maandag 17 oktober 2011

Kwaliteit

Bij kilometerpaal B193 moet je van de weg af. Een echte afslag is het niet. Een navigatiesysteem is van hieraf van nul en gener waarde. Het is een vanaf de weg af bijna onzichtbaar pad dat tussen twee grote oude vijgenbomen doorvoert. Het wordt meteen duidelijk dat een vierwiel-aangedreven auto hier geen onnodige luxe is. Het pad vertoont grote kuilen waarvan enkele meestel vol water staan na een regenbuitje en steile hobbels die voor een normale personenauto moeilijk te nemen zijn.
Na een meter of honderd wordt de weg iets beter. Je rijdt nu als het ware door een tunnel van groen. Het pad is volkomen overgroeid met overhangende struiken en bomen. Vanaf de hoofdweg, maar ook vanuit een inspectievliegtuigje of helikopter, volledig onzichtbaar geworden.
Iets verderop lijkt er een einde aan de tocht gekomen te zijn. De weg loopt dood op een muur van groen. Maar op het moment dat je denkt niet verder te kunnen is er een heel smal scherp teruglopend pad naar rechts tussen gigantische bramenstruiken door.
Je komt nu op een beter berijdbaar bospad. Wel zo smal dat er in het geval van een tegenligger alleen een ingewikkelde, heel voorzichtige, passeerbeweging het kan voorkomen dat een van de twee automobilisten terug moet rijden om een breder stukje pad te vinden.
Je rijdt verder en op een gegeven moment verschijnen er plotseling enkele honden voor je op de weg. Reusachtige Duitse herders die voor je auto gaan lopen en je als het ware verder de weg wijzen maar je ook verplichten stapvoets te rijden. Op een gegeven moment gaat er een vooruit om te waarschuwen.
Dan loopt de weg inderdaad dood en eindigt op een soort klein parkeerplaatsje onder een met klimop en bramen begroeid afdak zoals je in Turkije vaak ziet bij taxistandplaatsen.
Daar wacht je tot er iemand verschijnt. Een bord zegt: Niet uitstappen (arabada kal). Waarschijnlijk sowieso beter om het niet te doen gezien de niet al te vriendelijk lijkende honden.
Aan de linkerkant loopt een soort kanaal ook helemaal overgroeid .Het lijkt een vluchtweg. In het smalle watertje ligt een speedboot met twee zware 130 PK Evinrude motoren voor noodsituaties. Het water komt uit op de zee die ongeveer een kilometer verderop is.
Aan de andere kant van het parkeerplaatsje zie je een huis met een schuur of een werkplaats door het groen heen schemeren.
Plotseling staat er iemand naast je auto. Je hebt hem niet aan zien komen en hij vraagt om je bestelling. Daarmee verdwijnt hij even plotseling als hij verschenen is.
Als hij terugkomt met zijn bestelling noemt hij alleen de prijs. Je rekent af. En weg is ie.
De honden gaan nu aan de kant. Je kunt je auto keren en de terugweg aanvaarden. Daar heb je je tijd weer voor nodig. Maar na een minuut of vijf ben je weer bij de verharde weg . Nu snel naar huis waar al vol ongeduld op je gewacht zal worden.
Je huisgenoten hebben voorbereidingen getroffen. Alles staat klaar om op je meegebrachte schat aan te vallen. "Snel, snel," wordt er geroepen, "schiet een beetje op. Ik kan niet meer."
Je opent het meegebrachte potje. Je pakt een eetlepel en je bedruipt de klaargezette boterhammen met de goudbruine dennenhoning.

2 opmerkingen: