dinsdag 16 augustus 2011

Zat zo maar in mijn hoofd

Een deel van de achterzijde van onze tuin wordt begrensd door een rij hoge cipressen. Daarachter liggen landerijen. De grond onder de bomen is kurkdroog en ze zijn ondoordringbaar voor de zon. Hier en daar staat een zaailing .
De cipres heb ik lange tijd een heel geheimzinnige boom gebonden. In mijn idee waren cipressen altijd grillige verwaaide exemplaren in een rotsachtig berglandschap.
Lange tijd heb ik geen idee gehad hoe de boom er in werkelijkheid uit zag en wist ook niet dat hij in Nederland groeide. Ik dacht altijd aan een romantische boom omdat hij vaak voorkwam in reisverhalen  uit het zuiden van Europa of uit het Midden-Oosten.
De naam van de boom kwam je tegen in romantische of heldhaftige gedichten. Je zag ze op schilderijen van Hollandse meesters die een studiereis gemaakt hadden naar Italië of de Balkan of Griekenland. Wereldberoemd is trouwens het schilderij van Vincent van Gogh:  Korenveld met cipressen.
Op zo’n moment speelde er ook meteen muziek door mijn hoofd. Niet Eddy Christiani met zijn: Als op Capri de rozen weer in bloei staan, maar wel iets wat er bij in de buurt kwam.
Ciprus, Italië of Griekenland waren voor mij toen exotische oorden. De Balkan was ver weg. Maar een boek van A. Den Doolaard: De herberg met het hoefijzer, dat in Albanië speelde, zat plotseling  ook in mijn hoofd. Was het de inhoud? Of was het misschien een illustratie of de boekomslag?


Hier in Turkije komen twee inheemse soorten voor, de Cupressus sempervirens horizontalis en de Cupressus sempervirens pyramidalis. De namen spreken voor zich. Het zijn bomen die tussen de twintig en dertig meter hoog kunnen worden.
Bij veel Turken wekt het noemen van de cipres meteen de associatie met een kerkhof op. Toch iets minder romantisch dan mijn vroegere gedachten.
Er bestaan ook een aantal soorten die afkomstig zijn uit Noord-Amerika en die kom je veel in Nederland tegen (ook rond begraafplaatsen heb ik me later gerealiseerd).
Toen ik dat eenmaal wist vond ik de boom opeens toch een stuk minder interessant. Hoewel het feit dat de jeneverbes ook familie van de cipressen is weer veel goed maakte.
Het hout van de cipres werd altijd als gebruikshout benut. En nog steeds zijn er vlees- en visrokerijen die vanwege de speciale geur  het hout gebruiken.
Toch blijf ik het een prachtige boom vinden met zijn vaak rijzige gestalte, zijn grote blauwachtig gekleurde  vruchtdozen en zijn altijd groene kleur en zijn speciale aromatische houtgeur. Tegenwoordig maakt de boom mij vooral melancholiek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten