In Istanbul kocht ik bij de bekende uitgeverij en boekhandel Denizler Kitabevi een boekje met korte verhaaltjes over sportvissen: Balık avı hikayeleri geschreven door Cüneyt Alpay.
Sportvissen en visserij in het algemeen is een onderwerp dat mij fascineert. Als kind heb ik heel veel gevist en later ging ik af en toe op zee vissen maar de echte passie heeft me nooit gegrepen. Wel ken ik goed het gevoel van spanning bij het ophalen van de hengel waaraan zich onzichtbaar, kennelijk een mogelijke vangst aankondigt.
Ook ken ik het gevoel van het vissen met een werphengel en het gewicht en de kracht van een eventuele buit bij het opwinden.
Ik heb paling gevist met een fuik en makreel met een lange lijn. Maar een echte jager, een echte visser ben ik nooit geworden.
Wonend aan het strand van de Middellandse Zee kan men niet om de beroeps- en de sportvisserij heen. Ieder dorp of stadje heeft zijn steiger waarvandaan vrijwel dagelijks de kleine vissersbootjes met hun altijd werkende pruttelende dieselmotoren de zee op gaan om de vis te vangen die de volgende dag in de visrestaurants of in de marktkramen aangeboden wordt. En niet te vergeten de vissers die met een eenvoudig lijntje of soms zeer goed geoutilleerd met geavanceerde uitrusting vanaf het strand of de kade wat vis voor een avondmaaltje proberen te verschalken.
Graag observeer ik hun activiteiten, maar ook hierdoor ben ik (nog) niet opnieuw gaan vissen.
Een veel gehoorde verklaring voor het visgedrag is dat de mens nog steeds instinctieve, atavistische trekken vertoont, die de mens ook bezat toen hij daadwerkelijk mede aan jacht en visserij zijn voortbestaan te danken had. Dat instinct om te vangen herken ik vooral in vissers die hun gevangen buit weer terugzetten. Het gaat hen om de jacht en het zichzelf bewijzen: ik kan het nog.
Mijn interesse in het vissen is altijd gebleven. Toen ik dus de boekwinkel in Istanbul binnenstapte was het genoemde boek het eerste boek waar mijn oog op viel. De verhalen leken mij niet al te moeilijk en het thema zou het lezen beslist enigszins vergemakkelijken. En inderdaad met behulp van een woordenboek was ik prima in staat de verhalen te begrijpen.
De auteur beschrijft hoe hij in zijn kindertijd bijna dagelijks aan het water te vinden was en dus ook al heel vroeg met het vissen in aanraking kwam. Later in zijn studententijd en tijdens zijn maatschappelijke loopbaan verdween het vissen volkomen uit zijn bestaan. Tot hij enkele jaren geleden, bij het opstaan, een gekregen zeezicht bekeek, en er zo door geraakt werd dat hij na dertig jaar het vissen weer oppakte met een passie en een vuur alsof hij al die tijd, die hij niet gevist had, moest inhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten