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten