Ik kwam met de auto van Muğla naar Milas over de grote weg. Ergens tussen die twee plaatsen in zag ik voor me de auto’s afremmen en verderop zag ik een krioelende massa op de weg. Dichterbij komend werd het me duidelijk. Een grote kudde schapen en geiten, zeker een paar honderd, stak over. Voorop een vrouw en achteraan een man die de beesten voortdreven. Het verkeer, vrachtwagens, bussen en personenauto’s, wachtte netjes tot alle dieren veilig aan de overkant waren.
In de stad hoeft maar iemand even stil te staan met zijn auto en men begint te claxonneren. Hier niet. Kennelijk is men dit soort zaken gewend. En moet je ze even de tijd gunnen.
Vaak kom je loslopende dieren tegen en dan laat ik de honden even buiten beschouwing. Maar eigenlijk heb ik nog nooit een ongeluk gezien tussen mens en dier. Het is alsof chauffeurs er goed op anticiperen en overal iets dergelijks schijnen te verwachten.
Toch kan je voor heel vreemde situaties komen te staan. Zo kwam er ooit in het donker een tiental loslopende paarden op mijn pad. Ja zelfs een keer een groep van een stuk of zeven kamelen. Een paar geiten, een ezel. En natuurlijk regelmatig koeien.
Echte weilanden heb ik hier op het schiereiland nauwelijks gezien. Koeien scharrelen overal hun kostje bij elkaar. En een van schrikdraad voorziene afrastering ben ik ook nog niet tegen gekomen. De koeien staan vaak aan een grondpin ergens op een landje, in de berm, op een berghelling of op een braakliggend stukje grond. Als er maar een beetje groen staat. Ze zijn niet verwend. Kalveren, die lang bij het moederdier blijven, lopen er los omheen.
Het gebeurt vrij vaak dat de koeien zich lostrekken en een beetje gaan zwerven. Ook worden koeien zo maar ergens los gelaten en dan dragen ze vaak een kluister of de poten zijn zo aan elkaar gebonden dat ze alleen kleine stapjes kunnen nemen.
Soms zie je iemand zijn koe uitlaten, lijkt het wel. Een koe aan een touw en samen met een begeleider trekt het dier de hele dag van de ene naar de andere plaats om wat groen te verschalken.
Het was in het voorjaar enkele jaren terug. Ik verbleef destijds in een huis boven op een heuvel. Beneden liep een drukke doorgaande weg van het dorp naar het strand. Iedere morgen heel vroeg als ik met mijn kopje koffie op het balkon de omgeving zat op te nemen, kwamen er vanuit het dorp een man en een vrouw met vijf gekluisterde koeien, die ze vermoedelijk een eindje verderop loslieten. Iedere dag hetzelfde stramien. Een enkele keer zag je overdag wel eens een beest alleen naar het dorp terugkeren. Maar in de regel kwamen ze ’s avonds tegen het donker worden weer onder begeleiding naar huis.
Hun tempo was altijd hetzelfde. Rustig, stap voor stap, geen rare sprongen en zonder zich te laten opschrikken door langsrijdend verkeer vervolgden ze hun tocht. En als er een koe de weg overstak omdat ze meende een mooie pluk groen te zien, wachtten de automobilisten berustend af tot de man het beest weer in het gareel had en de situatie weer veilig was.
Op een dag waren het er nog maar vier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten