In oudheidskamers, industrieel archeologische musea, cultuurhistorische musea, bedrijfsmusea en bij tentoonstellingen met gebruiksvoorwerpen en gereedschappen kan ik uren verblijven zonder me te vervelen. Sommige zijn heel gespecialiseerd en zeer professioneel van opzet en andere musea maken een rommelige indruk met een zeer diverse als los zand aan elkaar hangende collectie. Ik kom als een klein kind ogen te kort en wil ook altijd alle bijgeplaatste beschrijvingen, namen en data lezen. Je doet soms de gekste ontdekkingen. Voorwerpen die je nooit in een bepaalde periode in dat land verwacht had. Gebruiken waarvan je dacht dat ze daar niet voorkwamen. Productiemethodes die je voor die tijd onmogelijk achtte.
De wereldhandel is niet van vandaag of gisteren maar gaat vaak veel verder terug dan we ons kunnen voorstellen. Volksverhuizingen verspreidden voorwerpen en gebruiken over de hele wereld. Gereedschappen werden geruild, materialen en kennis uitgewisseld.
Dat weten we allemaal wel, maar toch kom je iedere keer weer voor verrassingen te staan. Een hernieuwde kennismaking met een vergeten voorwerp is natuurlijk erg leuk. Maar iets voor het eerst zien waar je nooit bij stilgestaan hebt doet je bloed sneller stromen.
Sommige culturen spreken meer tot de verbeelding dan andere. En in veel gevallen zijn het de grote bouwwerken die ons direct aan oude tijden herinneren. En juist rond die grote bouwwerken bestaan nog een heleboel onzekerheden wat betreft de manier waarop ze gebouwd werden. Er zijn allerlei restanten van machinerieën gevonden die destijds bij de constructie van de immense bouwsels moeten zijn gebruikt en er is ook al veel bekend geraakt. Maar hoe nou bv. de piramides van de Egyptenaren, de Maya heiligdommen of de tempels van Grieken en Romeinen precies geconstrueerd werden, daaraan zijn nog heel veel onbeantwoorde vragen verbonden.
Een van de belangrijkste beroepen in die tijd was dat van steenhouwer. Bij alle genoemde bouwwerken werden duizenden en nog eens duizenden steenhouwers ingezet. Als je alleen al in Turkije de archeologische sites bezoekt is het bijna onmogelijk je voor te stellen hoeveel mensen daarvoor aan het werk moesten. Aan al die Dorische zuilen van de Grieken en later overgenomen door de Romeinen alleen al werkten duizenden steenhouwers jaar na jaar hun hele leven lang. Miljoenen blokken voor muren, tempels, amfitheaters en woningen waren er nodig, uitgehouwen uit gesteenten.
Maar de bouwmeesters gebruikten ook heel veel marmer. Voor vloertegels, traptreden, terrassen, meubels , versiering en beplating van gebouwen.
In de provincie Muğla in zuid-west Turkije werd enorm veel marmer gewonnen van uitstekende kwaliteit. En daar werden dus al eeuwenlang groeven geëxploiteerd.
Veel van de marmer werd verwerkt tot dunne platen en dat was een vak op zich. Grote brokken marmer werden tot platen verzaagd met een steenzaag. Een handzaag die met zand gescherpt en met water gekoeld werd. Later werd een schudzaag gebruikt. Dat was een hele lange steenzaag die in een soort standaard stond en als een trekzaag door twee man bediend werd.
Eens op een dag moet het als volgt gegaan zijn: Al eeuwenlang werd de schudzaag gebruikt. De baas van een van de marmerwerkplaatsen brak zich al langere tijd het hoofd over een vereenvoudiging van het systeem. Een aanpassing waardoor de werkzaamheden sneller en met minder fysieke inspanning verricht zouden moeten kunnen worden.
Langs zijn werkplaats stroomde een krachtige beek. Kon hij de kracht van het water misschien gebruiken?
Een aantal jaren geleden zijn bij opgravingen in Turkije de restanten gevonden van een door waterkracht aangedreven marmerzaagmachine vermoedelijk uit de vijfde eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten