zondag 18 september 2011

Beestachtig

Ze konden niet meer op hun benen staan, zo dronken waren ze. Echt, letterlijk. Ze vielen om en waren ondanks verwoede pogingen met geen enkele mogelijkheid meer in staat om overeind te komen.
Of ze een kwade dronk over zich hadden was moeilijk te achterhalen. Ze waren ook echt niet meer in staat om waar dan ook maar op te reageren. En van enige vorm van agressiviteit was al helemaal geen sprake.
Ik keek het nog even aan maar ik zag geen mogelijkheid en eigenlijk ook geen noodzaak hulp te bieden. Misschien was het het allerbeste als ze hun roes uitsliepen.
Ze zakten steeds verder in elkaar en alle spierspanning leek nagenoeg uit hun lichamen verdwenen te zijn.
Ik ging mijn huis in met het idee later nog wel eens eventjes te gaan kijken.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd en de tuin in ging om te zien wat er van de dronkaards geworden was lagen ze dood naast elkaar onder de boom. Overleden aan een "hartstilstand" ten gevolge van een overmatig alcoholgebruik, een alcoholvergiftiging.
In mijn tuin stond een flink aantal fruitbomen. Kersen, pruimen, peren en appels. Jaarlijks was de oogst zo groot dat het onmogelijk was alles zelf te consumeren. Er verdween dan ook een groot deel in plastic tassen en rieten manden naar kennissen en familieleden.
Een van de appelbomen was een onooglijk, gek gevormd, modelletje maar het was bijna elk jaar afgeladen met kleine gele zure appeltjes. Omdat ze zo klein waren en er genoeg andere appels van een flinker formaat voorradig waren, bleven die zure appeltjes hangen tot ze vanzelf van de boom vielen.
Ja, je kon ze wel drogen. Klokhuis eruit boren en in plakken snijden. Overdag in de zon of de wind hangen en dan niet vergeten ze 's avonds af te dekken of binnen te halen. Een oudere buurvrouw kwam dat graag doen. Maar toen ze wat slechter ter been werd en op een gegeven moment haar erf niet meer afkwam was het afgelopen met de gedroogde appeltjes. Ik heb het nog een jaar geprobeerd in de oven maar dat was geen succes.
Het volgend jaar bleven de appeltjes dus hangen tot ze van ellende de moed maar opgaven en loslieten. Onder de boom vormde zich een tapijt van appeltjes die op een zeker ogenblik begonnen te gisten.
Af en toe verzamelde ik een paar kruiwagens vol en stortte die dan op de composthoop. De lucht die ervan afkwam was eigenlijk helemaal niet verkeerd moet ik zeggen, maar ook de smaak van de gistende appeltjes waarbij ethanol gevormd werd, was voor sommige wezens aantrekkelijk genoeg om er zich tegoed aan te doen.
Toen ik op een ochtend naar de composthoop liep om keukenafval te deponeren vond ik op de composthoop, tussen de appeltjes, een slapende zwaar ademhalende reebok. Hij had mij kennelijk toch opgemerkt want hij kwam overeind, keek nog even een beetje wezenloos mijn kant op en wankelde toen struikelend richting bos en verdween over de greppel van de tuin uit zicht.
Ik haalde lang niet alle appeltjes onder de boom weg en de wespen vonden dit geen bezwaar. Met grote aantallen deden ze zich tegoed aan het gistende fruit. Zo tegoed dat ze te veel alcohol binnenkregen en aan een alcoholvergiftiging doodgingen.
Het was dan al eind september en tegen die tijd komt er een eind aan het leven van alle wespen, uitgezonderd de koninginnen. En dit einde was voor de diertjes misschien wel aangenamer dan sterven door de eerste nachtvorst.
In een Turkse krant stond een foto van een eland in Zweden. Het beest had veel moeite gedaan om een aantal waarschijnlijk ook gistende appels in een boom te bereiken. Dronken was hij tussen een paar grote takken verstrikt geraakt en de brandweer kwam eraan te pas om het beest zijn vrijheid terug te geven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten