maandag 27 juni 2011

Thuis

Vanwege plezierige familie-omstandigheden was ik onlangs enkele dagen in Nederland. En als ik daar kom tegenwoordig kijk ik echt als een buitenlander naar een vreemd land waar hij korte tijd zal doorbrengen. Vanaf het moment dat ik weer voet op aarde zet na een ongeveer 2500 km lange luchtreis komen de verschillen op me af. En tot mijn verbazing vallen die verschillen voor mij steeds vaker negatief uit voor Nederland.
Alles is zogenaamd geregeld en tot in het oneindige georganiseerd. En de beloftes van politici van de laatste tijd van minder bureaucratie en minder regels worden telkens weer met voeten getreden. Er komen alleen maar meer regels, meer voorwaarden, meer voorschriften, meer belemmeringen en meer beperkingen bij.
Als je bv. buitenlands geld om wilt wisselen naar euro's (ik had dollars bij me) kan dat niet meer bij banken en postkantoren. Ja, misschien in Amsterdam, maar in kleinere plaatsen en steden is dat onmogelijk geworden. Het zou gedaan zijn om berovingen te voorkomen werd me in verschillende banken meegedeeld. En Nederlands geld dan? Op die vraag kreeg ik geen sluitend antwoord. Nee als je geld wilt wisselen moet je naar een stad waar een GWK, een grenswisselkantoor, is.
Als je wat extra huisvuil hebt, of tuinafval, moet je het zelf naar een verzamelpunt brengen waar je dan je knipkaart of je stempelkaart moet tonen. Hoeveel keer bent u al geweest? Oh, al twee keer? Ja dan moet u nu wel betalen.
Als je een plaatsbewijs voor het openbaar vervoer wilt bemachtigen, krijg je te horen dat je een ov-kaart moet kopen. Iemand anders verzekert je dat het een chipkaart moet zijn en dan blijkt het ook met een strippenkaart te kunnen op sommige plaatsen. Zelfs een kaartje kopen bij de bestuurder is nog mogelijk.
Als je in het buitengebied woont en naar het gemeentehuis wilt om bv. je rijbewijs te verlengen moet je soms wel 30 km reizen met het openbaar vervoer dat beslist niet op elkaar aansluit.
Ergernissen dus. En die zijn er legio en het worden er steeds meer. En het politieke klimaat laten we maar helemaal buiten beschouwing. Iedere keer als ik naar Nederland ga neem ik me voor niet langer dan een week te zullen blijven. Maar dat is praktisch vaak onmogelijk. Want als je iets moet regelen bij een instantie moet je afspraken maken, er zijn wachtlijsten, er zijn beperkte openingstijden of de dienst is op maandag en/of vrijdag gesloten.
De terugreis maakte veel goed. Het was weer genoeg geweest en ik ging weer naar huis. In het vliegtuig van een Nederlandse reisorganisatie met bijna alleen maar vakantiegangers kreeg ik een plaats aan het gangpad toebedeeld. Lange tijd bleven de stoelen naast mij leeg, aar op het allerlaatste moment, net voor de deuren van het vliegtuig gesloten werden, kwamen er nog twee jonge jongens, jonge mannen aanhollen. Turken zo te horen. En hun plaatsen waren inderdaad naast mij.
In mijn beste Turks heette ik ze welkom en met wat eenvoudige begroetingswoorden stond ik op en liet ze hun plaats innemen.
"Weer terug naar het vaderland, oompje," vroeg de man die naast me was gaan zitten in het Turks.
Dat deed me goed en hoewel we nog 2500 km moesten vliegen, voelde ik me al weer thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten