De manshoge sculpturen van godenhoofden, adelaarskoppen en leeuwen op de berg Nimrod zijn natuurlijk wereldberoemd. In alle toeristische boeken en reisgidsen en tv-programma's over Turkije worden ze getoond. En terecht ook. De sculpturen zijn zeer indrukwekkend en de gehele archeologische vindplaats staat dan ook sinds 1987 verdiend op de UNESCO lijst voor het werelderfgoed en wordt vaak genoemd als "achtste wereldwonder".
Het betreft hier de overblijfselen van de grafheuvel die werd aangelegd voor koning Antiochus van Kommagene, die leefde van 69 tot 31 v.Chr. in de provincie Adıyaman in zuidoost Turkije. Het is een 50 meter hoge heuvel in een soort piramidevorm op een ruim 2000 meter hoge berg. De koning verklaarde zich gelijk aan de goden en hij wilde een speciale begraafplaats die vanuit de hele omgeving tot wel 100 km afstand zichtbaar was.
De laatste weken is er in Turkije een uitgebreide discussie ontstaan over het conserveren van de beelden die uiteraard te lijden hebben onder het weer, de tijd, de vervuiling en het toerisme. Nimrod is altijd heel veel in het nieuws geweest met festivals, films, promoties en reclames.
Een aantal berichten van de laatste jaren, speciaal gericht op de sculpturen:
Januari 2008 verklaarde de minister van Cultuur en Toerisme, Ertuğrul Günay als een van zijn prioriteiten dat de archeologische vindplaats van Nimrod beter beschermd maar ook beter bereikbaar moest worden gemaakt.
Juni 2008 wordt geschreven dat men in het in 2007 gestarte project nu toe is aan de landschappelijke herindeling van het gebied, aan het bouwen van een bezoekerscentrum en aan het restaureren van de sculpturen. Men heeft een soort specie, een mix van allerlei grondstoffen gemaakt om de beelden op te knappen. En er wordt gewerkt aan toeristische toegankelijkheid.
Coördinator van het project, professor Neriman Şahin Güçhan van ODTÜ universiteit verklaarde toen nog dat de sculpturen de laatste 100 jaar (vergelijkend foto-onderzoek) niet meer geleden hadden dan andere historische opgravingen.
September 2009 wordt gemeld dat de gigantische beelden die op de berg Nimrod staan, tegen de strenge winters zullen worden beschermd met een speciale bedekking, een speciale waterproof bekleding, die in het voorjaar weer verwijderd zal worden.
Juli 2011 kunnen we lezen dat de verbetering van de toegangsweg naar de berg over een lengte van ruim 20 km waarschijnlijk in september voltooid zal zijn waardoor de bereikbaarheid van de archeologische vindplaats voor toeristen een stuk vergemakkelijkt zal worden.
Augustus 2011 kondigt de minister aan dat hij van plan is de beelden van de berg te halen en ze in een museum aan de voet van de berg onder te brengen. Eventueel kunnen kopieën van de sculpturen gemaakt en geplaatst worden.
Op 29 augustus verscheen wel een zeer opmerkelijk bericht in vrijwel alle kranten. Vreemd genoeg werd er niet gerefereerd aan bovengenoemde berichten en discussie maar het tijdstip waarop het bericht verscheen maakt het tamelijk opzienbarend.
De Nederlandse meneer en mevrouw Crijns beweren dat ze reïncarnaties zijn van personen die in de periode van koning Antiochus daar geleefd hebben. Ze houden zich al jaren bezig met Nimrod en volgens het artikel beweert de man zelfs dat zijn vrouw de reïncarnatie is van een van de beeldhouwers die de sculpturen gemaakt hebben. De vrouw zegt zich veel uit die tijd te kunnen herinneren en zou ook de juiste vindplaats van de tombe van de koning aan kunnen wijzen.
Het echtpaar houdt zich al jaren met dit "onderzoek" bezig. Twaalf jaar geleden, en misschien ook wel daarvoor, verscheen er in de Nederlandse pers al een artikeltje over mevrouw Crijns die toen ook beweerde in de tijd van Antiochus geleefd te hebben.
In het artikel was toen nog geen sprake van haar beeldhouwkunsten en meneer Crijns werd destijds nog niet als reïncarnatie opgevoerd.
Onduidelijk is wat hun rol zal zijn in de verdere discussie. En de vraag komt bij mij op wat mevrouw Crijns wel niet zal vinden van het verplaatsen van "haar" sculpturen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten