"Water is niet goed voor je, daar plassen de vissen in." Dat was een van de vele uitspraken van mijn vader die ik me kan herinneren.
Hij had natuurlijk gelijk. Drinkwater, leidingwater maar ook mineraal- of bronwater is over het algemeen niet voor consumptie geschikt als het niet eerst gereinigd is.
In Turkije wordt ontzettend veel flessenwater gebruikt. Het leidingwater heeft een bijsmaak en schijnt niet altijd betrouwbaar te zijn. En zo is het ook in andere landen waar de kwaliteit van het leidingwater te wensen over laat.
In West-Europese landen is het gebruik van flessenwater in handzame halve liters een gewoonte geworden. Maar daar is het het gevolg van marketing. Het is een lifestyleproduct geworden. Kraanwater is te gewoon.
Er is heel veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van bronwater of mineraalwater en er zijn tegenstrijdige berichten over verschenen. Het blijkt dat er zich vaak restanten van allerlei stoffen in dat flessenwater bevinden. Bij een onderzoek in Turkije, vorig jaar, bleven van een dertigtal soorten slechts twee soorten buiten alle verdenking.
Een kennis van me was een enorme tuinliefhebber. Hele dagen bracht hij er in door. Hij had een grote tuin met een groentenkas, een bloemenkas, een vijvertje, een schuurtje voor zijn perfect onderhouden gereedschap, een hok met een keukentje, een grasveldje met een zithoek en het geheel volledig omzoomd met een wekelijks gesnoeide beukenhaag.
Hij was vroeg gepensioneerd bij de grote vaart vanwege gezondheidsproblemen. Hij had hoge bloeddruk, hartklachten, hij was een beetje doof en het lopen ging ook niet helemaal jofel meer. Daardoor kwam hij, behalve voor een enkele boodschap af en toe, nauwelijks zijn huis en tuin meer uit. Al zijn tijd stopte hij in zijn tuin die er dan ook fantastisch bij lag. Zijn voorkeur ging uit naar het werk in groentetuin en groentekas. In de omgeving had hij een zekere faam opgedaan met zijn producten.
Zijn vrouw bemoeide zich niet echt met de tuin. Ze kwam meestal niet verder dan de kruidenafdeling als ze wat nodig had voor het eten. En regelmatig kwam ze even wat bloemen plukken voor een vaasje op de keukentafel.
Iedere morgen om een uur of zeven na een kopje thee en een beschuitje met jonge kaas, verdween hij de tuin in. "Ik ben achter," riep hij steevast. Om een uur of tien riep zijn vrouw hem voor een kopje koffie, om twaalf uur gebruikten ze gezamenlijk de lunch en om een uur of vier een glaasje vruchtensap van vruchten uit eigen tuin uiteraard. Koffie en thee mocht hij volgens zijn huisarts niet hebben en vruchtensap was eigenlijk ook te zoet. Maar hij moest iets drinken om zijn behoorlijke hoeveelheid medicijnen mee weg te spoelen die hij anders niet weg kreeg. "En voor drinkwater ben ik allergisch," gromde hij altijd.
Ik had wel gehoord dat sommige mensen huiduitslag, eczeem of jeuk krijgen van lang douchen of zwemmen. Maar drinkwaterallergie was me niet bekend. Ik achtte het niet onmogelijk.
Jaren later hoorde ik dat de man overleden was en kwam ik erachter wat hij werkelijk had bedoeld met zijn waterallergie. In zijn tuin bleek hij namelijk op verschillende plaatsen een fles jonge jenever te hebben staan waar hij regelmatig van proefde. Ook sterke drank mocht hij van de dokter niet hebben maar daar trok hij zich kennelijk niets van aan.
Zijn vrouw wist ervan. Ze wilde het niet zien. Daarom kwam ze ook nooit verder in de tuin. Ze liet hem maar zijn gang gaan. Ze hield hem niet tegen.
Op een middag toen ze hem voor de lunch riep, kreeg ze geen antwoord. Hij kwam niet opdagen. Ook niet na herhaald roepen. Nu ging ze toch maar even kijken. Ze liep eerst naar de groentekas maar daar kon ze hem niet ontdekken. Ze vond hem, voorover in de vijver, met de fles nog in zijn hand geklemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten