zondag 21 augustus 2011

De ijzeren hond

Als je door Istanbul wandelt kom je overal, behalve de mannen van de stadsreiniging, heel veel afvalverzamelaars tegen. Oud papier, lege plastic flessen, karton, oud ijzer, bij de vuilnisbakken gedeponeerde afgedankte huisraad en alle andere mogelijk financieel voordeel brengende artikelen en restanten worden opgehaald. Met allerlei handkarren en andere vreemdsoortige transportmiddelen of met enorme plastic tassen of grote zakken op hun rug spoeden ze zich door de stad.
Op een ochtend kwam ik tijdens een van mijn wandelingen een oud ijzer handelaar tegen met een voertuig dat we vroeger een ijzeren hond noemden.
De ijzeren hond was een gemotoriseerde handkar. Een grote driewieler met voorop een benzinemotor die voor de aandrijving zorgde. Later kwamen er allerlei variaties in omloop en heel bekend werden de elektrisch aangedreven exemplaren die gebruikt werden door de melkboer, groenteboer, broodbezorger e.d. Het was een heel gemakkelijk wendbaar karretje, heel goedkoop in vergelijking met een auto, eenvoudig te bedienen en de gebruiker had er geen rijbewijs voor nodig.
De ijzeren hond was a.h.w. de opvolger van de hondenkar. Eeuwenlang was in de westerse wereld een kar met een paar honden ervoor een eenvoudig en goedkoop transportmiddel geweest. Voor de straathandel, maar ook voor werkzaamheden op de boerderij en zelfs als rijwagentje zoals de bokkenwagen of de ponywagen.
Tot in de vijftiger jaren van de vorige eeuw was de hondenkar nog een regelmatig voorkomend vervoermiddel in stad en land. Althans in Nederland. Pas in 1961 kwam er een wet op het verbod van gebruik van trekhonden. Andere landen in Europa waren daar veel eerder mee.
In mijn jeugd heb ik ze nog vaak in gebruik gezien. Eén kan ik me nog heel precies voor de geest halen. Dat was een handkar waar een grote Berner Sennenhond die, er niet voor maar eronder ingespannen, trekdiensten verrichtte. In dit geval noemde men het een hulphond omdat de koopman, de petroleumboer, zelf de kar duwde en de hond ter assistentie meehielp. Een kleine handkar met een groot olievat erop. Koperen beslag over het vat en een reclamebord aan de zijkant. De hond in een prachtig, sterk leren tuig met borstplaat.

In Istanbul vroeg ik me af of de hondenkar daar ook in gebruik was geweest. Ik had daar meteen zo mijn twijfels over. In de Islam was de hond een onrein dier dat je zelfs niet aan mocht raken. Bij navraag bleek dat de mensen aan wie ik het vroeg zich het gebruik in ieder geval niet konden herinneren. Toch is het niet zo dat honden geen dienst deden als gebruikshond. Veel boerderijen werden bewaakt door een hond en ook herders maakten gebruik van het dier om de kuddes te bewaken tegen wolven. In Turkije wordt heel veel gejaagd en ook met behulp van jachthonden die het geschoten wild in hun bek apporteren.
De houding tegenover honden in Turkije is een beetje merkwaardig. Het gebeurt heel vaak dat honden vergiftigd worden, door individuele burgers maar ook plaatselijke overheden schijnen zich eraan schuldig te maken, tot verontwaardiging van veel anderen.

Ik wierp een laatste blik op de ijzeren hond van Istanbul die op dat moment in gang werd gezet en dacht nog even terug aan de groenteboer bij ons in het dorp destijds. De man was jaren en jaren met zijn hondenkar langs de deuren getrokken. Ook hij moest afscheid nemen van zijn honden en overschakelen op een motorische hond.
Hij kon er niet erg aan wennen en nog vele jaren later, als hij bij ons voor de deur halt hield sprak hij: "Ho maar". En als hij weer vertrok na zijn waren afgeleverd te hebben commandeerde hij: "Vort ".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten