zondag 17 juli 2011

Vliegeren

Vaders zouden meer tijd aan hun kinderen moeten besteden. Vaders moeten dingen samen met hun kinderen doen. Vaders moeten een andere band met hun kinderen opbouwen. Vaders zouden meer kunnen betekenen voor hun kinderen.
Dit zijn enkele aanbevelingen, enkele uitspraken die ik vrij recent in de pers tegenkwam. De afwezige vader zou weleens de bron kunnen zijn voor heel veel problemen bij opgroeiende tieners. Het komt me niet ongeloofwaardig voor. En als je daar op eenvoudige wijze iets aan zou kunnen doen, waarom niet?
Ik moest er aan denken toen ik een paar weken geleden aan het strand bij Bodrum een vader en een zoon van een jaar of vijf pogingen zag ondernemen een vlieger de lucht in te krijgen. En op dat moment schoot me plotseling te binnen wat een enorm veel plezier je kon hebben om samen een vlieger te bouwen en samen te vliegeren. En het verscheen allemaal duidelijk op mijn netvlies.
Het mooiste was als je een oude bamboestok (een hengel) had. Die spleet je en je zorgde ervoor dat je twee mooie dunne latjes overhield van ongeveer 75 en 50 centimeter. Bamboe was buigzaam en brak eigenlijk nooit als de vlieger weleens ter aarde stortte. De twee latjes werden kruislings op elkaar gebonden, waarbij het bovenste deel van de lange lat ongeveer 20 centimeter moest uitsteken..
Rondom werden de uiteinden met elkaar verbonden.
Als je geld had kocht je vliegerpapier. Als je meerdere kleuren gebruikte kon je een vrolijk eigen ontwerp maken. Als je geen geld had gebruikte je een stuk pakpapier maar dat maakte de vlieger onwenselijk zwaar. Je beplakte het geraamte en maakte een toompje waar je lijn aan vastgemaakt moest worden. Onderaan de vlieger bond je een touwtje met een paar dunne lapjes, de staart.
Een bol vliegertouw of bindtouw wond je met een kruislingse beweging om een stevige stok van een centimeter of dertig. En als de lijm goed droog was, als er voldoende wind was en het was regende niet, kon de eerste poging om de vlieger op te laten plaatsvinden. Je zocht een open gebied op waar genoeg ruimte was om een eind hard te lopen. Dat was noodzakelijk om de vlieger aan de zwaartekracht te onttrekken.
Vader hield de vlieger op en gaf het sein aan het kind om te gaan hollen. Hij liet dan de vlieger los en gooide hem een beetje op in de lucht. Als het na enkele pogingen niet lukte en de vlieger telkens weer naar beneden duikelde, zou vader weleens laten zien hoe het moest. Als het dan lukte (soms na een flink aantal hardloopacties) was vader blij met zijn prestatie en het kind met zijn knappe vader.

Vader had niet altijd tijd (zin) om mee te gaan. Het kind ging dan alleen of met vriendjes. Ik herinner me dat we dan wedstrijd gingen vliegen. Niet het vechtvliegen waarbij het de bedoeling is de vlieger van de vijand te vernietigen of de lijn door te snijden. Wij deden een wedstrijd wie de meeste boodschappen naar boven kon sturen. Als de vlieger goed stond en je lijn was helemaal uit, dan nam je een stukje van een in achten geknipte krant. Je maakte er een gaatje in en duwde het over de stok waar je lijn aan zat. De wind deed dan zijn werk en voerde het stukje papier naar boven, tot aan de vlieger. Je ging door tot de vlieger naar beneden kwam omdat ie te zwaar werd van alle kranten. En degeen met de meeste stukken krant had gewonnen.

Moderne vliegers zijn van plastic met een spinaker doek bv. Die kan je zo uit de hand oplaten. Een hollende vader heb je daarbij niet nodig. Maar toch fantastisch om het samen met je kind te doen.

Een van mijn vliegeravonturen zal ik nooit vergeten. Op een tamelijk winderige middag ging ik er weer op uit. We woonden op het platteland met veel boerderijen rondom. Altijd wind en ruimte. De vlieger stond prachtig. Maar plotseling knapte mijn draad. Er was maar een mogelijkheid. Er achteraan. Richting een van de boerderijen. Hollend, springend over slootjes en onder draad doorkruipend kwam ik in de buurt van mijn vlieger die ik op dat moment precies achter een boerderij zag neergaan. En juist op dat moment zakte ik in een beerput. Met veel moeite kwam ik eruit.
Wel heb ik eerst nog mijn vlieger opgehaald. Het was een veel te kostbaar bezit om achter te laten.
Moeder heeft mij gewassen en mijn kleren in het water gezet. ‘s Avonds kreeg ik van vader de wind van voren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten