woensdag 20 juli 2011

Misverstand

De man had al meer dan dertig jaar zijn rijbewijs. Hij had nog nooit een ongeluk gehad, altijd schadevrij gereden. Hij had een no-claim korting van 75% op zijn verzekeringspremie.
Samen met zijn vrouw bracht hij zijn vakantie door in een all-in hotel aan de Egeïsche Zee in Turkije. Het was prachtig weer, alleen maar zon. De eerste vijf dagen hadden ze lekker rustig aan gedaan. Lui liggend bij het zwembad van het hotel op een lekker bedje. Af en toe namen ze een duik, een douche en ze gingen weer liggen. Alles was bij de prijs inbegrepen dus ze hoefden zich nergens druk om te maken.
Ze waren ook een paar keer naar de zee gelopen maar het water zag er lang zo schoon niet uit als in het zwembad. Maar je moest er natuurlijk wel even in geweest zijn. Maar daarna weer snel terug naar hun stekkie. Naast het zwembad, drankje erbij af en toe een hapje. Ja, zo konden ze hun veertien dagen wel vol krijgen.
Maar na een dag of vijf begon er toch wat te kriebelen en begonnen ze zich af te vragen of ze toch niet een keer een uitstapje zouden maken. Je kon je bij de receptie opgeven voor een tochtje naar de stad om een paar boodschapjes te doen. Je had daar absoluut niets nodig maar een aandenken aan deze mooie dagen zou toch leuk zijn. Je kon eigenlijk niet zonder thuiskomen.
Dus de volgende dag gingen ze met het busje mee naar de stad. Opeengepakt in het benauwde voertuig kwamen ze doornat van het zweet weer terug in het hotel. Snel even douchen en dan het vertrouwde plekje weer opzoeken.

"Hoe vond je het?" vroeg de vrouw.
"Ja wel leuk, maar ik zou toch eigenlijk nog iets meer van de omgeving willen zien," antwoordde de man.
"Goed," zei zij, "dan maken we toch een dag een grote rondreis!"
"Nou niet weer in zo’n hete bus met jengelende kinderen. Daar voel ik niets voor. Nee, ik dacht er eigenlijk aan om een auto te huren. Die heeft airco en we kunnen gaan en staan waar we zelf willen," opperde de man.
Samen gingen ze naar de receptie.
Het meisje van de reisorganisatie raadde het af: "U bent het verkeer hier niet gewend en het is toch echt anders dan in Nederland."
Maar de man zette door. Hem maakten ze niks.
Het meisje regelde een comfortabele auto voor de volgende dag. Ze reden naar Efes want dat had de vrouw altijd al zo graag willen zien. Onderweg terug deden ze nog een paar kleine inkopen. Ze moesten nog een cadeautje hebben voor de buurvrouw die de plantjes had water gegeven.
Een prachtige tocht was het geweest vonden ze beiden. Nog een klein eindje dan waren ze weer "thuis". Ze reden op een bochtige, mooie bergweg met aan de linkerkant een steile afgrond.
"Ja, blij dat we het toch gedaan hebben," zei de vrouw.
 "Ik denk dat we daar niet snel nog eens zullen komen," voegde de man toe.
Net voor de volgende bocht naar rechts stond een vrachtwagen stil die alle uitzicht op het tegemoetkomend verkeer ontnam. De man stopte en wist even niet wat hem te doen stond. Achter hem stopten nog meer auto’s en er werd flink geclaxonneerd. De chauffeur van de vrachtwagen kwam van achter zijn cabine te voorschijn en maakte een gebaar van: Kom maar! Althans dat dacht de man. Normaal zou hij daar nooit op blindvaren. Maar nu, met die ongeduldige toeteraars achter zich aarzelde hij. Nog een stoot op de claxon. De man trok voorzichtig op.
Net op het moment dat hij naast de vrachtwagen was, kwam er een grote 4WD van de andere kant. Een flinke klap. Beide auto’s bleven balancerend hangen op de rand van het ravijn.

1 opmerking:

  1. Ha, dat herken ik uit Griekenland, waar door automobilisten ook veel gebarentaal wordt gehanteerd. Is het via het Ottomaanse RIjk nog dezelfde als de Turkse ? Als je die taal niet beheerst kun je in Griekenland beter niet achter het stuur gaan zitten.

    BeantwoordenVerwijderen