donderdag 26 mei 2011

Mijn politiek incorrecte grootmoeder

Als mijn grootmoeder vroeger tegen mij zei: je lijkt wel een Turk, of: ach Turk, had ik geen idee wat ik me daar bij voor moest stellen. Ik wist wel wat ze bedoelde. Ik was dan niet schoon, had mijn handen niet gewassen of had een vlek op mijn kleren gemaakt.
Eigenlijk vond ze dat niet zo erg want ze hield wel van kinderen die een beetje ondeugend waren. Ze lachte er een beetje bij. Ze vond het mooi als haar kleinkinderen ondernemend waren.
Toen ik er veel later achterkwam wat de zin eigenlijk betekende kon ik me niet indenken dat oma zich bewust was dat ze daarmee eventueel mensen zou kunnen beledigen.
En ik vroeg me ook af of ze wel een goed idee had van wat een Turk was. Ze had waarschijnlijk ook geen Turk voor ogen als ze dat zei. Oma was van voor Turkije. Ze was uit de tijd van het Osmaanse Rijk. En was de naam Turk eigenlijk al wel zo goed ingeburgerd?
In de spreektaal vraag je je natuurlijk niet voortdurend af wat de eigenlijke betekenis van je woorden weleens zou kunnen zijn. Als mensen zeiden: "Je lijkt wel een Turk," was dat niet beledigend bedoeld tegenover Turken. Het zat gewoon in de taal.
Zo beledigde je ook geen Joden als je het over Jodenkoeken had. Je had het niet over negers als je negerzoen zei. Niemand werd beledigd, het was gewoon een naam, een uitdrukking, gewoon dagelijks taalgebruik. Zwarte Piet? Mijn hondje Blacky? Mijn buurman was Indo.

Pas veel later moest de taal politiek correct worden. Alles wat maar enigszins als beledigend opgevat kon worden moest eruit. Er werd gesleuteld aan de taal om maar niemand voor het hoofd te stoten. Boer werd agrariër, werkster werd interieur verzorgster, Zwarte Piet werd de knecht van Sinterklaas, zigeuner schnitzel soms paprika schnitzel. Negerzoenen werd Buys zoenen naar de naam van de bakkerij waar ze vandaan komen.
Maar eigenlijk is het leuke van taal dat het vanzelf verandert en dat sommige woorden of uitdrukkingen gewoon verdwijnen en andere hardnekkiger zijn en blijven.
Je mag natuurlijk wel zeggen: deze lekkernij noemden we vroeger negerzoen. Of: sommige mensen noemden hun hondje wel Blacky. Jodenkoek mag geloof ik nog wel maar voor de export is de naam niet geschikt.
Inderdaad belachelijk en lachwekkend.
Je slaat ook gemakkelijk door en soms raak je behoorlijk in de war. Mag je nou iemand Turk of Marokkaan noemen of moet je zeggen: Turkse mensen of Marokkaanse mensen.
Nee, natuurlijk niet. Maar heel veel mensen gaan zo de fout in omdat ze het niet meer weten. Ze durven hun gewone taal niet meer te spreken.
Mijn oma had daar geen last van die noemde je gewoon Turk als je smerig was.

In een boekje van Hans Kaldenbach: Rare jongens die Nederlanders, las ik trouwens dat een turk een kruiskoppeling zou zijn. Ik weet niet of dit wel klopt. Maar als inderdaad zo is, zou er in ieder schip en in iedere auto een turk zitten. En een turk is vettig en vaak vuil. Zou daar de uitdrukking vandaan komen of is dit slechts een politiek correcte verklaring? Je lijkt wel een Turk moet dus zijn: je lijkt wel een turk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten