In gegoede families bestaan achternamen al sinds de middeleeuwen. In West-Europa werden ze voor de minderbedeelden pas verplicht tijdens het bewind van Napoleon. In België was dat in 1795 en in Nederland in 1812. Er was iets voor te zeggen. Hoe drukker het werd op de wereld des te gemakkelijker het was om een naam te hebben. Men was snel te lokaliseren maar men werd ook iemand. Het was goed en slecht. Het had voordelen en nadelen.
In de loop der eeuwen zijn er in alle landen namen ingeburgerd die oorspronkelijk van buitenlandse origine waren. Maar na verloop van tijd werden ze geaccepteerd, soms enigszins verbasterd, als zijnde erbij horend, als zijnde gewoon. Niemand maakte zich er eigenlijk druk over. Totdat bepaalde mensen agitatie gingen voeren of aan de macht kwamen. Toen werd een ‘juiste’ naam opeens van veel belang.
In Nederland kwam je veel Franse namen tegen van Hugenoten die tijdens de vervolgingen in de 17e eeuw gevlucht waren naar de Lage Landen.
Ook Spaans en Portugees klinkende namen van Joden die gevlucht waren voor de pogroms of verbannen werden in 1496.
Maar het waren niet alleen (afstammelingen van) vluchtelingen. Ook namen van mensen die ooit over de wereld gezworven hadden en ergens waren blijven hangen.
Maar op een gegeven moment werden vooral die laatste namen als ‘vreemd’ bestempeld en de dragers van die namen als onbetrouwbaar.
Een zeer toepasselijk voorbeeld wat mij betreft is bv de Nederlandse achternaam: de Turk of den Turk. Niet moeilijk te raden waar die naam vandaan kwam. Aanvankelijk misschien gebruikt als roepnaam of bijnaam en later als officiële naam aangenomen. Met een Nederlands tussenvoegsel.
In dit verband is het interessant te refereren aan de Turcificatie in Turkije. Daar werd een achternaam pas verplicht in 1934. In veel gevallen kregen mensen gewoon een achternaam toebedeeld of konden ze kiezen uit een namenlijst. Vooral voor mensen uit etnische minderheden was dat vaak pijnlijk. Koerden, Armeniërs , Syriërs en anderen moesten een 'Turkse' achternaam aannemen.
Later zijn er trouwens weer flink wat mensen uit die minderheden met succes in geslaagd hun naam te laten veranderen in bv. een Armeense of Aramese achternaam.
Wat zag ik voor ogen in Nederland? Als er ooit een zekere groepering aan de macht zou komen (God behoede ons) dan zou het weleens kunnen gebeuren dat er een wet wordt aangenomen die het iedereen verplicht een 'juiste' Nederlandse achternaam te hebben. Er wordt dan een staatscommissie ingesteld, die handig gebruik kan maken van het werk van het Meertens Instituut, om te bepalen welke achternamen wel of niet een Joods-Christelijke herkomst hebben. Als je naam niet op de voorkeurslijst staat, word je dringend doch uitdrukkelijk 'geadviseerd' een naam te kiezen uit de lijst van mogelijkheden. Zoals daar zijn: de Jong, van Dam, Jansen, de Wit, de Zwart? eh ......
Wilders (nee die niet, die is niet voor iedereen) etc.
Ik denk niet dat: de Turk of den Turk daar dan op staat.
Misschien kan die naamsverandering ook voordelen hebben. Met een veranderde naam loop je niet zo snel in de gaten en daardoor word je misschien minder snel slachtoffer van discriminatie.
Dit noemen we Hollandificatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten