vrijdag 9 november 2012

Omgevingsfactoren

Sinds vorige week is het weer overduidelijk. De herfst, sommigen noemen het hier meteen winter, is ingevallen op het schiereiland van Bodrum in Turkije.
De eerste onweers- en regenbuien trokken over het land. Gepaard gaand met harde wind en gevolgd door storm. Hoewel de temperaturen nog redelijk zijn, in ieder geval boven de twintig graden, is er toch nog sprake van een vrij plotselinge verandering in het weer en de natuur.
Vorige week kon je, 's avonds gezeten op het terras, de krekels en sprinkhanen nog horen maar die schijnen plotseling een goed heenkomen gezocht te hebben.
Een kleine soort sprinkhanen was me deze zomer in het bijzonder opgevallen. Om te zien eigenlijk onbeduidende diertjes. Niet opvallend van kleur, een beetje grijs en grauw. Maar ze waren me om andere redenen toch in het oog gesprongen. Als je bij voorbeeld 's ochtends vroeg de buitendeur opendeed zaten ze op het terras. Je moest er dan echt rekening mee houden en niet onbehouwen plotseling naar buiten stappen. Nu zou je er niet heel snel eentje vertrappen want zodra je een voet buiten de deur zette sprongen ze alle kanten op.
Sprinkhanen zijn prachtige dieren. Er zijn honderden soorten van groot tot klein in allerlei kleuren. Echt aanhankelijk zijn ze niet. Er zal niet snel een emotionele band ontstaan met zo'n diertje. Je kan ook niet gemakkelijk aan hun gezichtsuitdrukking zien of ze iets wel of niet leuk vinden. Met recht zou je in hun geval kunnen spreken van het hebben van een pokerface. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet op een andere manier kunnen laten blijken of ze wel of niet van je aandacht gediend zijn. En als dat niet het geval is kunnen ze zeer plotseling afstand van je nemen. Ze doen dit met een uitbarsting van kracht, Alsof een strak gespannen veer wordt losgekoppeld. En met een enorme explosie springen ze uit je directe nabijheid.
Even tussen haakjes. Ik zou niet weten waarom het diertje geen springhaan heet. Je zegt toch ook geen Bruce Sprinksteen, even terzijde.
Zoals gezegd de sprinkhanen die deze zomer heel veel rond het huis zaten waren van een kleine soort. Slechts ongeveer 1,5 cm lang. Sprinkhaantjes dus eigenlijk. Onze terrastegels zijn 60 cm lang en dat beestje sprong met gemak, zo te zien, over twee-en- halve tegel. Dat betekent dus meer dan 100 keer zijn of haar eigen lichaamslengte. Ik heb trouwens geen idee of de mannelijke en vrouwelijke diertjes een zelfde afstand kunnen overbruggen.
Er zijn wel meer dieren die enorme sprongen kunnen maken. Bv een reuzenkangoeroe springt een meter of 12. Ruim zes keer zijn lengte. Maar die zie je in Turkije niet. Een vlo springt wel 200 keer zijn lengte. Maar dat is geen dier waar ik veel affectie mee heb. Een vliegende vis springt ook wel 100 keer zijn eigen lengte. Of springt die eigenlijk niet? OK.
Maar dan de mens. Het wereldrecord verspringen staat op naam van de Amerikaanse springer Mike Powell met een afstand van 8,95 meter. En dat is ruim 4 keer zijn lichaamslengte. Niet echt indrukwekkend vergeleken met bovengenoemden. Maar gezien dit feit hebben de organisatoren van atletiekwedstrijden nadien in alle stadions de verspringbakken moeten verlengen voor het geval dat. Niet dat men snel een verbetering verwachtte gezien het feit dat het 23 jaar geduurd had voor het legendarische record van Bob Beamon (8,90 m) uit 1968 werd gebroken, maar meer voor de zekerheid en voor de eventuele aansprakelijkheid bij mogelijke ongelukken.
Je moet er trouwens niet aan denken hoe de atletiekstadions er nu zouden hebben uitgezien als de evolutie enigszins anders was verlopen en de mens net als de sprinkhaan 100 keer zijn lengte zou kunnen springen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten