donderdag 26 januari 2012

Standplaats

Op zaterdagen en in de schoolvakanties werkte Yusuf altijd in de buurtwinkel van zijn oom. Een goedlopende kleine supermarkt in een drukke winkelstraat in een middelgrote stad in Nederland. Zijn oom en zijn vader waren in de jaren zeventig als jonge jongens samen vanuit een klein dorpje dichtbij Diyarbakır in zuidoost Turkije naar Nederland getrokken. En je mocht ze zeker geslaagd noemen.
Af en toe kreeg zijn oom bezoek van enkele in keurig grijs of zwart pak gestoken heren die dan met zijn oom meeliepen naar het kantoortje achter in de winkel. Yusuf vermoedde wel te weten wat dat betekende.
Als het bezoek weer vertrokken was maakte zijn oom altijd een verdrietige, boze maar machteloze indruk op hem. Eens hoorde hij een van de bezoekers zijn stem verheffen en Yusuf ving enkele woorden in het Koerdisch op: "Denk goed na. We weten jou en je familie te vinden."
Yusuf kende dit soort praktijken natuurlijk wel en wist uiteraard dat het om zogenaamde "bescherming" ging. Hij vond het heel erg oneerlijk om zo gedwongen te worden. En hij nam zich voor daar iets aan te zullen veranderen.
Enkele jaren later ging Yusuf naar de universiteit waar hij politicologie studeerde met speciale aandacht voor internationale betrekkingen. Daarnaast bekwaamde hij zich in het Armeens en Arabisch waarin hij zich na enige tijd naast het Nederlands, Engels, Turks en Koerdisch uitstekend kon redden. En toen hij op een dag een advertentie in de krant zag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarin men op zoek was naar aankomend talent voor de diplomatieke dienst, aarzelde hij geen moment.

Enige tijd terug sijpelde toch berichten naar buiten over een diplomatieke onenigheid tussen de Nederlandse en Turkse regering die beide landen graag uit de publiciteit hadden willen houden. Vorig jaar werd een medewerker van de AIVD, de Nederlandse inlichtingendienst, werkzaam als diplomaat bij de Nederlandse ambassade in Ankara om onbekende redenen uitgezet. Vanwege mogelijke negatieve gevolgen voor de betrekkingen tussen de twee landen werd de zaak zo goed mogelijk voor de buitenwereld verborgen gehouden. Dat de zaak ernstig was bleek uit een uitspraak van een medewerker van de AIVD die het zelfs over een staatsgeheim had. En voegde er aan toe dat alleen al het noemen van de naam van de functionaris in combinatie met de kwestie strafbaar zou zijn en tot vervolging zou kunnen leiden. Hij drong aan op uiterste discretie.
Aan de Nederlandse ambassade in Ankara functioneert al een aantal jaren een liaison officier. Iemand die overleg pleegt met de Turkse inlichtingendienst (MİT) maar ook zelf onderzoek doet naar moslim extremisme en - terrorisme. En de betreffende functionaris zou al geruime tijd onderzoek gedaan hebben naar de Turkse Hizbullah, een radicaal-islamitische beweging in Turkije van Koerdische oorsprong (niet te verwarren met de Palestijnse Hezbollah).
Bekend is dat de Turkse regering niet blij is met de Nederlandse houding in de strijd tegen de terroristische PKK. Nederland zou indirect de PKK financieel steunen door geld beschikbaar te stellen aan mensenrechtenorganisaties in zuidoost Turkije. Dit geld zou bij de PKK terecht komen. Maar dit gegeven zal waarschijnlijk niet het breekpunt zijn geweest.
In Nederland en Duitsland wonen een aantal leden en kopstukken van de Hizbullah. Een veronderstelling is nu dat de agent de verblijfplaats van een of meer kopstukken wilde openbaren. Maar dit zou tegen de wil van de Turkse regering zijn. Mogelijk vanwege een dubbelrol van de betreffende personen.
Van Yusuf heb ik trouwens niets meer gehoord.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten