In het verleden is het over de hele wereld altijd al zo geweest dat in tijden van vijandelijkheden tussen verschillende kampen bij het gedwongen verlaten van tentenkampen, vestingen, kastelen of dorpen er voor de veroveraars of bezetters er zo weinig mogelijk bruikbaars werd achtergelaten.
Oogsten werden vernietigd, de veestapel verjaagd of meegenomen, huizen of tentenkamp in brand gestoken en de drinkwaterputten vervuild of zo mogelijk vergiftigd. Een thema dat in de geschiedschrijving herhaaldelijk aan de orde komt.
Deze bekende tactiek der verschroeide aarde was er op gericht om de vijand te treffen met voedsel- en drinkwaterproblemen. Wereldberoemde voorbeelden van deze tactiek zijn de toepassingen uit de Russische geschiedenis toen de Fransen (1812) en de Duitsers (1941-45) het land waren binnengevallen.
Ook Kemal Mustafa Atatürk paste de tactiek succesvol toe in de Grieks-Turkse oorlog door de bevoorradingslijnen van de Grieken af te snijden.
Maar ook op kleinere schaal werd de tactiek toepast en van de oudheid en de Middeleeuwen tot in de Ottomaanse dagen en daarna was het vervuilen van de waterputten een van de algemeen toegepaste oorlogshandelingen. Een dode kip of een geit in de put en het water is lange tijd onbruikbaar, simple comme bonjour.
En omdat het zo eenvoudig is en je er grote aantallen mensen mee kan bereiken is de drinkwaterverontreiniging met chemische of biologische middelen nog steeds heel populair bij activisten en terroristen.
Vrij recent zijn de voorbeelden uit Duitsland en Spanje. In augustus 2011 werd in Spanje een Marokkaanse moslim gearresteerd die ervan verdacht werd de drinkwatervoorziening in Zuid-Spanje te hebben willen vergiftigen in vooral toeristenlocaties om de ongelovigen te straffen. De man zou banden hebben gehad met Al Qaida.
En ook in augustus werd in Duitsland een man gearresteerd die het drinkwater in zijn woonplaats Einbeck wilde vergiftigen als herdenking van de 11 september aanslag in de V.S. De man was in het bezit van 50 kilo cyanide.
En zo zijn er uit een iets verder verleden honderden pogingen bekend.
In de westerse wereld bestaat bij een aantal mensen een, ingepeperde, panische angst voor de Islam. Aangewakkerd door bepaalde politici en in stand gehouden door ieder onverklaarbaar feit of iedere epidemie of griepaanval in verband te brengen met een islamitisch complot.
Toen er enkele jaren geleden een grote uitbraak van varkensgriep was in Mexico, ook wel de Mexicaanse griep genoemd, ging het om een nieuwe onbekende variant. Die variant zou mogelijk in een laboratorium ontwikkeld zijn en bewust verspreid zijn. Meteen kwam AlQaida weer in beeld.
Uit een in september gepubliceerd artikel in de Guardian wordt duidelijk dat de natuur en niet de mens de grootste bioterrorist is.
De Nederlandse viroloog Ron Foucher had aangetoond dat de vogelgriep zich eigenlijk vrij gemakkelijk van het ene op het andere dier en van de ene op de andere mens kon verplaatsen. Daarmee bleek dus de natuur de grootste bedreiging te vormen.
De gegevens van dit en vergelijkbaar onderzoek zijn nu vrijgegeven om het virus voor andere wetenschappers herkenbaar te maken en er beter op voorbereid te zijn.
Maar natuurlijk wordt daarmee ook de angst voor misbruik door de mens weer nieuw leven ingeblazen.
Mensen uit de Provo-beweging hadden het plan geopperd LSD in het leidingwater te verspreiden op de dag van de bruiloft van Beatrix en Claus Ik geloof niet dat het uitgevoerd werd. Maar misschien zou een anti agressie middel in het drinkwater over de hele wereld de mensheid wel goed doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten