dinsdag 20 september 2011

Grote broek?

Er gaat momenteel bijna geen dag voorbij of minister-president Erdoğan spreekt grote woorden. Met verbazing en bewondering kijk ik naar de grote veranderingen die zowel de binnenlandse als de buitenlandse politiek van Turkije de laatste jaren ondergaat. En de plannen van Erdoğan doen vermoeden dat er nog meer op komst is.
Ik heb het idee dat het alles te maken heeft met het feit dat er vooral gigantische economische vooruitgang is geboekt. Het feit dat Turkije sinds kort op de 9de plaats staat op de lijst van landen met de grootste economische betekenis heeft het zelfbewustzijn enorm vergroot.
Er lijkt een beslissende kentering te zijn gekomen in de kijk van de regering op het wel of niet toe willen treden tot de EU. Het hoeft niet zo nodig meer, lijkt de trend te zijn. Men wil niet langer het gevoel hebben aan het lijntje te worden gehouden door Brussel. Als Europa niet graag wil, dan maar niet.
Het Turkse voornemen om de onderhandelingen met Europa te bevriezen, als Cyprus in augustus 2012 voorzitter wordt van de Europese Commissie zonder dat eerst de problemen met een gedeeld Cyprus zijn opgelost, spreekt boekdelen.
Daarbij komt de opstelling van Turkije tegenover Cyprus i.v.m. de aanspraken op en de exploitatie van gas- en olievoorraden in de Middellandse Zee die hiermee in verband gebracht kan worden. Ook de Griekse aanspraken op bodemschatten buiten de territoriale wateren van dat land worden betwist.
Daarbij optellend, de politieke en financiële crisis in Europa ten gevolge van de Griekse schuldenlast en de problemen met andere financieel zwakkere broeders uit de Unie is nou niet bepaald een lokmiddel om de toenadering door Turkije te intensiveren.
Er wordt in Turkije een andere taal aangeslagen.
Erdoğan heeft, in een tamelijk recent verleden, in een van zijn veelvuldige toespraken gezegd dat Ankara binnen afzienbare tijd politiek gezien "een van de wereldcentra" zou kunnen worden. Turkije zoekt naar een nieuwe rol in de internationale politiek waarbij het Midden-Oosten en de Arabische wereld weleens centraal zouden kunnen staan.
Erdoğan begint zich voor te doen als een wereldspeler en dat geeft mij althans een tamelijk ongemakkelijk gevoel.
  • Hij wil de marine uit de Egeïsche Zee terugtrekken om die naar de Middellandse Zee te dirigeren.
  • Hij wil afspraken maken met Iran om de PKK in Noord-Irak te bestrijden.
  • Hij wil eventueel het noorden van Irak binnenvallen.
  • Hij dreigt problemen aan de grens met Syrië zo nodig militair te willen beslechten.
  • Hij wil de olie- en gasboringen van Cyprus, Griekenland en Israël eventueel met oorlogsschepen onmogelijk maken.
  • Hij wil dat de Turkse vloot prominent aanwezig is in de Middellandse Zee om daarmee de dominante positie van Israël in het gebied te betwisten.
  • Hij wil een volgende humanitaire vloot naar de Gazastrook met oorlogsbodems begeleiden.
  • Hij is van plan een bezoek te brengen aan de Gazastrook.
  • Hij doet er alles aan om Tunis, Egypte en Libië onder Turkse invloedsfeer te brengen.
  • Hij steunt openlijk Hamas en de Palestijnen.
  • Hij plaatst in Zuid-Oost Turkije het NAVO anti-raketschild.
  • Hij wil van de VS de drones overnemen die niet meer gebruikt zullen worden in Irak.

Hiermee ben ik niet volledig. Maar het laat duidelijk zien dat er veel voornemens bestaan die te maken hebben met militaire aanwezigheid en spanningen.
Is dat allemaal alleen maar een gevolg van economische expansie of speelt er ook nog rancune mee over het ten onder gaan van het Osmaanse Rijk? Speelt Turkije hoog spel?

 
Minstens opmerkelijk te noemen zijn in deze de media-optredens van minister van buitenlandse zaken Davatoğlu, president Gül en premier Erdogun.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten