zondag 12 juni 2011

Geen grap

Vaak moet ik me verdedigen tegenover vrienden en kennissen vanwege mijn manier van grappen maken, mijn gevoel voor humor. Mijn grappen en opmerkingen zouden te hard  en te cynisch zijn.
Altijd heb ik grappen gemaakt over negers, Belgen, joden, gehandicapten, katholieken, moslims, indo's, gereformeerden, communisten, Amerikanen, sporters, werklozen, witte boorden, over wie niet eigenlijk. En dit rijtje bekijkend denk ik dat ik niemand buitengesloten heb.
Ik houd van harde grappen, zwarte humor, droge humor en one-liners.
Platvloerse humor, sexueel getinte humor en onderbroekenlol vind ik veel minder leuk.
Mijn grappen of opmerkingen worden door veel mensen niet gewaardeerd als humor, ze kunnen er niet om lachen, zeggen ze. Maar als mensen een cabaretvoorstelling bijwonen of naar een stand-up comedian gaan moeten ze veel hardere en grovere grappen aanhoren. Dan kan het opeens wel. Dan willen mensen erbij horen en laten zien hoe verdraagzaam ze zijn. Voorbeelden te over van 'groten' uit  de hedendaagse theaterwereld. Maar in de privésfeer spelen er blijkbaar andere sentimenten.
Hier in Turkije begrijpen heel veel mensen mijn grappen absoluut niet. Ze noemen ze kwetsend of respectloos.
Maar ik ben opgegroeid met het idee dat je alles over iedereen moet kunnen zeggen en dat anderen dat ook over mij moeten kunnen doen. Leuk of niet.
Als je hier grappen maakt over politieke figuren kan er eigenlijk vrij veel. Maar grappen over persoonlijke integriteit, eer en respect worden met argusogen bekeken. Veel tekenaars gebruiken cartoons om hun politieke visie duidelijk te maken. En als politieke figuren zich echt beledigd voelen kunnen ze naar de rechtbank stappen. Minister-president Erdoğan heeft dat regelmatig gedaan. Maar de rechters zijn niet altijd bereid de aangeklaagde te veroordelen. Vaak genoeg wordt de verdachte vrijgesproken omdat de rechter vindt dat een politiek figuur lof maar ook kritiek moet kunnen verdragen. In cartoons worden ook om vervolging te voorkomen de namen van betrokkenen iets anders gespeld en dat werkt soms ook.
Grappen over Atatürk maak je gewoon niet, net zo min als over de Islam of Mohammed.
Grappen over minderheden zijn echter vrij normaal en daar ziet men dan weer geen kwaad in. Over Laz, een bevolkingsgroep in het oostelijk deel van de Zwarte Zee en over Koerden doen ze volop de ronde.

Dursun en Temel (beiden Laz) werken als boekhouder. Dursun vraagt aan zijn chef Temel: "Er staan hier twee kasten vol met papieren van een firma die al jaren geleden failliet is gegaan. Kunnen we die niet weggooien om wat ruimte te maken?"
"Ja, dat is goed," antwoord Temel.
Als Dursun wegloopt roept Temel: "Maak voor de zekerheid eerst van alles even een kopie, je weet maar nooit."

Een Koerdische man en vrouw zitten samen tv te kijken. Vraagt de vrouw: "Massuud zullen we eens nieuwe gordijnen kopen?"
"Mij best," antwoord de man, "steek de boel maar in de fik. Als je maar niets verandert."

In mijn opinie is het grappen maken over elkaar juist een vorm van acceptatie, van tolerantie en respect. Als er geen grappen over je gemaakt worden, wordt je niet serieus genomen en wordt je genegeerd. Je hoort er niet bij.

Over Wilders maak ik nooit grappen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten